Ga naar hoofdinhoud

Drup aan de neus

Opinie
F-One USA (v. Toulon) - Foto: Jacquelien van Tartwijk
Ik had, heb en houd gemengde gevoelens bij het KWPN-verrichtingsonderzoek. Bewondering en verwondering streden zaterdag bij de eindbeoordeling om de voorrang.

Wie min of meer prestatief met driejarige paarden werkt, wandelt bijna per definitie langs de afgrond van het dierenwelzijn. Uit allerlei onderzoek blijkt dat jonge paarden prima arbeid kunnen verrichten, maar er komt heel veel expertise bij kijken om dat verantwoord te doen. Bovendien bepaalt steeds het individuele paard de grens, niet de te leveren prestatie.

Veilige afstand

De mensen die betrokken waren bij het voorjaarsonderzoek van de rijpaard- en Gelderse hengsten laveerden knap en op veilige afstand langs die afgrond. Eén springhengst kon al die publieke belangstelling niet zo snel verwerken, maar ruiter Dave Maarse en de mensen op de grond bleven heel rustig en behulpzaam om de hengst uiteindelijk dan toch de weg naar de hindernissen te laten vinden. Knap!

Objectief

Ook het KWPN zelf onderscheidt zich met zijn verrichtingsonderzoek. Er is geen tweede stamboek in de wereld dat zoveel informatie over zijn fokdieren verzamelt en ter beschikking stelt aan de fokkers. Als mensen mij vragen wat ik van een jonge hengst vind, zeg ik vaak: lees ook nog even het onderzoeks- en trainingsrapport door. Daar staat objectief wat vakmensen over de hengst te weten zijn gekomen.

Hooggeleerd

Alleen: wat kúnnen vakmensen over jonge paarden te weten komen? Het is alsof een commissie van hooggeleerde pedagogen en psychologen zich op een basisschool over groep 6 buigt. Daar komt ongetwijfeld een doorwrocht rapport uit. Maar wat is daarvan de relevantie? De Zuidas wacht echt tot de bul in de tas zit voor zij begint te rekruteren.

Hoe vaak hebben ook professionele paardenhandelaren niet met een drup aan de neus gestaan? Hoeveel echte toppaarden zijn er nou eigenlijk uit de zeer strenge selectie op driejarige leeftijd voortgekomen?

Kromme van Gauss

Wie in de moderne sportpaardenfokkerij een beetje mee wil komen, kan het zich niet permitteren om de kromme van Gauss op zijn fokkerij los te laten. Die normaalverdeling is helaas ook op het KWPN-verrichtingsonderzoek van toepassing: slechts een enkele hengst is ver van de middelmaat der goedgekeurde hengsten verwijderd. De meeste hengsten die op jonge leeftijd de zegen kregen vormen geen bijdrage aan de genetische waarde van de moederlijn.

IJzersterke stam

Meer en meer is het opbouwen van een ijzersterke stam hét antwoord op afzetproblemen. Wie zijn fokproducten jong wil verkopen, moet het water in de mond van zijn klant laten lopen. Dat lukt niet met een hengst die volgens de berekeningen van het KWPN het populatiegemiddelde zo leuk heeft opgeschroefd, maar die vervolgens zelf de grote sport niet aankon.

Dirk Willem Rosie, hoofdredacteur
[email protected]

Eén reactie op “Drup aan de neus

  • Wim Impens

    Beste columnist

    Wat ben ik toch blij dat je even vermeldt dat het het KWPN zich zelf onderscheidt met zijn verrichtingsonderzoek. Wat ben ik toch blij dat er nog stamboeken zijn die cijfertjes durven publiceren. Indien stamboeken geen foktechnische taken meer ernstig nemen, zouden we dan niet beter overgaan tot een eenvoudig registratiebureau van paarden en afstamming. Uiteraard is de ultieme proef het sportieve werk van een paard. Maar is paarden fokken niet meer? Waarom niet meer studiewerk welk paard nu moet gefokt worden? Waarom steeds verdedigen dat er meer en meer een vrij beleid moet zijn? Er wordt steeds meer en meer aangehaald dat minder strikt geleide stamboeken beter paarden fokken. Doch deze stamboeken halen steeds hun info uit organisaties die wel inspanningen leveren om info te verwerven. Hierbij toch een oproep om wel verder te werken aan info die gebaseerd is op objectieve gegevens.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.