Ga naar hoofdinhoud

Terugschrikken

RöntgenfotoHet KWPN weet van de meeste A, B- en Z-hengsten in welke mate ze osteochondrose doorgeven. Nu wilden de hengstenboeren graag nog een jaartje ongestoord doordekken met hun A- en B-tjes, terwijl de merriehouders gewoon van alle hengsten willen weten of zij een zeker OC-risico opleveren. Het KWPN-bestuur zadelde zichzelf op met een hoofdpijndossier. En gedroeg zich als een windvaan.

Het bestuurlijke gezwalk over de vraag wat men nu moest aanvangen met de OC-cijfers van jonge KWPN-hengsten is vorige week dan eindelijk ergens uit gekomen. De leden van het KWPN krijgen middels een publicatie in In de Strengen de OC-informatie van alle hengsten waar betrouwbare cijfers van zijn. Dat klinkt als een volstrekt normale gang van zaken. Maar het KWPN-bestuur maakte het zichzelf moeilijk.

De wortel van het kwaad is het overleg dat het KWPN-bestuur regelmatig voert met hengstenhouders. Het KWPN overkoepelt een honderdtal hengstenhouders en 10.000 actieve fokkers. Die bloedgroepen, allemaal leden, hebben per definitie strijdige belangen. Als je de één een bepaald voordeel geeft, levert dat automatisch het exact even grote nadeel voor de ander op.

Afstand houden dus, en je eigen koers bepalen. Maar wat doet het KWPN-bestuur? Eerst naar de één luisteren en diens richting op zwalken. Om vervolgens met kritiek van de ander te worden overladen en weer terug te waaien.

De OC-slapstick staat model voor hoe het vaak gaat bij het KWPN. Prima beleid, het beste van de wereld. Maar de uitvoering… De leden van het KWPN gaven opdracht om informatie te verzamelen over de OC-vererving van jonge hengsten. Zij – en met name de hengstenhouders – – dragen de kosten van het onderzoek. Als de verzamelde informatie voldoende betrouwbaar is, staat je dan maar één ding te doen: je geeft de informatie aan de rechtmatige eigenaren, alle leden van het KWPN.

En dan dat genetische profiel. De waarheid over de OC-vererving van hengsten zou alleen verteld mogen worden als er ook cijfers over exterieur- en prestatieaanleg naast zouden staan. Om te voorkomen dat een fokker zich door het enkele OC-cijfer uit het veld laat slaan. Wie de bittere pil zo opzichtig wil vergulden, zegt eigenlijk dat fokkers niet zelf kunnen oordelen over de geschiktheid van een hengst als partner voor hun merrie.

Het is mooi om wereldwijd te scoren met een fokprogramma tegen OCD. Maar als je iets gaat zoeken, moet je niet terugschrikken als je het vindt.

Dirk Willem Rosie, hoofdredacteur ([email protected])
Deze column verscheen dinsdag 17 januari 2012 in De Paardenkrant