door Bert Wagenvoort
De tijd dat de samengestelde wedstrijdsport een discipline was waarin een paard en/of ruiter die niet op niveau in de springsport aan de competitie kon meedoen, dan maar ging ‘eventen’ is allang voorbij. Gelukkig maar! Al rijden er nog te veel ruiters rond die hun paard onvoldoende voor elkaar hebben. Je ziet bijvoorbeeld dat paard en/of ruiter niet fit genoeg is. Combinaties die weinig goede trainingsmeters hebben gemaakt. Vooral het rijtechnisch niveau is onder de maat.
Hier komt ook in beeld dat er, zowel nationaal als op verenigingsniveau, te weinig goede instructeurs zijn die zelf op niveau rijden of hebben gereden. Het is essentieel dat een goede eventinginstructeur zelf op niveau heeft gereden. Pas dan kan hij of zij de specifieke kennis begrijpen en overbrengen.
Het is een feit dat de cross de laatste jaren aanzienlijk meer stuurmanskunst vraagt. Dit komt door onder meer een veelvoud aan combinatiesprongen. Bijvoorbeeld veel gebroken lijntjes met smalle sprongen die, wanneer de controle er niet is, zorgen voor een langsloper. Het ontwikkelen van het vermogen van ruiter en paard om probleemloos te kunnen schakelen is noodzakelijk. Om kunnen gaan met een grote diversiteit aan hindernissen vergt een grote mate van rijvaardigheid. Het proces van doorontwikkelen en uitbouwen is een pre.
Goede ontwikkeling
Dat de sport in een veel gezonder daglicht is komen te staan, was ook nodig. Dit is voor de eventingsport een goede ontwikkeling . De aansluiting op Europees niveau moet nog verder worden uitgebouwd. Het is zaak dat de goede nationale en internationale ruiters meerdere toppaarden onder hun hoede hebben. Als meerdere ruiters in staat worden gesteld op professionele basis hun sport te bedrijven, heeft dat zowel internationaal als aan de basis een positief effect.
De KNHS heeft gelukkig ingezien dat, op het gebied van instructie voor de eventingsport in de breedte, het terrein vrijwel braak ligt. Er wordt een nieuwe module ontwikkeld in samenwerking met experts vanuit de sport. Het doel is om in het land en op clubniveau de sport te introduceren en te stimuleren. Er zal door verenigingen en de instructeurs allround geïnvesteerd moeten worden om de specifieke kennis eigen te maken. Het uitdragen is de volgende stap.
Enthousiasme
De eventingsport maakt ook jonge ruiters completer in de rijkunst. Ze worden handiger, krijgen veel meer gevoel en leren begrip te krijgen hoe en waarom een paard of pony reageert op de verschillende omstandigheden. Het is fantastisch om te zien hoe ook de jonge ruitertjes enthousiast worden. Vertrouwen krijgen, grenzen verleggen en leren omgaan met het paard of pony in andere situaties. Op deze wijze moeten de ruiters ook verantwoording naar het paard, de sport en de maatschappij worden bijgebracht.
Aan het aantal deelnemers op de wedstrijden ligt het niet. Maar het rijtechnisch niveau vraagt de aandacht. Ruiters en hun begeleiding moet hierop worden aangesproken op wedstrijden. Het onderdeel stijl in de klasse B is in de beleving van veel ruiters geen issue. Hier kan en moet meer mee worden gedaan. Ook al komt er jurering in beeld. Misschien is het toekennen van stijlpunten in de klasse L een mogelijkheid voor de toekomst?
Dan heb ik nog niet over de paarden gehad. Zeker nu is het voor fokkers, hengstenhouders en de handel interessant om fijne paarden, die gezond zijn, hard beenwerk hebben en over de specifieke gebruikseigenschappen beschikken, op te leiden of uit te besteden aan de betere ruiters. Als er op deze wijze duurzaam wordt geïnvesteerd, voorspel ik een fantastische toekomst voor deze tak van sport!
Bert Wagenvoort uit Vorden is allround instructeur en verzorgt al jaren de regiotrainingen eventing in Oost-Nederland. In de jaren zeventig en tachtig reed hij zelf internationale military’s.
Deze opinie verscheen woensdag 23 maart 2011 in De Paardenkrant