Fokker Sjef Cornelissen doet weinig aan de voorbereiding van zijn merries voor de stamboekkeuring, vertelt hij elders in deze krant. “De aanleg moet aangeboren zijn, als het er in zit komt het er wel een keer uit”, is de fokker overtuigd.
Cornelissen is zeer succesvol in de fokkerij en fokte al talloze internationale sportpaarden, en heeft daarmee absoluut recht van spreken. Toch geef ik hem geen gelijk wat deze uitspraak betreft. Die talloze sportpaarden waren niet op internationaal niveau gekomen met alleen hun aangeboren talent. Ze zijn door kunde van hun ruiters en goed management op dat niveau gekomen.
De paardensport en -fokkerij is gebouwd op beoordelingsmomenten. Naar die momenten moet je in mijn ogen toe werken en zorgen dat de voorbereiding goed is. Alleen dan komt het beste in de natuurlijke aanleg naar boven. Ik maak maar even een vergelijking met mensen. Als jij een zeer talentvolle hardloper bent, kun je zonder voorbereiding niet opeens een marathon lopen of een toptijd neer zetten bij een sprintafstand. Daar is training voor nodig. Bij veel sporten is het zo dat wordt uitgegaan van 1000 trainingsuren om het beste naar boven te halen in een sporter. Nu is een stamboekkeuring natuurlijk niet te vergelijken met bijvoorbeeld de marathon – en zijn daar ook geen 1000 trainingsuren voor nodig – maar de gedachte lijkt me duidelijk. Aan de andere kant heeft Cornelissen natuurlijk wel een punt dat het in de fokkerij toch echt gaat om de natuurlijke aanleg van paarden.
Daarom is het belangrijk dat er niet doorgeslagen wordt in de voorbereiding en de paarden te veel worden geholpen, zodat niet de natuurlijke aanleg, maar de resultaten van de voorafgaande training naar boven komen.
Maar dan gaat het weer over een heel andere discussie. Ik blijf het een zware taak vinden voor, in dit geval de stamboekinspecteurs, om ‘geprepareerde’ aanleg te onderscheiden van natuurlijke aanleg.
Als een paard overdreven springt, wordt al snel gedacht dat het om een ‘geprepareerd’ dier gaat. Maar het is bijna onmogelijk om daar zeker van te zijn. Het enige dat het stamboek in dat geval kan doen, is consequent de paarden naar huis sturen die in hun ogen iets te veel geholpen zijn en daardoor niet meer op hun natuurlijke aanleg te beoordelen zijn.
Rick Helmink, redacteur
Deze column verscheen vrijdag 24 juni 2011 in De Paardenkrant