Ga naar hoofdinhoud

Hamoen: ‘Balans zoeken in hengstenselectie’

Hoe is een tophengst te herkennen? Na negen jaar voorzitter van de hengstenkeuringscommissie te zijn geweest, is de verwachting dat Arie Hamoen het antwoord op deze vraag als geen ander kan geven. “Een hengst is pas een goede dekhengst als hij zich bewezen heeft als vererver.” 

Verder komen in de fokkerij is volgens Arie Hamoen alleen mogelijk door zeer strenge selectie. “Je probeert een balans te zoeken door alleen de beste hengsten te keuren, maar tegelijkertijd geen ruwe talenten te missen.” Er zijn genoeg voorbeelden van hengsten die rood licht kregen van de hengstenkeuringscommissie, maar het later in de sport wel waarmaken. Zoals Valegro, topvererver Kannan of de ontdekking van de afgelopen hengstenkeuring: Netto. “Het risico bestaat dat je paarden als deze laat lopen”, erkent Hamoen. “Daarom ben ik blij dat de mogelijkheden om hengsten in het stamboek ingeschreven te krijgen enorm zijn uitgebreid.”

Hamoens ideaalplaatje is dat een jonge hengst zo’n honderd tot tweehonderd nakomelingen krijgt uit de eerste jaargangen en daarna enkele jaren uit de fokkerij gaat. “Als die nakomelingen oud genoeg zijn voor de sport kun je een goed beeld vormen over de vererving en de hengst laten terugkeren in de dekkerij.” Hij denkt echter dit geen werkelijkheid wordt. “Een dergelijk model is in de paardenfokkerij lastig te realiseren. Er gaan enorme kosten gepaard met het proces om een hengst goedgekeurd te krijgen en als hij na goedkeuring maar twee jaar zou mogen dekken, denk ik niet dat er nog veel hengstenhouders bestaan.”

Arie Hamoen kan pas wat zeggen over de kwaliteiten van een dekhengst als hij zo’n honderd nakomelingen in de sport heeft lopen. “Pas dan weet je of hij een goede vererver is. Als er één hengst per jaargang is die een bovengemiddeld aantal goede, bruikbare sportpaarden levert, denk ik dat we het goed doen als commissie.”
Waar is de selectie op jonge leeftijd zonder fokkerijresultaten dan op gebaseerd? “De kans dat een hengst goede springpaarden gaat leveren is natuurlijk groter als hij uit een goede familie komt, over een ideaal exterieur beschikt en heel goed kan springen. Daar selecteren we op tijdens de hengstenkeuring.” Het verrichtingsonderzoek is volgens Hamoen belangrijker. “De innerlijke kenmerken zijn van groot belang bij een sportpaard en daar kun je moeilijk over oordelen tijdens een keuring.”

Lees het hele interview met Arie Hamoen in De Paardenkrant Extra van maart/april 2013 of neem een abonnement!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.