Ga naar hoofdinhoud

Is de bonusregeling voor tuigpaardhengsten zinvol?

Info@
Al vele jaren bestaat er een bonusregeling voor tuigpaardhengsten om de inteelt in deze fokrichting terug te dringen. Op grond van hun afstamming kunnen deze hengsten met bonuspunten alsnog worden aangewezen voor de tweede bezichtiging en eventueel worden goedgekeurd. Dit jaar zijn die bonuspunten opgehangen aan het verwantschap. Deze moest dan minder zijn dan het gemiddelde van elf procent en vier hengsten mogen daardoor naar de volgende ronde.

Maar zitten de fokkers wel te wachten op deze foktechnisch interessante maar exterieurmatig vaak mindere goden en draagt het wel bij aan het fokdoel? Kortom: is de bonusregeling zinvol?

Van: Paardenkrant-Horses.nl
Aan: Nico Calis, Berend Huisman, Jan van Manen


Van: Nico 

Nico Calis, tuigpaardfokker, -rijder en -eigenaar.

De bonusregeling zou zeer zinvol zijn als die goed gehanteerd zou worden. Maar helaas is dat momenteel niet zo. Als je luistert naar het commentaar van de jury, dan is een paard dat bonuspunten krijgt eigenlijk een slecht paard. Daar zitten de fokkers zeker niet op te wachten. Gebleken is dat de fokkers bijvoorbeeld in 2015 verreweg de meeste dekkingen lieten verrichten door de hengsten met de hoogste inteeltcoëfficiënt.
Dit jaar werd ineens het verwantschap gehanteerd bij de bonusregeling. Ik vind het kwalijk dat dit niet eens in de fokkerijraad, de hoogste instantie, is besproken. Ooit was daar Aron die dankzij bonuspunten werd goedgekeurd en ik vond dat destijds goed en gedurfd. Inmiddels worden hengsten met bonuspunten eigenlijk negatief afgeserveerd, zo voelt dat tenminste, en fokkers zitten daar zeker niet op te wachten.
Ik denk dat de hengstenjury beter positieve fokadviezen zouden kunnen geven. Ook vind ik dat er veel meer gekeken moet worden naar de sportprestaties en dat sport meer gewaardeerd moet worden. Daarbij moeten de juryleden ook beter geïnformeerd zijn over de afstamming en sportprestaties in de afstamming. Bekend is dat Hackneys aan de hand minder presteren. Zo’n hengst moet je geen trap na geven met bonuspunten, maar een kans geven in tuig te laten zien wat hij kan en dan eventueel met een positief fokadvies inschrijven. Dat inteelt terug gedrongen moet worden is één ding dat zeker is, maar dan moet het bonussysteem wel op een goede, positieve manier worden gehanteerd.


Van: Berend 

Berend Huisman, fokker, opfokker en oud-bestuurslid JongKWPN.

Ik vind de bonusregeling zinvol, zeker op gebied van verwantschapspercentage. Vanuit de Europese regelgeving is de tuigpaardfokkerij het ook verplicht om het inteeltprobleem te bestrijden. Maar exterieurmatig mindere hengsten, daar zit de fokkerij niet op te wachten. Ik vind dat we het mooie tuigpaardtype moeten behouden en dat we goed moeten letten op het karakter.
We moeten proberen de fokkers meer bewust te maken om eens een andere hengst te proberen. Ik zie daarvoor een belangrijke rol voor de inspectie en veulenveilingcommissie. Zij komen immers bij de mensen aan de keukentafel en kunnen dan fokadviezen geven. Fokkers prikkelen kan bijvoorbeeld ook, door middel van vier zaken. 1. Stimuleer om veulens met een aparte bloedvoering op te geven voor de veiling en geef ze daar een podium. 2. Maak een lijst met veulens met een aparte bloedvoering en probeer als KWPN fokker en opfokker bij elkaar te krijgen om zo een hengst minimaal tot de eerste bezichtiging te bewaren. 3. Hengstenhouders stimuleren om hengsten met bijvoorbeeld veel Hackneybloed ter dekking te stellen in andere fokgebieden. 4. Extra prijs voor de hengst met het laagste verwantschapspercentage.
Een andere mogelijkheid is om nog een keer een hengst uit een ander fokgebied proberen te halen. Saddlebreds zijn er ook in Zuid-Afrika of Undalata’s Nutcracker in Amerika. We zien nu een aantal keren Marvel terugkomen in de tweede of derde generatie en die geeft toch wel hardheid en luxe. Het gebruik van deze hengsten betekent wel denken in generaties.


Van: Jan 

Jan van Manen, hengstenhouder.

Ik denk dat het goed is dat die bonusregeling er is, de grote beslissing valt namelijk toch met het verrichtingsonderzoek. Foktechnisch interessante hengsten met een laag verwantschap moeten zeker een kans krijgen. Deze hengsten moeten natuurlijk exterieurmatig wel voldoen, maar we moeten aan de inteelt denken. Als deze hengsten met vrije bloedvoeringen aan de hand net even wat minder lopen, moeten we ze zeker gaan testen. In het verrichtingsonderzoek hoeven ze niet meteen top, maar wel voldoende presteren. Dan kunnen ze zeker een goede bijdrage leveren.
Wij proberen als hengstenhouders de fokkers ook wel te stimuleren af en toe ander bloed te gebruiken. We hebben nog wel wat in de diepvries zitten van deze hengsten, maar ze gebruiken dat zelden. Onverwante hengsten dekken nu meestal niet de goede merries en dat is wel een probleem. Het zijn uiteindelijk de fokkers die beslissen, zij moeten deze bonushengsten ook willen gebruiken.

 

Deze Info@ verscheen woensdag 11 januari in De Paardenkrant. Nog geen abonnee? Sluit dan hier een (online) abonnement af.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.