De organisatie van CHIO Rotterdam sprak met Adelinde Cornelissen over haar afgelopen deelname, waar ze beide nationale Grand Prix-rubrieken won met Fleau de Baian (v. Jazz). Cornelissen blikt terug op het CHIO en vooruit op de komende tijd: "Mijn eerstvolgende concours is De Peelbergen eind juli, de laatste observatie voor het EK later dit jaar in Riesenbeck. Daar zou ik graag heen willen, maar daar heb ik niets over te vertellen. Het enige wat ik kan doen is zo goed mogelijk rijden, zorgen dat Fleau steeds beter wordt, puzzelen hoe ik dat voor elkaar moet krijgen en mijn best doen."
“Ik bedoel, het is natuurlijk heel mooi dat Fleau en ik die weg naar boven hebben gevonden, maar de beslissingen liggen bij de bondscoach. Aan mij zal het niet liggen. Al wil ik wel benadrukken dat ik alleen naar een kampioenschap wil als we daar iets te zoeken hebben, ik wil geen opvulling van de startlijst zijn.”
Blij en fit houden
Fleau de Baian zit nog steeds in de ‘flow’ volgens Cornelissen: “Nog steeds dezelfde vorm lijkt het. Als een paard eenmaal op dit niveau loopt, hoef je niet heel hard meer te trainen. Tussen wedstrijden door rijd ik vaak buiten, doe de galoppeerbaan, eigenlijk van alles om hem blij en fit te houden. In aanloop naar een concours ga ik pas weer wat meer proefgericht werk doen.”
Losrijden bij het pannekoekenhuis
Over de editie 2023 van CHIO Rotterdam zegt Cornelissen: “Dit jaar was ik heel blij met het feit dat we weer mochten losrijden voor pannenkoekenhuis De Big. In het bos was ook prima hoor, maar ik hou ervan om de losrijring wat dichterbij de hoofdring te hebben. Ik kan me wel voorstellen dat niet iedere ruiter blij was met de nieuwe opzet van de korte zijde aan de kant van de hoofdingang. Die is nu open en betrekt meer publiek bij de wedstrijd, maar sommige paarden zullen daardoor makkelijker afgeleid zijn. Mij zul je daar niet over horen, want Fleau kijkt daar niet eens naar. Maar ieder concours heeft zijn voors en tegens, mij zul je niet horen klagen en ik kom altijd wanneer daar mogelijkheid voor is.”
Bron: CHIO Rotterdam