Ga naar hoofdinhoud

Schade aan gebit te verhalen bij paardentandarts?

Vraag: In september 2011 is de paardentandarts bij mijn paard geweest voor een eerste controle. Deze tandarts haalde er twee wolfstanden uit en verrichte het nodige vijlwerk. De twee daaropvolgende jaren heeft hij opnieuw behandelingen uitgevoerd. In december 2014 heb ik met een andere tandarts een afspraak gemaakt. Deze constateerde binnen 30 seconden dat mijn paard 2 afgebroken wolfstanden in haar mond heeft die haar behoorlijk veel pijn bezorgden.

De tandarts heeft een poging gedaan om de afgebroken tanden te verwijderen en dat is maar met één gelukt, voor de tweede tand gaan we naar de kliniek. Mijn vraag is: kan tandarts nr. 1 die mijn paard deze schade toegebracht heeft en haar daarna nog 2 keer behandeld heeft en dit niet geconstateerd heeft hier zo maar mee weg komen? Kan ik deze tandarts die ons deze ellende bezorgt heeft aansprakelijk stellen en om een schade vergoeding vragen?

Antwoord Schelstraete Advocaten

In onderhavige kwestie gaat het om een paardengebitsverzorger welke zijn behandeling niet behoorlijk heeft uitgevoerd. We spreken hier van een toerekenbare tekortkoming oftewel een wanprestatie. In de wet wordt bepaald dat iedere tekortkoming in de nakoming van een verbintenis verplicht de schuldenaar (= de paardengebitsverzorger) de schade die de schuldeiser (= de paardeneigenaar) daardoor lijdt te vergoeden, tenzij de tekortkoming niet aan de schuldenaar kan worden toegerekend.

Voordat de schuldeiser aanspraak kan maken op schadevergoeding dient er aan een aantal wettelijke vereisten te worden voldaan.

Klachtplicht
De paardeneigenaar moet binnen bekwame tijd nadat hij het gebrek heeft ontdekt (of redelijkerwijs had moeten ontdekken) protesteren bij de gebitsverzorger. Indien de paardeneigenaar dit nalaat te doen kan dit als gevolg hebben dat zij op het gebrek geen beroep meer kan doen en dus ook geen schadevergoeding meer kan vorderen. Dit noemen we de klachtplicht (artikel 6:89 Burgerlijk Wetboek).

Verzuim ná ingebrekestelling
Om vervolgens als schuldeiser ook aanspraak te kunnen maken op schadevergoeding dient de gebitsverzorger in verzuim te zijn. Verzuim kan intreden met óf zonder ingebrekestelling. Uit art. 6:82 Burgerlijk Wetboek valt de volgende omschrijving van een ingebrekestelling af te leiden: een ingebrekestelling is een schriftelijke aanmaning aan de schuldenaar om alsnog na te komen binnen een redelijke termijn.

De functie van een ingebrekestelling is dus sommeren tot nakoming. Pas als de gestelde redelijke termijn is verstreken zonder dat is gepresteerd, is de schuldenaar in verzuim en aansprakelijk voor het niet nakomen. De hoofdregel voor verzuim is, dat deze intreedt zodra de redelijke termijn is verstreken, die in de ingebrekestelling is vermeldt en de schuldenaar niet is nagekomen gedurende die termijn.

Verzuim van rechtswege
In een aantal gevallen treedt het verzuim in zonder dat hiervoor een ingebrekestelling aan vooraf is gegaan. Dit wordt geregeld in artikel 6:83 BW. Denk hierbij aan het geval dat er door partijen een fatale termijn is afgesproken, indien deze verstrijkt zonder dat is nagekomen is er zonder meer sprake van verzuim zijdens de schuldenaar. Daarnaast is geen ingebrekestelling vereist indien uit een mededeling van de schuldenaar al kan worden afgeleid dat deze zal tekortschieten. In dit laatste geval zou het verzenden van een ingebrekestelling ook geen nut hebben. Buiten de situaties die staan omschreven in artikel 6:83 BW kan de redelijkheid en billijkheid met zich meebrengen dat geen ingebrekestelling is vereist. Wellicht dat in deze casus kan worden betoogd dat een ingebrekestelling met daarin een redelijke termijn om alsnog na te komen niet vereist is daar het in alle redelijkheid van de eigenaresse van het paard niet kan worden verwacht dat zij nog langer wacht met de herstelbehandeling van het paard en voorts het vertrouwen in de eerste ‘deskundige’ zo is beschadigd dat zij haar paard niet opnieuw door deze gebitsverzorger wil laten behandelen.. Of er sprake is van een situatie waarin het verzuim intreedt zonder dat er een ingebrekestelling is verzonden zal door een rechter worden beoordeeld met inachtneming van alle omstandigheden van het geval.

Blijvende onmogelijkheid – geen verzuim vereist

Is het overduidelijk dat er sprake is van een blijvende onmogelijkheid dan kom je aan verzuim niet toe. In dat geval is de schuldenaar ex artikel 6:74 BW zonder meer aansprakelijk voor de geleden schade.

Of in deze casus sprake is van blijvende onmogelijkheid is een punt van discussie. Wellicht had de gebitsverzorger alsnog kunnen nakomen door de aangerichte schade te herstellen. Dit is op voorhand niet met zekerheid te zeggen. Je kunt je overigens wel afvragen of het redelijkerwijs van de paardeneigenaar kan worden verwacht dat zij de 1e gebitsverzorger opnieuw haar paard laat behandelen om de door hém aangerichte schade te verhelpen. In dit soort kwesties kan ik me goed voorstellen dat al het vertrouwen in de betreffende deskundige weg is en het om die reden ook niet meer gewenst is de schuldenaar opnieuw het paard te laten behandelen, maar dat terzijde. Om deze discussie te voorkomen doet een schuldeiser er verstandig aan, indien mogelijk, de schuldenaar de mogelijkheid te geven over te gaan tot nakoming, ook indien er waarschijnlijk sprake is van een blijvende onmogelijkheid. Wanneer je de schuldenaar in gebreke stelt loop je als schuldeiser niet het risico dat je geen aanspraak kan maken op schadevergoeding vanwege het ontbreken van een ingebrekestelling.

Vergoedbare schade
Voorts komt aan de orde voor welke schade de gebitsverzorger aansprakelijk kan worden gesteld. Uiteraard komt enkel die schade voor vergoeding in aanmerking die in causaal verband staat met de wanprestatie. Bij alle schadeposten die de paardeneigenaar wenst te vorderen geldt dat het aan de paardeneigenaar is deze schade aan te tonen en dus concreet te onderbouwen. In deze kwestie komen de kosten voor de ‘herstelwerkzaamheden’ in ieder geval voor vergoeding in aanmerking. Voor de overige schade, denk hierbij bijvoorbeeld aan het paard wat drie jaar met pijn heeft rondgelopen, kan het maar de vraag zijn of deze ook voor vergoeding in aanmerking komen en welk bedrag hieraan kan worden gekoppeld.

Wanneer je als eigenaar van een paard geconfronteerd wordt met een dergelijke wanprestatie is het in alle gevallen belangrijk dat je tijdig klaagt bij de wederpartij. Voorts verdient het de aanbeveling de persoon welke in gebreke blijft de gelegenheid te bieden zijn tekortkoming alsnog te herstellen door de verzending van een ingebrekestelling met daarin een redelijke termijn waarbinnen alsnog kan worden nagekomen.

Deze vraag is beantwoord door mr. Luc Schelstraete en mw. Nikki Hamers van Schelstraete Advocaten.
Voor meer informatie neem contact met ons op via [email protected] of bezoek onze websites www.schelstraete.nl & www.europeanequinelawyers.com.

Klik hier voor alle artikelen van Schelstraete Advocaten.

2 reacties op “Schade aan gebit te verhalen bij paardentandarts?

  • jos wouters

    Ik denk dat je je ook kan afvragen,heeft de eigenaar van dit paard een gecertificeerde tandarts geraadpleegt,nu ten dag noemt men het gebitsverzorger.Want gebitsverzorger kan iedereen zijn omdat dit wettelijk geen beroep is waar een specifieke opleiding voor staat,hetzelfde geldt voor hoefsmid.
    Vaak word uit oog punt vanwege kosten, omdat een gebitsverzorger zelf geen verdoving mag zetten ,waardoor een dierenarts moet komen spuiten ,gekozen voor een goedkoper alternatief.
    Vraag aan eigenaar ,had uzelf de gebreken of mis standen in de paardenmond gezien,zo ja had u kunnen kiezen voor een erkende paardentandarts(destijds waren dit veelal DA),en was niet waarschijnlijk niet gebeurt.Uit ervaring uit mijn eigen bedrijf weet ik ,als we iets gemaakt hadden en er was een meningsverschil,en de opdrachtgevers lieten iemand anders komen kijken ,was er altijd gezeur,want het zo of zo gemoeten.ik zou deze eigenaar willen mee geven,dat wanneer er 3 jaar eerder iets in de mond gedaan is ,en jezelf in die jaren geen verschil merkt met rijden,terwijl het paard verschrikkelijk pijn heeft (volgens de tweede gebitsverzorger),heb je dan zelf niet het verstand en gevoel of gevoel iets klopt er niet.Want ik zie en merk aan mijn paarden als er iets niet klopt.Ik denk dat vandaag de dag te vlug naar anderen wordt gewezen.Als u zich nu zelf zou hebben overtuigd datgene wat gedaan is ,is goed gebeurd,tenminste bij verwijdering van een wolfstand wil ik hem zien, na de behandeling vraag ik of ik erin mag kijken ,om het verschil te zien met voor de behandeling.Welke pijn zou het paard hebben gehad,er zijn paarden die hun leven lang wolfstandjes hebben of hebben gehad.

  • Annemarie

    Hier een reactie op de reactie van Jos Wouters.
    Ik vraag me af of er zoiets bestaat als een certificering voor paardentandartsen. Ik heb er in ieder geval nog nooit van gehoord. Daarnaast hoeft het niet zo te zijn dat een gecertificeerd iemand onmogelijk dit soort vreselijke dingen uitspookt. Het blijven tenslotte mensen. Al met al is het vreselijk voor het paard en de eigenaar die achteraf hoort dat haar paard heel veel pijn moet hebben.
    Ik hoop dat het arme dier inmiddels verlost is van de pijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.