Heb jij af en toe het gevoel dat je een paar euro’s extra in je paard moet gooien voordat hij eens vooruit wil? Of juist precies het tegenovergestelde: een paard waarvan je niet zeker weet of er eigenlijk wel een rem op zit? Met een paar simpele maatregelen kun je vaak toch samen door één staldeur.
Niet vooruit te branden
Een paard is meestal niet zomaar liever lui dan moe. Het kan een stukje karakter zijn – de winnaarsmentaliteit ontbreekt – of hij is langzaam vanwege de ruiter. Door een rijtechnisch probleem, pijn of gewoon geen plezier meer te hebben in het werk. Waar kun je op letten?
1. Sluit eerst lichamelijke problemen uit. Als je paard een zere rug heeft kan hij dit duidelijk maken met staakgedrag.
2. Geef je paard veel afwisseling in het werk zodat hij gemotiveerd blijft. Elke dag een uurtje rondsloffen in een rijbaan van 20 x 40 m vinden veel paarden saai. Ga niet te lang door met één oefening en doe ook eens wat anders. Zet een slalomparcourtje uit of ga een keer springen. Juist intelligente paarden vervelen zich snel.
3. Doe eens iets compleets onverwachts in je oefeningen. Ga eens wijken voor het been op een vreemde plek of breek een oefening halverwege af en ga verder met iets anders. Zo voorkom je dat je paard overstapt op de automatische piloot.
4. Langzame paarden nodigen al snel uit tot drijven, drijven en nog eens drijven. Vreselijk vermoeiend voor jou als ruiter en absoluut niet effectief. Je paard wordt alleen maar ongevoelig voor je been. Zorg ervoor dat je paard op een kleine hulp blijft reageren. Geef eerst een normale, kleine beenhulp. Geen reactie? Dan een keertje steviger doorkomen (met je been of een tikje met de zweep). Daarna goed belonen, ook als je paard een keer iets te veel wegschiet naar voren.
5. Ga lekker naar buiten met je paard. Dit bevordert bij de meeste paarden de looplust, dus kan jij je hulpen klein houden. Bovendien kun je ook in het bos gewoon verder met je training; op een breed bospad is een appuyement oefenen geen enkel probleem.
Vliegende vaart
Sommige paarden stappen al weg voordat je goed en wel zit. Vervolgens laten ze je op topsnelheid alle hoeken van de bak zien. Niet echt prettig als je voor de ontspanning even lekker wilt paardrijden. Hoe maak je van je snelheidsduivel een hanteerbaar paard?
1. Sluit ook nu eerst lichamelijke problemen uit. Als je paard ergens pijn heeft, kan hij dit uiten met staakgedrag, maar ook juist met vluchtgedrag.
2. Geef je paard niet de kans om in zijn eigen tempo rond te crossen. Op een lange zijde aan de teugels hangen helpt absoluut niet. Je paard wordt hard in de mond en zal alleen maar harder gaan lopen. Rijd eventueel kleine figuren om je paard bij je te houden; op een kleine volte moet je paard wel gas terug nemen.
3. Maak veel tempowisselingen zodat je paard leert op jouw aanwijzingen te wachten. Als je een overgang rijdt tijdens een zijgang komt je paard makkelijker terug in tempo.
4. Begin rustig met stap en draf voor je gaat galopperen. Laat het paard in deze gangen gebalanceerd en in jouw tempo lopen voor je een overgang maakt naar de galop.
5. Blijf zelf rustig, je paard neemt makkelijk jouw stress over en zal alleen maar harder gaan lopen. Ben je zelf een enorme stresskip? Koop dan geen snelheidsduivel, paardrijden moet wel leuk blijven, voor zowel paard als ruiter.