Ga naar hoofdinhoud

Lastige vragen bij presentatie nieuw seizoen Global Tour

Het had een persconferentie moeten worden over het nieuwe seizoen van de Global Champions League, het miljoenenspel van Jan Tops en Frank McCourt dat onlangs, na een juridische strijd, een akkoord bereikte met de FEI. Maar in de aanloop naar de ontvangst in de Tops International Arena had de European Equestrian Federation van alle daken geschreeuwd dat dit zo niet kan. En topruiters als Kevin Staut en Steve Guerdat riepen zondag op Indoor Brabant dat de springsport nu een feestje voor de superrijken dreigt te worden.

Dus kreeg FEI-baas Ingmar de Vos – vanmiddag in Valkenswaard te gast bij zijn voormalige tegenstander Jan Tops – het zwaar te verduren. Ten overstaan van de internationale paardenpers moest De Vos antwoord geven op de vraag of hij daar nu niet zat als een ‘loser’, die na het verloren duel met Jan Tops de hele ziel en zaligheid van de sport uit handen moest geven.

Geen verliezer

Natuurlijk zag De Vos zich niet als een verliezer. “We hebben nu eenmaal te maken met mededingingswetgeving. Gaandeweg de rechtsgang met de Global Champions League zijn we met elkaar in gesprek gekomen. Ik ben heel erg blij dat we tot de oplossing zijn gekomen die we vandaag presenteren.”

Die ‘oplossing’ zat uiteraard in een uitnodigingsreglement dat niet al te knellend moest zijn. Om een stevige financiële basis onder het initiatief van Jan Tops en Frank McCourt te leggen, moesten voldoende ruiters met kapitaalkrachtige sponsors aan de teamwedstrijd van de Global Champions League mee kunnen doen. De jaarlijkse ‘fee’ voor zo’n team bedraagt namelijk 2 miljoen euro.

20 teams

De organisatoren van de GCL stelden aan de FEI de eis dat er niet minder dan 20 teams mee zouden kunnen doen. Om dat mogelijk te maken, moest de 60 procentsregeling (60 procent van de wereldranglijst vanaf nummer 1 naar beneden) voor de uitnodigingen worden opgeofferd. Door de deal die de GCL met de FEI sloot, is het nu andersom: in de praktijk heeft de GCL-organisatie met 60 procent van de deelnemers de vrije hand.

“Deze wedstrijdenserie voldoet aan alle regels van de FEI”, aldus Ingmar de Vos. “Maar om de teamcompetitie mogelijk te maken, moesten we nieuwe regels opstellen.”

Geen sponsor voor Nations Cup

De FEI-voorzitter benadrukte dat de eigen FEI-teamcompetitie, de Nations Cup, niet onder de Global Champions League hoeft te lijden. Maar voor de FEI blijft het een pijnpunt dat de bond na het vertrek van Furusiyya als ‘global sponsor’, geen andere ondersteuning voor de landenwedstrijdenserie heeft kunnen vinden.

De Vos: “Als internationale paardensportbond hebben wij nu eenmaal minder mogelijkheden, wij zijn niet zo vrij als Jan. De Nations Cup blijft ons sportieve speerpunt en ik ben ervan overtuigd dat we voor deze competitie ook weer een sponsor zullen weten te vinden.”

Gastheer Tops

Ook gastheer Jan Tops kreeg het te verduren. Of hij niet bang is dat geld nu zwaarder gaat wegen dan het sportieve succes van de echte topsport. “Zeker niet”, reageerde Tops onverstoorbaar. “De League en de Nations Cup kunnen prima naast elkaar functioneren.”

En de boze, zelfs emotionele reacties van topruiters als Steve Guerdat, Kevin Staut en Pénélope Leprevost dan, die zich sterk tegen de deal met de Global Tour hebben gekeerd? “Die hebben allemaal meegereden in de Global Champions Tour, en dat zullen ze blijven doen”, aldus Jan Tops. “Er is helemaal geen verplichting om in een team aan de Global Tour mee te doen, ook individuele ruiters komen bij ons aan de start. En die kunnen bij ons veel geld verdienen. Geld dat zij verdienen op grond van hun status als topsporter.”

Sport laten groeien

“Dat is nou juist één van de dingen die in onze sport moest veranderen. Meer aandacht, meer commercie, meer prijzengeld, meer status. Zo laten we onze sport groeien. En daar profiteert uiteindelijk iedereen van.”

Bron: Paardenkrant-Horses.nl

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.