Ga naar hoofdinhoud

De kachel van Quirinus

Op een inspirerende bijeenkomst bij de fokstudieclub Oost-Brabant in Maren-Kessel drukte ik de aanwezige fokkers vorige week op het hart om toch vooral ondernemer te zijn. Ook als paarden fokken ‘slechts’ een hobby is, beleef je meer plezier en voldoening als je koerst op de hoogste kwaliteit tegen de laagste kostprijs.


Maar op hun beurt drukten de mensen in de zaal mij met de neus op de feiten. ‘Wij halen onze informatie uit de media, dan moet je ook informatie leveren waar wij wat aan hebben’, klonk het in woorden van gelijke strekking. Heel concreet wilden deze fokkers bijvoorbeeld weten bij welke hengsten ze dan wél zouden kunnen dekken. Die vraag kwam op nadat we met z’n allen hadden vastgesteld dat het met de selectie op fladderende voorbenen en alle overtrainde jonge dressuurhengsten niet meevalt om daar een functionele tussenuit te halen die het fokdoel wél dient.

Ik bevond mij bij de moeder van alle fokstudieclubs. ‘Oost-Brabant’ werd dertig jaar geleden in samenspraak met Cees van Haperen van de Dienst Landbouw Voorlichting opgericht en hield de eerste vermaarde jaren hof in de manege van Quirinus Kamp in Schaijk. Daar stond een kachel, de zogenaamde turbohaard van Quirinus, die fiks werd opgestookt. Dan ging de deur dicht en kon iedereen vrijuit spreken. Met de inbreng van toppers als Huub van Helvoirt – tot zijn overlijden trouw lid – werden proefballonnetjes opgelaten die maar al te vaak leidden tot fokbeleid.

Gelukkig kon ik mijn gehoor enigszins bedienen. Ik had de resultaten binnen van een Paardenkrant-onderzoek waarin we de kosten hebben vergeleken om in de verschillende Europese landen een veulen te fokken, op te fokken en aan te rijden tot de leeftijd van 3,5 jaar. Binnenkort verschijnt hierover een artikel in deze krant. Tipje van de sluier: Nederlandse fokkers zijn het duurst af, de Belgen betalen per 3,5-jarig fokproduct zo’n 2.000 euro minder.

De serie met Jan Greve en Jacques Maree over het fokken en trainen van solide en gezonde sportpaarden (die in deze editie van De Paardenkrant begint) beschouw ik eveneens als informatie waar de ondernemende fokker en eigenaar mee gediend is. Maar ook op het gebied van de hengstenkeuze wordt er dus iets verwacht van onze krant, het enige nog overgebleven onafhankelijke nieuwsblad. Neem de indexpunten van Verdi en Ustinov. De één scoort met zijn olympische medaille 126, de ander met z’n drie-, vierjarige dochters 154. Het is inderdaad de moeite waard om daar eens in te duiken.

Dirk Willem Rosie, hoofdredacteur ([email protected])
Deze column verscheen donderdag 4 april 2013 in De Paardenkrant.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.