Antwoord Dierenkliniek Emmeloord
De ziekte van Cushing, of syndroom van Cushing, komt voor bij oudere paarden. Het komt ook voor bij honden en mensen. De ziekte wordt bij paarden veroorzaakt door een goedaardige tumor in de hypofyse, een hormoon producerend orgaantje in de hersenen. Hierdoor wordt teveel ACTH geproduceerd in de hypofyse, wat de bijnieren weer aanzet tot hoge cortisol-productie. Eigenlijk veroorzaakt het dus een verstoring van het delicate evenwicht van hormonen. Dit heeft allerlei gevolgen: het meest opvallende is een lange gekrulde vacht, die soms ook wat lichter van kleur is en die niet meer verhaart. Deze paarden zweten daardoor veel en moeten inderdaad meerdere keren per winter geschoren worden. Vaak zijn paarden met Cushing ook wat slomer, krijgen ze een wat andere vet- en spierverdeling waardoor ze er vaak wat ouder uit gaan zien (hangbuik en gevulde kuiltjes boven de ogen, verminderde bespiering), merries stoppen vaak met hengstig worden en soms gaan ze wat ‘heksenmelk’ produceren in het uier. Paarden met Cushing hebben meer kans op hoefbevangenheid en door een verminderde weerstand krijgen ze soms ook andere problemen, bijvoorbeeld kieswortelontstekingen.
Er zijn eigenlijk geen andere aandoeningen die de typische lange krullende vacht veroorzaken die niet meer verhaart. Je schrijft niet wanneer je paard getest is op Cushing en welke test gebruikt is. Maar als je je paard toch in het bovenstaande herkent zou ik adviseren om nogmaals op Cushing te testen. Geen enkele Cushing-test is namelijk waterdicht en er zit een grijs gebied in de uitslagen. Er zijn verschillende testen om te bepalen of het paard Cushing heeft. Op dit moment is de meest gebruikte test een simpele ACTH-bepaling.
Er zijn goede medicijnen om paarden met Cushing te behandelen, nu zelfs ook geregistreerd voor paarden. De vacht zal hierdoor verbeteren, maar belangrijker is dat de kans op vervelende complicaties zoals hoefbevangenheid afneemt. Wat je verder nog kan doen en wat je eigenlijk al heel goed doet is het paard optimaal in conditie te houden: regelmatig beweging geven, tijdig vaccineren, ontwormen en het gebit laten controleren, goede voeding geven bestaande uit zeer goede kwaliteit ruwvoer en niet teveel suiker houdend krachtvoer en eventueel een goede multivitamine.
Lieuwke Kranenburg, Europees Specialist Inwendige Zieken van het Paard
Klik hier voor alle artikelen van Dierenkliniek Emmeloord.