Ga naar hoofdinhoud

De ware africhter

Een bezoekje aan John Swaab op zijn nieuwe bedrijf in het Limburgse Heel deed mij eraan denken dat paardrijden soms helemaal niks met sport te maken heeft. Er zijn ruiters die hun levensgeluk alleen maar vinden in het thuis africhten van hun paard. De ware africhter geeft niets om eer of winstpunten; de communicatie en harmonie met zijn paard is het enige dat hem doet poetsen en opzadelen.


John Swaab rijdt met zijn 84 jaar elke dag nog een paar paarden. Onlangs behaalde hij nog een topscore aan ‘likes’ op Facebook, nadat hij door fotograaf Sjoert Pegge was afgebeeld met zijn nu twintigjarige paard Lumiere in een voorbeeldige piaffe. Samen 104 jaar oud deden zij dressuurliefhebbers uit de hele wereld versteld staan.

Toch was het niet zozeer John Swaab die mij eraan herinnerde dat paardrijden niet automatisch gelijk staat aan (top)sport, maar het verhaal dat Swaab vertelde over zijn leermeester Piet Oothout. De gerenommeerde instructeur, die in 2007 overleed, verdiende weliswaar zijn boterham met ruiters en amazones die wedstrijden wilden winnen, maar zelf had hij er een broertje dood aan. En als een leerling in de proef slecht reed, ging hij achter een boom staan. Ik heb destijds meerdere pogingen gewaagd om Oothout tot het geven van een interview te verleiden, maar ook met publiciteit had hij weinig op. Jammer, ik had Oothout graag willen vragen naar het verschil tussen een ruiter en een africhter.

Is de ware africhter per definitie iemand die uitgaat van de klassieke traditie, of zouden er inmiddels al LDR-africhters zijn die hun neus ophalen voor sportieve roem? Dat laatste moeten we betwijfelen, maar om de edelmoedige thuisstudie nu helemaal op het conto van de klassieken te schuiven gaat wel wat ver. Mannen als De la Guérinière, Baucher en Steinbrecht hadden inderdaad niet met juryleden te maken, maar ze deden wel hun uiterste best om de Franse koning, respectievelijk het circuspubliek te bekoren.

John Swaab vertelde dat Piet Oothout uitging van de oefeningen als middel om het paard te verbeteren, niet als figuur waar je punten mee kan verdienen. ‘Dan rijd je op concours een schouderbinnenwaarts’, citeerde Swaab zijn leermeester, ‘en dan geeft je paard braaf na, mag je ‘m niet belonen door rechtuit te rijden, want je moet nog verder tot aan de volgende boterletter!’

Jammer dat er zo weinig van Piet Oothout is geboekstaafd. Maar daar kunnen we nog wel wat aan doen. Mensen met herinneringen aan de grote meester zijn bij mij van harte welkom.

Dirk Willem Rosie, hoofdredacteur ([email protected])
Deze column verscheen woensdag 6 maart 2013 in De Paardenkrant.

20 reacties op “De ware africhter

  • Yvonne Meijer

    Heel prettig gewoon een paard trainen… geen poeha! En er dan vervolgens mooi een buitenrit mee maken omdat het gewoon kan! 🙂

  • eddycrul

    Geachte heer John Swaab
    Ik neem mijn petje af voor u.En hoop dat wij u hier thuis kunnen evolueren in uw richting.
    Wij wensen u nog heel lang veel succes.
    vr gr

  • Marian Raven

    Een boek over Piet Oothout; zou leuk zijn.

  • Laura Ginsel

    Marian Raven, helemaal mee eens, en ook ik heb veel bewondering voor John Swaab en hoop dat hij nog jaren van zijn paarden mag genieten!

  • H. Paerels

    Dhr. Rosie schrijft: “Maar om de edelmoedige thuisstudie nu helemaal op het conto van de klassieken te schuiven gaat wel wat ver”.
    Daarmee ben ik het niet met u eens, heer Rosie.
    Wat is dan wat de vakjat Piet Oothout deed, als coach zijnde van de Nederlandse dressurploeg eind jaren 70?
    En wat is dan wat Klaus Balkenhol doet? Is dat niet Klassiek? Wordt dat niet in de ring getoetst?
    Dat is nu juist waarom Klaus Balkenhol níet onder vuur ligt en waarom Sjef Janssen wereldwijd wél onder vuur ligt.
    Het verschil zit hem bij de Klassiekers in het laten zien in de ring waar men staat in de opleiding van paard en ruiter, terwijl voor de Moderne ruiter die ring tot doel verheven is, waar men zijn/haar -snel tot stand gekomen- spektakel kan tonen.
    Bij de Klassiekers is het standpunt altijd werken vanuit de natuurlijke bewegingen van het paard en diens biomechanica, waar men op de Moderne rijmanier geheel aan voorbij gaat, daar draait het alleen om winnen, ongeacht hoe.
    Het te bereiken doel is totaal anders.
    Om díe reden wordt (helaas) de Klassieke Rijkunst meer en meer een “Thuisstudie”.
    Nu zou dat m.i. in eerste instantie dat ook zo moeten zijn. Je toetst alleen maar in de ring.
    Door de frustraties, te zien bij paard en ruiter hedendaags op de wedstrijdvelden, blíjft het voor meer en meer ruiters daarom ook een thuisstudie. Men wil gewoon op een fijne en vooral eerlijke manier paardrijden.

  • Patricia Ahlström

    Nieuwsgierig, ging ik ging een kijkje nemen op de website van dhr. Swaab naar aanleiding van het artikel hierboven. Dat dhr. Swaab een paardenman pur sang is met een hele duidelijke visie, dat wist ik (via horen zeggen). Maar verder niet veel meer.
    Wat hij verteld in de zesdelig artikelenserie van Paard & Lifestyle en de inzichten die hieraan ten grondslag liggen is niets minder dan (voor mij, althans) de ultieme waarheid.
    Ik nodig iedereen uit om de onderstaande link te volgen en echt aandachtig lezen wat dhr. Swaab te vertellen heeft. Ook met het oog op de discussie klassikaal alt. ‘modern’ rijden c.q. diep en rond, is dit leesstof van uitzonderlijke waarde.
    Wat is het toch fantastisch dat paardenliefde, intelligentie, ervaring, standvastigheid en nieuwsgierigheid om nieuwe dingen te leren (de basis is voor progressie op welke vakgebied dan ook) en hierdoor een eigen visie te durven nahouden, hier zo duidelijk naar voren komt. En om op 84-jarige leeftijd nog altijd blijven kiezen om steeds zonder oogkleppen door het leven te willen gaan, kunnen wij allemaal een voorbeeld nemen.
    Chapeau!
    http://www.opleidingsinstituutderieterhof.nl/uploads/in-gesprek-met-john-swaab-lifestyle.pdf

  • H. Paerels

    Beste Patricia,

    Waar u op doelt is het feit dat dhr.Swaab Sjef Janssen als een geweldige, zoniet de beste, trainer bestempeld.
    Door die uitspraak toendertijd is Dhr. Swaab zwaar onder vuur komen te liggen.
    Hij complimenteert twee mensen, Oothout en Janssen, elk met een totaal uiteenlopende trainingsmethode die haaks op elkaar staan qua uitvoering.
    Een paard dat van achteren naar voren gereden wordt is -biomechanisch gezien-onmogelijk te vergelijken met een paard dat van voor naar achteren gereden wordt.
    Uiteraard willen de Moderne ruiters iedereen overtuigen van het feit dat Modern niet zoveel verschilt van Klassiek. Stiekem weg weet men dat dondersgoed, het verschil.
    Dus, was dat maar waar, dan hadden we nu niet steeds die steeds weer terugkerende discussies, waar we nooit uit zullen komen omdat die twee trainingsmethoden onmogelijk tot elkaar kunnen komen.
    Daarom is het zo belangrijk -waar dhr. Rosie twee weken geleden zeer terecht op aanstuurde na een gesprek met duidelijk uitende DA- dat er verdieping komt in het wezen het paard, zowel anatomisch, fysiologisch en psychologisch.
    Dan kunnen we nl. niet anders constateren dat die twee verschillende trainingsmethoden, Klassiek en Rollkur/LDR/Hyperflexie, onmogelijk biomechanisch gezien, met elkaar te verenigen zijn.

  • Patricia Ahlström

    De gelouterde dhr. Swaab zal wel geen (voldoende) verstand hebben op dit gebied, als ik u goed begrijp. Hij zal, naar uw mening, bedoelen dat paarden van voren naar achteren gereden horen te worden. Heeft u de tekst goed gelezen? Ik sta echt vol ongeloof naar uw woorden te staren.

    Ik denk echt dat uw bedoelingen edel en goedbedoeld zijn, en ook ik toejuich een wetenschappelijke onderzoek en dialoog. Ik ben niet, zoals u, reeds nu bereid om het ene of het andere af te schrijven. Als ik uw woorden les, heeft u geen onderzoek nodig. Dat zou maar een formaliteit zijn om uw stelling te bevestigen. Uw mening staat al vast. Wat ik probeer te bereiken is toenadering van de positieve onderdelen van elk systeem.

    Wie heeft het hier over Rollkur/LDR/Hyperflexie? Dhr. Swaab niet. Ik ook niet. In ieder geval niet in positieve zin. Ik ben bang dat u mijn inbreng niet goed hebt gelezen, ofwel de woorden van dhr. Swaab in de artikelserie.

    Rollkur/LDR/Hyperflexie en biomechanica. Allemaal mooie woorden die als strijdkreten op spandoeken worden voortgebracht. De discussie mag niet in populistische chauvinisme ontaarden.
    Elk systeem, of onderdeel van een systeem, die past in de Skala des Ausbildung heeft mijn goedkeuring. Elke methode en toepassing die in dienst zijn voor de ontwikkeling volgens deze Skala is positief. Het kan, mijn inzien, ook niet anders. Elke praktische toepassing die deze ontwikkeling in de weg zit is negatief. Het zij klassikaal of rond en laag. Laat ons maar hierin verdiepen en de tools en methodes (uit de klassieke en moderne systemen) gebruiken die deze zeer beproefde stappenplan faciliteren.

    In het algemeen kan gezegd worden dat het paard dient gereden te worden in de houding, impuls, gesteldheid, ritme, moeilijkheidsgraad en tempo waarin het zich fysiek en mentaal voldoende kan ontspannen om de gewenste aanspanning te kunnen verwerken (immers zolang het paard het gevraagde begrijpt en fysiek in staat is om het gevraagde uit te voeren). Deze factoren variëren van paard tot paard EN van moment tot moment. Dat is juist de complexiteit en moeilijkheid bij het africhten en trainen van een paard.
    Dit mag uiteraard nooit met tegenwerkende (arm)kracht tot stand gebracht worden, alleen door weerstand te bieden op het moment dat de in het paard voorwaartse drang gebruikt gewenst te worden om bepaalde spiergroepen meer aan te spreken dan vóór het inkomen van de weerstand biedende hand.
    Een paard verdiend een dialectische en holistische toenadering. Geen dogma’s of starre systemen die onvoldoende rekening houdt met de fysiologie en individualiteit van het moderne paard en de moderne eisen die op het paard wordt gesteld.

    Ik hoop dat er ooit een consensus bereikt zal worden gebaseerd op alle vergaarde wetenschap, ervaring en algemene kennis. Als wij als africhters (ik ga er vanuit dat iedereen die in deze discussie geïnvolveerd is ook dagelijks hiermee bezig zijn) niet eens toenaderingen tot elkaar kunnen bereiken, hoe kunnen wij pretenderen voldoende wijsheid, relativerings- en inlevingsvermogen én gevoel in huis te hebben om onze prachtige paarden goed te kunnen opleiden, zowel qua kracht, elasticiteit, balans als innerlijke rust. Niet alleen maar athlete maar ook happy. Niet alleen maar happy maar ook athlete.

    Ik leer nog elke dag en hoop nooit in de situatie te komen waarin ik uitgeleerd wordt. En het is juist daarom dat ik de artikelenserie van dhr. Swaab zo positief en inspirerend vond. Klassikale achtergrond met een openheid voor nieuwe inzichten en toepassingen.

    En, ik herhaal, ik ben GEEN voorstander van om dwangmatig paarden rond te laten spartelen dwangmatig met de neus tegen de borst en zonder een swingende paardenrug. Uiteraard ook niet van vastgereden paarden die zo hoog in de hoofd-hals-houding worden gereden dat een elastische bovenlijn een onmogelijkheid is geworden. Voor beide situaties bedankt ik mij voor. En volgens mij de paardenstapel in Nederland en elders ook.

    Hoogachtend.

  • inge

    wat is er leuker dan een paard op een normale manier af te richten,het ene hebben ze zo door,het andere hebben ze langer voor nodig, dan ook bevestigd,en waar dan ook iedere ruiter mee kan wegrijden,is dat niet het doel van africhten!

  • Maria vd Berg

    ‘chapeau’ , Patricia! Zoals je zegt, het blijkt altijd een hele krachttoer te zijn om in alle rust en met alle respect naar elkaars meningen / ervaringen \ expertise te luisteren, zonder daarbij van te voren al stelling in te nemen. In de meeste gevallen blijkt het makkelijker te zijn om angstvallig zelf opgebouwde ‘waarheden’ / ‘zekerheden’ te blijven verdedigen, i.p.v. werkelijk te luisteren naar een ander of andermans inzicht, en open te staan, om eventueel de vruchten er van te plukken. Het inzicht, ‘ Hoe meer ik begrijp, des te groter mijn besef dat ik weinig weet!’, is kennelijk onmisbaar voor een nieuwsgierige, leergierige en open grondhouding gedurende het hele leven.

  • Paardenfokkerij-Olympus

    Van Piet Oothout heb ook ik goede berichten vernomen. Helaas heb ik hem niet gekend.
    Wel herinner ik mij een rapportage over hem, waarin hij Henk van Bergen zijn beste leerling noemt.
    Opmerkelijk is dat Henk van Bergen ,evenals zijn leermeester een buitengewoon getalenteerde ruiter is, die ook een afkeer heeft van de wedstrijdring. Maar des te meer bevlogen is hij als trainer. Om meer van Piet Oothout boven water te krijgen, zou de zoektocht misschien daar kunnen beginnen.
    Wat ik heel bijzonder aan John Swaab vind, is dat hij een groot voorbeeld is voor mensen die ouder worden. Velen vervallen in doemdenken van :”Ach , ik wordt hier te oud voor” of:”Ja, dit is wel mijn laatste paard” Dat hoeft dus helemaal niet zo te zijn! Aan John Swaab kan iedereen dus een voorbeeld nemen.
    Persoonlijk vind ik het jammer dat John paarden als oliekoekdom beschouwd en daarmee heeft hij zijn eigen verdere ontwikkeling en dat van zijn paarden in de weg gestaan. Ook jammer vind ik dat zijn paarden volgens zijn eigen bevindingen, niet graag bij hem aan het werk gaan. Dat kan zeker anders zijn! Dat laat onverlet dat deze veteraan veel lof toegezwaaid mag worden.
    Verder doemt uit de artikelenserie van Swaab een interessant thema op: het opwelven van de rug wat beide stromingen klassiek/modern voorstaan.
    Hoort dit te ontstaan door het hoofd naar de borst te rijden(sterke beinvloeding van de hoofd/hals positie door de ruiterhand)?
    Of moet dit ontstaan door het meer naar voren plaatsen van de achterbenen richting voorbenen met een hoofd/hals positie die op natuurlijke wijze door het paard wordt bepaald?
    Anders gezegd dient het paard een keuze te krijgen om om zijn hals zodanig in te zetten ten nutte van zijn grootst mogelijke balans en dus als gevolg grootst mogelijke ontspanning (in die opgewelfde rugpositie)?
    Sjaak Hoedjes
    Bergen NH

  • Dirk Willem Rosie

    @Sjaak Hoedjes: de zoöloog Slijper maakte in 1946 een einde aan alle foutieve manieren waarop de bouw van het paard werd voorgesteld. Hij beschreef de boog-peesconstructie, waarbij de boven- en de onderlijn van het paard elkaar op spanning houden zoals de boog en de pees dat doen in het apparaat waarmee men pijlen afschiet.
    Net als bij de boog van de pijl-en-boog, is de spanning in de paardenboog (zijn bovenlijn) variabel. De twee belangrijkste factoren die invloed hebben op het doen welven van de rug zijn: het (maximaal) naar voren plaatsen van de achterbenen en het omlaag brengen en rond maken van de hals. Het is dus niet één van tweeën, beide factoren hebben een positieve invloed op het ruggebruik.

  • Paardenfokkerij-Olympus

    @Dirk willem Rosie
    Het doet me deugd dat u mijn reacties hier goed gelezen heeft. Slijper heb ik zelf in een van mijn eerdere reacties genoemd met zijn “bow and string” principe, wat betrekking heeft op de buikspieren en de rug.
    Toch is uw reactie me net iets te kort door de bocht. Als variabele boogspanning in de rug het ultieme doel zou zijn, zou u gedeeltelijk gelijk hebben.
    Beide stromingen zijn het er over eens dat het opwelven van de rug in ontspanning kan plaats vinden bij het voorwaarts neerwaarts rijden met een”open kaak”. Beide stromingen verschillen in opvatting of deze ontspanning en aanspanning in de rug optimaal plaats kan vinden bij het diep en rond rijden. Daarbij is het kaagewricht zijn flexibele beweeglijkheid ontnomen . Deze is dan maximaal geslotenen kan nog maar een kant op. De bovenlijn van de hals is dan kunstmatig aangespannen en het is de grote vraag of deze permanente aanspanning (voor de periode dat deze duurt)ook niet: een permanente aanspanning in de rug tot gevolg heeft. Volgens de biomechanica geeft een aangespannen hals, aangespannen rugspieren, omdat dit een met elkaar verbonden spierketen is. (Zie ook de principes van de transegrity). Dit kan zich uiten in een stakkato achtige beweging,die momenteel veel waar te nemen is en die mogelijk ten onrechte positief beoordeeld wordt.
    Is deze aanhoudende spanning het geval, dan is dat in strijd met het Scala der Ausbildung dat ontspanning dik gedrukt in zijn grondvesten heeft staan. Immers spieren kunnen alleen getraind worden in een permanente afwisseling van ontspanning en aanspanning.
    Wetenschapper Slijper benadrukte ook dat de buikspieren als antagonist van de rugspieren, zich alleen aan kunnen spannen als de rugspieren zich op dat moment lang kunnen maken. Het zich samen kunnen trekken van de buikspieren is cruciaal om het ruitergewicht, zonder schade aan het paard, te dragen.
    Dus de hamvraag is kunnen de rugspieren voldoende lang worden bij deze kunstmatig verkregen ronde diepe halspositie, wanneer de buikspieren aanspannen.
    Of….. krijgen de rugspieren door de kunstmatige diepe ronde positie van de hals, die een groot deel van de rek in de bovenlangse spierketen opeist, te veel spanning waardoor ze blokkeren net achter het zadel. Allemaal zaken die de onderste treden van het skala (takt en ontspanning) behoorlijk kunnen beinvloeden.
    Terug naar de vraag of een opgewelfde rug uitgangspunt is .
    Neen uitgangspunt van de dressuur is het gewicht verplaatsen naar de achterbenen. Dat kan alleen als de achterbenen verder naar de voorbenen toekomen met inbegrip van een opgewelfde rug en hurkenbuiging. Het paard zou daarbij zelf het beste kunnen bepalen, afhankelijk van lichaamsbouw en trainingsfase, welke halspositie hem daarbij het best van pas komt. (En overbodig te zeggen: absolute oprichting is killing).
    Want…paarden zijn niet oliekoekdom.
    Sjaak Hoedjes
    Bergen NH

  • Maria vd Berg

    Indien de rugspieren niet die lengte en ontspanning kunnen geven die een actieve ondersteuning van de buikspieren vereist, is er sprake van een minpuntje op de lange lijst van voorwaarden die een talent tot een groot en bijzonder talent maken. In dit geval een fysiek minpuntje. Een ongekend aantal factoren moeten samenkomen in een paard om het te kunnen en mogen onderwerpen aan een dergelijke psychische en fysiek zware trainingsmethode. Mijn zorg gaat niet uit naar al die topatleten (paarden) die met hun topruiters getraind worden door toptrainers. Waar met zorg een paard gescreend wordt op alle factoren / vereisten, alvorens men er mee in zee gaat. Mijn zorg gaat uit naar die paarden die een dergelijke training eigenlijk niet aan kunnen, om wat voor een reden dan ook, hetgeen niet wordt onderkend en die toch heel intensief en enthousiast bijna dagelijks worden onderworpen aan deze veeleisende trainingsmethode.

    Ter illustratie; elke balletmoeder ziet haar dochtertje het liefst op spitsen dansen. Ballet; associatie is ; tutu, spitsen en spagaat. Sommige moeders beweren zelfs dat ze ‘niet voor niets voor de balletles betalen, waarom geen spitsenles?’ Ik kan u verzekeren, niet elk kind kan de spagaat maken, ze zouden hun spieren scheuren of hun onderrug ruïneren. Niet elk kind zal dus op spitsen dansen en die tutu dragen. Integendeel, van alle kinderen die op amateurniveau aan ballet doen, heeft een enkeling misschien de juiste fysieke constitutie om dit zonder kleerscheuren (= fikse blessures) er van af te brengen. Mijn advies was steevast, s.v.p. geen spitsenles op een amateurballetschool. Laat dat aan professionele academies over.

    Ziet u de overeenkomst?

  • mj kochx

    ik denk dat het grootste verschil tussen wedstrijdruiter en africhter pur sang ligt in het feit dat de wedstrijdruiter de bevestiging van zijn africhting haalt uit het wel of geen resultaat behalen ten overstaande van derden, terwijl de africhter deze bevestiging niet nodig vind en afgaat op hoe fijn de afstemming van de hulpen kan zijn en het ‘oplossen van de puzzeltjes’.
    Heb jarenlang wedstrijden gereden en dat ook leuk gevonden, maar op een gegeven moment vond ik het uitdokteren hoe je naar de optimale samenwerking komt leuker dan de stress van de wedstrijden.
    ik haal onderhand meer voldoening uit een merrie die zich vol vertrouwen in elke omgeving laat rijden en dat ik inderdaad als ze zich super gedraagt als grootste beloning onmiddellijk kan stoppen dan dat ik een proef door moet.
    Oefeningen rijden als hulpmiddel om evenwicht, nageeflijkheid en samenwerking te bereiken i.p.v. ‘omdat het daar gevraagd wordt’ is meer mijn ding.

  • mj kochx

    neemt uiteraard niet weg dat er zat mengvormen wedstrijd-africhters rondlopen …

  • Karel de Lange

    @12 Rosie
    Wat doet de romp als volgens u het paard de rug welft? Wat moeten we verstaan onder het maximaal naar voren plaatsen van de achterbenen? En brengt het paard daarbij de hals omlaag?

  • Rianne

    wat een droom… zo’n kleine 84 jaar paardrijden…:)
    wat een geluk!

  • Rieks Vermeulen

    Ja , ik ben Rieks Vermeulen , samen met jou nog wedstrijden gereden , in het jaar nul , en ik ben het zo helemaal met jou eens , de band met het paard is belangrijk, want anders valt er niets te bereiken ! Ik geef nog les en rij af en toe . En Toy is mijn hoefsmid !!!! Groeten Rieks .( heb 2 Lusitano,s , en een ezel ha ha ha .)

  • Hanneke Kraaij

    Gelukkig is de rechterhand van de heer Oothout er nog, Ger Geertsen. Ik mag mezelf gelukkig prijzen om bij hem te mogen trainen, om te leren hoe je een paard goed opleidt en idd de oefening te gebruiken om je paard te verbeteren zodat hij zo lang mogelijk mee gaat en vooral plezier in zijn werk houd zodat hij met mij kan presteren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.