LTO Paardenhouderij heeft een eerste inschatting gemaakt van de lange termijn-gevolgen voor de paardensector door de coronacrisis. De Nederlandse paardensector steunt economisch gezien op drie pijlers: handel, sport en fokkerij. In 2018 was het exportbelang 317 miljoen euro. In totaal wordt de gegenereerde omzet van de paardensector geschat op zo’n 1,75 miljard euro. Dat betreft dus alle activiteiten die ontstaan en leiden tot een financiële omzet omdat wij paardachtigen (paarden, pony’s en ezels) in ons land hebben.
Lees hieronder de motivatie van LTO
Pijler 1: Handel
De handel bestaat uit nationale en internationale afzet. Nationale afzet is op dit moment nagenoeg stilgevallen, al zouden er met de huidige corona-maatregelen nog beperkte mogelijkheden tot handel zijn. De internationale afzet ligt volledig stil. Er komen geen kopers meer uit het buitenland naar Nederland. Dat geeft een enorme impact, omdat met name uit het buitenland de grote investeringen in een paard komen. De vraag daarbij is ook wanneer de internationale handel weer op gang kan komen. Wanneer mag men weer gaan reizen? Zal men nog zoveel gaan reizen? Hebben investeerders nog geld voor de paardensport?
Pijler 2: Fokkerij
Nederland is een fokkerijland. De kennis over fokkerij is hoog en het klimaat is gunstig. Nederland kent op dit moment 34 stamboekverenigingen die geregistreerd staan als erkende stamboekorganisatie of bevoegde autoriteit. In totaal worden er jaarlijks zo’n 38.000 veulens geboren en geregistreerd (onderzoek WUR 2005). In de fokkerij draait alles om de seizoenen. De coronamaatregelen kunnen een stagnatie geven in de agenda, met als gevolg dat er geen waardevermeerdering aan paarden gegeven kan worden (keuringen) en dat nieuwe aanwas niet van de hand gaat (veulenveilingen) en richting 2021 voor minder fokkerijactiviteiten kan zorgen en dus in 2022 voor minder veulens. Het voorjaar (mei/juni) is het seizoen van de merrie- en veulenkeuringen en in het najaar (okt/nov) starten de hengstenkeuringen.
Pijler 3: Sport
Sport is een wezenlijk onderdeel in het ‘productieproces’ van paarden. Goede presentaties brengen een waardevermeerdering aan het paard. Nu er geen sportwedstrijden plaatsvinden worden paarden door eigenaren uit training gehaald en op de wei geplaatst. Eigenaren doen dit om kosten te besparen. Een deel van de paarden blijft in training, wat maakt dat sportstallen een deel van de werkzaamheden door moeten zetten. Naast trainingsgeld generen sportstallen veelal ook geld uit prijzengelden en handel. De vraag is wanneer de sport weer opgestart kan worden. Daarbij kunnen grote sportwedstrijden enkel op gang komen wanneer ook de grote sponsoren aan kunnen sluiten. En juist de grotere wedstrijden leveren meer prijzengeld op en betere handel. Als voorbeeld: De vijf grootste hippische evenementen in Nederland trekken jaarlijks zo’n 270.000 bezoekers. Stel, dat een bezoeker gemiddeld 50 euro aan entree, parkeren en consumpties uitgeeft, dan spreken we over een omzet van 13,5 miljoen euro. Verwachting is dat grote sponsoren minder kunnen bijdragen om de grote sportwedstrijden plaats te laten vinden.
Bron: LTO
Bizar dat LTO met geen woord rept over manege bedrijven, en pension stalling. Hebben zeker geen leden onder die doelgroep! LTO probeer een samen te werken binnen de SRP.