Eén van de voorwaarden van het Noodloket is dat de onderneming gevestigd dient te zijn buiten de woning. De enige uitzondering hierop vormden eet- en drinkgeleden, bijvoorbeeld een café waar de eigenaar boven woont. Dit ‘vestigingsvereiste’ riep echter terecht veel vragen op, ook bij hippische ondernemers.
Hippische ondernemers
Veel hippische ondernemers wonen immers op het erf van hun bedrijf en op basis van de SBI-code komen ze in eerste instantie in aanmerking voor de tegemoetkoming. Maar, nu het vestigingsadres van hippische ondernemingen veelal overeenkomt met het woonadres van de hippisch ondernemer, vielen deze ondernemers conform de vestigingsvoorwaarde alsnog buiten de boot.
Kabinet verschaft duidelijkheid
Gisteravond (7 april jl.) heeft het kabinet een verdere toelichting gegeven op het vestigingsvereiste. Hoofdregel blijft nog steeds dat de onderneming een fysieke vestiging buiten de eigen woning moet hebben. Het kabinet laat echter ook weten dat deze hoofdregel niet altijd recht zal doen aan de feitelijke situatie. Het kabinet realiseert zich dat in sommige sectoren een onderneming wél gevestigd kan zijn op het huisadres én er tegelijkertijd ook sprake kan zijn van omvangrijke periodieke lasten.
Manege op eigen erf
In het bijzonder noemt het kabinet de ‘houder van een manege op het eigen erf’. Daarom komen ook hippische ondernemingen nu mogelijk alsnog in aanmerking voor een tegemoetkoming via het Noodloket (of TOGS regeling). Er zal in dat geval wel een extra aanvullende verklaring gevraagd worden, waaruit moet blijken dat de bedrijfsactiviteiten en de (vaste) bedrijfslasten een zekere minimale omvang hebben.
Bron: Felix Hippisch