Ga naar hoofdinhoud

Losrijden voor een springwedstrijd

Losrijden springenEen lading paarden in een kleine ruimte met in het midden twee hindernissen. Iedereen crosst door elkaar heen, iemand roept ‘sprong vrij’ en de menigte scheurt op de hindernis af. Dit moet beter kunnen. Goed losrijden voor een wedstrijd is namelijk belangrijk. Bondscoach springen Rob Ehrens geeft tips.

1. Begin met veel stap
„Losrijden begint altijd met uitgebreid losstappen. Het paard moet ontspannen en nageeflijk aan een vrij lange teugel gaan, zodat alle spieren de kans krijgen om opgewarmd en doorbloed te raken.”

2. Neem de tijd
„Na dat stapgedeelte volgt zo’n zelfde ontspannen stuk in draf en galop. Hoe lang je hiervoor moet uittrekken verschilt per paard. Stem je hele planning daar op af. En na zo’n dressuurmatig deel kun je het beste weer even stappen voor je gaat losspringen.”

3. Houd het simpel
„Nu kun je met een sprongetje beginnen. Houd het simpel. Ik start altijd met een laag kruisje en een grondlijn, da’s makkelijk voor een paard. Dat sprongetje bouw ik dan rustig op naar een steilsprong en als laatste een oxer.”

4. Geef je paard vertrouwen
„Spring je op B- of L-niveau? Houd je dan tijdens het losspringen aan die hoogte. Het is de bedoeling dat het paard vertrouwen krijgt, niet dat je hem afschrikt door ineens veel hoger te gaan dan normaal. Het heeft geen zin om heel veel te springen in deze fase. Je put hem dan alleen maar uit.”

5. Ken het parcours
„Zorg dat je goed in je hoofd hebt hoe je het parcours wilt rijden en hoeveel galopsprongen je wilt maken op bepaalde plaatsen. Terwijl jij parcours loopt is het belangrijk dat je paard warm en in beweging blijft. Dus leg hem altijd een dek op en laat hem stappen.”

6. Neem een helper mee
„Een groom is eigenlijk onmisbaar. Als je bijvoorbeeld voor het parcourslopen je paard op de wagen moet zetten omdat je niemand hebt om met hem te stappen. Bovendien is het ook handig als iemand je op het inspringterrein helpt met bouwen.”

7. Houd rekening met elkaar
„Houd een beetje rekening met elkaar. Zorg dat je vroeg genoeg begint, zodat je ook de tijd hebt om je beurt af te wachten bij de losspringhindernis. De hectiek slaat meestal pas toe als een paar ruiters aan de late kant zijn. Laat je niet meeslepen, trek je eigen plan en probeer te blijven samenwerken, zodat het voor iedereen leuk is.”

8. Maak een goede planning
„Maak vooraf een goede planning. Weet hoe laat je moet starten. Houd wel goed in de gaten of er uitvallers of bijschrijvingen zijn.”

9. Stapje terug
„Stel, je gaat losspringen en het wil helemaal niet. Wat doe je? Gebruik je verstand! Waar ligt het aan dat het niet wil? Meestal werkt het het beste als je even gaat stappen, zodat jullie allebei tot bedaren kunnen komen. Ga een paar stappen terug, doe wat dressuurmatig werk en neem desnoods nog een klein sprongetje. Onthoud dat de africhting thuis ligt.”

10. Bereid je thuis goed voor
„Het is belangrijk dat je pas op concours gaat als je thuis goed voorbereid bent. Gaat het daar goed, rijd dan eerst eens een paar oefenparcoursen, zodat jij en je paard weten wat jullie kunnen verwachten.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.