In het onderzoek werd gekeken naar lintwormbesmettingen door de mest, het bloed(serum) en het speeksel te bekijken. In speeksel en serum kunnen antistoffen tegen lintworm aangetroffen worden, hetgeen wijst op een recente besmetting. In mestmonsters wordt een lintwormbesmetting aangetoond door wormeneitjes te tellen. Afhankelijk van het stadium van de levenscyclus van de lintworm, zijn de eitjes echter niet altijd in de mest aanwezig, terwijl er wel sprake kan zijn van een wormeninfectie bij het paard. Ook zijn de eitjes niet altijd evenredig door de mest verdeeld, waardoor ze gemakkelijk gemist worden.
Dertig procent
In bijna 30% van de speekselmonsters, genomen van zo’n 400 paarden in de regio Berlijn, werden antlichamen tegen lintworm gevonden. Deze antistoffen verdwijnen uit het speeksel nadat het paard behandeld is met praziquantel, al kan dat wel meerdere weken duren. De onderzoekers concludeerden dat infectie met lintwormen veel vaker voorkwam dan uit de mestanalyses bleek. Die gaven namelijk nauwelijks positieve resultaten. De getallen voor bloedserum zaten er tussenin, met ongeveer 16% besmettingen. Het analyseren van speeksel is waarschijnlijk een goede methode om besmettingen met lintworm vast te stellen, zeker omdat mestmonsters dus lang niet altijd betrouwbaar zijn.
Bron: Horsetalk / Horses.nl