Sjak heeft zijn roots in Limburg liggen waar hij opgroeide in een echt paardengezin op een loonbedrijf. Broer Wiljan vond zijn weg in de internationale springsport. “Ik ben in de dressuur gaan vanwege mijn slechte rug, daar had ik veel last van met al die balken van de grond rapen, want dat moest je zelf doen.. Daarbij hebben we meekregen dat je nooit mocht springen voor je Z-dressuur was.” Ook werd er thuis vanaf begin van de Welshpony in Nederland op niveau gefokt. Dat ‘gaan voor het beste’ heeft Sjak vooral van zijn vader en ook Vai heeft haar gedrevenheid van haar ouders meegekregen.
‘Sommige paarden hebben een vierde en vijfde gang’
Bij stal Laarakkers staat het opleiden van het jonge paard centraal en wel naar het aller hoogste niveau. “Het mooiste is om een jong paard op te leiden, dan weet je precies hoe het in elkaar steekt. Krijg je een tienjarig paard kant en klaar dan heb je nog tien maanden nodig om aan elkaar te wennen.” Volgens Sjak kun je bij een vier- à vijfjarige al aardig inschatten of het de skills heeft voor de Grand Prix. “Sommige paarden hebben van nature die vierde en vijfde gang; aanleg voor passage en piaffe. Dat voel je als je ze iets sluit en hoe ze reageren op het schakelen. Sommige merriestammen hebben dat talent ook in de genen.”
‘Gemak en souplesse dat moeten ze hebben’
Voor Vai geldt dat een paard bij haar moet passen. Daarbij refereert ze aan haar oogappel Darabel (v. Westpoint). De merrie met een fluwelen mond die gekenmerkt wordt door haar souplesse en gummi. “Ja het liefste rijd ik Grand Prix. Maar het mooiste is dat je een paard van jongs af aan opleidt. Je kent ze dan door en door, maar het is wel een lange weg.” De overstap naar de zware tour ligt dit jaar in het verschiet. Vai stelde ook Darabels goedgekeurde zoon Kilimanjaro (v. Bordeaux) voor en volgens Sjak hebben moeder en zoon heel veel van elkaar weg. “Gemak en souplesse dat moeten ze hebben, kracht is trainbaar.” Voor Sjak is het dan ook duidelijk: “Het gemak, daar gaat het in de dressuur naar toe. Het moet er makkelijk uitzien, alsof alles vanzelf gaat.”
Hengstenstal
In de hengstenstal prijken naast ‘Killi’ Ebony (v. Painted Black), de onlangs bij het KWPN ingeschreven Cum Laude (v. Apache) en de AES goedgekeurde Kadym BM (v. Ferdinand), terwijl de imponerende All at Once (v. Ampere) overkwam uit Noord Holland met Yessin Rahmouni om zijn talent voor passage en piaffe toonden. Vai liet die kwaliteiten van de werkwillige Ebony ook zien onder het zadel.”
‘Altijd opzoek naar het gouden draadje’
De hengstenstapel is voor een heel groot deel te danken aan stal 104. Willeke Bos begon haar echte fokkerscarrière in 2007 met de aankoop van tien merries en tien hengstveulens op de veilingen. Ze bleek een onwaarschijnlijke neus voor talent te hebben. “Eigenlijk ben ik altijd op zoek naar het gouden draadje. Ze moeten echt opvallen.” En bij toeval kreeg ze ook de Negro-merrie Atilinda M in handen. Dat alles leidde tot grote successen met bijvoorbeeld in 2018 zowel de kampioen op de hengstenkeuring met Jameson RS2 (v. Blue Hors Zack) als NMK-kampioen Jatilinda (v. All at Once), beide komend uit Atilinda.
Management
Het is het hele management dat stal Laarakkers zo succesvol maakt. “Alles moet kloppen. Je hebt elkaar nodig om tot topprestaties te komen”, aldus Sjak. Zo kwamen veterinair Willem van Kampen Arjan Smits, voedingsadviseur van Pavo, en fysiotherapeut/ equine chiropractor Solange Schrijer hun verhaal doen waardoor zichtbaar werd hoe de puzzelstukjes in elkaar passen.
‘Ruwvoer is de basis’
“Ruwvoer is de basis”, aldus Smit die daarbij meteen aangeeft dat het van groot belang is dat elk paard ruwvoer van goed kwaliteit krijgt en dat die kwaliteit eenvoudig te bepalen is via de quick scan. Voor de gezondheid van een veulen is het geven van speciale brokken vanaf drie maanden voor de geboorte zeker aan te raden. Waarbij Smit aangeeft dat een te magere merrie niet meer brok moet krijgen, maar juist meer energie uit vet. Ook voor de opfok wordt speciale brokken geadviseerd vanwege de sterke groei en daarbij een optimale calcium fosfor verhouding.
Veterinaire begeleiding
De veterinaire begeleiding bij Stal Laarakkers is in samenwerking met Van Kampen van Dierenkliniek Wolvega vooral gericht op preventie. “Op tijd onderkennen van een probleem is essentieel. Soms voel je meer dan dat je ziet. Als Vai zegt dat er iets niet pluis is, dan is er ook iets.”
Optelsom
Solange Schrijer bracht onder meer de overgang van romp-hals ter sprake. Die is door de specialisatie naar de dressuur steiler geworden. ”Natuurlijke oprichting wordt vaak verkeerd geïnterpreteerd. Het is niet alleen de voorkant, maar het is ook een onder tredend achterbeen enzovoort, een optelsom dus.” Zij vroeg daarbij ook extra aandacht voor de onderlijnaanspanning.
Tot slot kwamen er nog een paar topmerries voorbij waarbij Sjak, Vai en Willeke open stonden voor advies in de hengstenkeuze.
Bron Horses.nl
De moderne paardenwereld zit vol met onbegrijpelijk jargon en fabels. Een vierde of vijfde gang bestaat helemaal niet. Een goed gebalanceerde piaffe is een verheven, verzamelde arbeidsdraf op de plaats zonder zweefmoment en de passage is een verheven, verzamelde arbeidsdraf met zweefmoment. Beide hogeschool oefeningen zijn altijd gevolg van een goede klassieke rijopleiding waarin verzameling en balans de ultieme graad van de scholing zijn. Van belang daarbij is dat de paarden een goede tactmatige en goed gebalanceerde arbeidsdraf kunnen demonstreren. Zonder een goed gebalanceerde arbeidsdraf is er ook geen goede midden draf en ook geen goede uitgestrekte draf maar ook geen piaffe, passsage en appuyement. Bovendien is de arbeidsdraf zowel voor spring- als dressuurpaarden bij uitstek de scholingsbeweging en zou de aandacht veel meer daarop gericht moeten zijn.
Helemaal met bovenstaande eens. Wij zitten in nederland echt op het verkeerde pad. Nederlandse begrippen als een vierde en vijfde gang of een tweede draf kennen ze daar niet. En dat is niet omdat ze er daar geen verstand van hebben. In tegendeel…