Een primair paardenbedrijf heeft ingaande en uitgaande stromen. De belangrijkste ingaande stromen zijn ruw- en krachtvoer, strooisel, eventueel (kunst)mest, elektriciteit, gas en water. Als belangrijkste uitgaande stroom kan mest worden aangemerkt, maar ook afvalwater en (rest)warmte vallen hieronder.
Voer
Om te onderzoeken of het voor een bedrijf lonend is om zelfvoorzienend te worden qua voedselvoorziening voor de paarden, is gebruikgemaakt van de ‘ecologische voetafdruk’ van paarden. Voor paarden gaat het hierbij om de hoeveelheid aardoppervlakte die een paard nodig heeft om in de ruwvoerproductie te kunnen voorzien. Onderzoekers van de universiteit van Wageningen concludeerden dat een paard 0,35 hectare goed vruchtbare landbouwgrond nodig heeft. Het dilemma hierbij is: moet een bedrijf zelf investeren in deze oppervlakte of kan volstaan worden met de aankoop van ruwvoer? De berekeningen van het onderzoek wijzen uit de optie van ruwvoer aankopen een stuk goedkoper is.
Mest
De ecologische voetafdruk gaat verder dan alleen de voedselproductie, ook de mestproductie van de paarden speelt een rol. In 2012 is het Nederlands Hippisch Kenniscentrum een samenwerking gestart met Staal Agritec, Paard & Zo en stichting iNSnet om te onderzoeken of mest gerecycled en geherconditioneerd kan worden, zodat het opnieuw als bodembedekking kan worden gebruikt. Deze tweede ‘ronde’ zou dan in de vorm van korrels zijn. Een reststroom uit deze recycling levert ook pellets op voor biomassakachels.
Een tweede manier om de mest te herwaarderen voor eigen gebruik is de mest te vergisten en deze om te zetten in energie. De output van de vergister is gas, maar dat kan vervolgens ook omgezet worden in elektriciteit. De totale elektriciteitsbehoefte kan hiermee gedekt worden. Recent zijn er nieuwe technieken ontwikkeld om rendabel te vergisten.
Elektriciteit kan ook gewonnen worden uit zonnepanelen. Deze panelen zijn inmiddels al zeer rendabel.
Water en warmte
Het is mogelijk om een deel van het benodigde water zelf te winnen uit regenwater. De algemeen gehanteerde stelregel is dat ongeveer een derde van het gebruikte water vervangen kan worden door regenwater. Een ander, al langer bestaand alternatief is om grondwater te gebruiken. Er kan zelfs drinkwater gewonnen worden uit diepe putten.
Warmte is te winnen uit de eerder genoemde mestvergister waarbij het gas gebruikt wordt voor de cv-installatie. De laatste jaren is een nieuw systeem in opkomst: de warmtepomp. Een warmtepomp kan warmtebronnen gebruiken die normaal niet direct bruikbaar zijn, zoals warmte uit buitenlucht, oppervlaktewater en grondwater. Door toepassing van een warmtepomp kan het gebruik van fossiele brandstoffen verminderd worden, al is er wel wat extra elektriciteit nodig om de pomp aan te drijven.
Alle resultaten van het onderzoek worden gepresenteerd in de nieuwe editie van De Paardenkrant Extra. Meer weten over hoe een bedrijf zelfvoorzienend te maken is en de berekeningen van het onderzoek inzien? Bestel De Paardenkrant Extra nummer 5 of neem een abonnement!