AKKRUM – Inteelt is in toenemende mate een bedreiging voor het Friese paard. Merries van het Friese ras ondervinden steeds vaker problemen met loslaten van de nageboorte. Dat concludeert dierenarts drs. Mello Sevinga uit Akkrum. De Friese dierenarts promoveert 23 september aan de Universiteit Utrecht op het proefschrift ’Retainted placenta in Friesian horses’. Sevinga stelt in zijn onderzoeksresultaten dat de inteelttoename per generatie bij Friese paarden te hoog is. De als acceptabel geachte inteelttrend is een half tot een heel procent. Bij Friese paarden ligt het ongeveer op 1,9 procent. Om deze ontwikkeling te keren zal een groter aantal dekhengsten per jaar ingezet moeten worden. Het Friesch Paarden Stamboek keurt gemiddeld negen hengsten per jaar goed voor de voortplanting. Gemiddeld worden slechts drie hengsten jaarlijks daadwerkelijk effectief ingezet als fokdier. ,,Dat is te weinig. Om de inteelttrend te keren zou het aantal effectief gebruikte dekhengsten ongeveer viermaal zo groot moeten zijn’’, aldus Sevinga. De inteelt heeft onder meer het gevolg dat bij het Friese paard de nageboorte (placenta) veel later loslaat dan bij andere paardenrassen. Normaal gesproken volgt de nageboorte een half uur na de geboorte van het veulen. Bij 54 procent van de Friese merries is dat drie uur. Door inteelt stijgt dat percentage nog steeds. Een lange ’wachttijd’ tot de nageboorte kan baarmoederontsteking tot gevolg hebben, waarna een dodelijke bloedvergiftiging kan volgen. De lange ’wachttijd’ tot de nageboorte leidt echter zelden tot sterfte omdat de aandoening is te behandelen.©ANP.JH.