Toen Leo de Bruijn het (inter)nationale springen achter zich liet, kwam de eerste betere fokmerrie op zijn stal in Liessel. Deze Iramee bracht hem Oramé, die op driejarige leeftijd als verrichtingskampioen zijn KWPN-dekbrevet met glans verdiende en tegenwoordig onder het zadel bij Jur Vrieling met hindernissen van ruim twee meter speelt.
Oramé’s moeder was drie jaar en liep de merrietest in Deurne toen Leo de Bruijn zijn oog op haar liet vallen. Voor het vrijspringen verdiende ze 80 punten en voor het springen onder de man 85. Een sportcarrière bleef echter uit. ,,Ik was net gestopt met rijden. Bovendien, een veulen zou me misschien wel 10.000 gulden opbrengen. Voordat ik dat bij elkaar gesprongen had…” Oramé was nog maar het tweede veulen dat Iramee bij De Bruijn gaf. ,,Het was beginnersgeluk”, wimpelt De Bruijn nuchter af dat hij toch wel heel vlot een goedgekeurde hengst fokte.
Jur Vrieling komt over een paar dagen met Oramé (v. Indoctro) aan de start op het Nederlands kampioenschap in Mierlo. Ter voorbereiding startte hij de hengst op Italiaanse concoursen en niet verrassend kwam hij met prijzengeld de ring uit. ,,Oramé is een superbeest. Hij springt overal overheen en heeft alle vermogen. Maar laat ik nu niet te hard pochen, want straks lukt het niet op het NK”, glimlacht Jur Vrieling.
Lees morgen het uitgebreide interview met Vrieling en De Bruijn in De Paardenkrant.
Zoveel ‘beginnersgeluk’ zou ik ook wel willen!
Ik denk dat hij sowieso al een goed oog had voor een juiste combinatie. Dat noem ik geen beginnersgeluk, maar zo’n bescheiden uitspraak siert de man wel.