Van: De Paardenkrant
Aan: Kees van den Oetelaar (hengstenhouder), Robin Zwartjens (hengstenhouder) en Wiebe-Yde van de Lageweg (hengstenhouder)
In de eerste bezichtiging selecteerde de hengstenkeuringscommissie springen van het KWPN regelmatig op kenmerken als hengstuitdrukking, uitstraling en souplesse. Maar anno 2013-2014 zou de commissie er toch beter aan doen om te selecteren op Grand Prix-genen, instelling en vermogen? Wat vinden jullie van de prioriteiten en de focus waarmee de HK-commissie de eerste selectie heeft gemaakt?
Kees van den Oetelaar:
Binnen het huidige systeem is het heel moeilijk om de juiste paarden te selecteren. Ik zou graag tussen de eerste en tweede bezichtiging een extra selectiemoment zien, waarin de hengsten in alle rust nog eens gaan vrij springen. En dan goed kijken naar wat de hengsten uit zichzelf doen, dat zegt mij heel veel want uiteindelijk draait het allemaal om het interieur. De term ‘hengstuitdrukking’ vind ik een heel gevaarlijke. Ze mogen mij wel eens komen uitleggen wat ze daar precies mee bedoelen. Of is het soms een woord wat ze gewoon gebruiken om makkelijk afscheid te kunnen nemen? Er is geen één paard zonder tekortkomingen en hier wordt er vaak net zo lang aan een aardappel geschild tot er niets meer overblijft. Neem een hengst als Baloubet du Rouet, die heeft absoluut geen ‘hengstuitstraling’ maar hij heeft wel wat aparts! Of Kannan, dat is toch ook maar een gewone ruin om te zien? Het zijn wel fantastische fokhengsten gebleken! En ook een mooi voorbeeld is de veelbelovende hengst Comme Il Faut, daar was ik direct van gecharmeerd en hij lijkt nu de best fokkende zoon van Ratina Z. Maar hengstuitstraling? Nee hoor, daar is ook hij niet mee belast.
Robin Zwartjens:
Het woord ‘hengstuitdrukking’ is inderdaad meerdere keren genoemd in Ermelo. Zelf hecht ik daar weinig waarde aan. Als een hengst goed springt, voldoende maat heeft, souplesse toont en over een correct fundament beschikt, verdient zo’n hengst het om doorverwezen te worden. Uiteraard ga ik er dan vanuit dat zo’n hengst uit een goede merrielijn komt, al nemen ze dat in de eerste bezichtiging bij de KWPN-hengsten alleen in positieve zin mee. Een ander verhaal is het bij buitenlandse hengsten. Ik vind dat de nakomelingen van niet-KWPN-goedgekeurde hengsten kritischer bekeken worden. Juist die bloedlijnen die we binnen het KWPN nog niet hebben en wél goed blijken te zijn, daar zitten de fokkers op te wachten. Hengsten als Baloubet du Rouet, Nabab de Rêve, Darco, Quick Star en Kannan zouden als jonge hengsten nooit aan het ideaalbeeld van het KWPN hebben voldaan. Toch zijn het eersteklas topverervers gebleken, die bij andere stamboeken op jonge leeftijd wél groen licht hebben gekregen. Dus ik ben het met Kees eens dat hengstuitstraling veel te weinig zegt over de kwaliteiten van een toekomstige fokhengst. Het belangrijkste is het dat de best springende hengsten in Den Bosch terecht komen, want die paarden maken reclame en blijven bij de bezoekers op het netvlies hangen.
Wiebe-Yde van de Lageweg:
Het hele plaatje moet kloppen. Lang niet elk goed paard is ook een fokhengst. Zelf vind ik het wel belangrijk dat er echt een hengst voor je staat, al moet gebrek aan hengstuitstraling niet worden verward met jeugdigheid. Het zijn tweejarige hengsten dus die zijn nog volop in ontwikkeling. We hebben hier de eerste dagen in Ermelo toch wat teleurstellende dagen gehad, maar gezien de vaders die het sterkst vertegenwoordigd waren vind ik dat ook geen verrassing. Je zoekt toch naar de complete paarden. Ze hoeven niet allemaal heel mooi te zijn, maar ik zie wel graag een aansprekend paard en dat gaat ook gepaard met uitstraling. Natuurlijk probeer je bij het vrijspringen een inschatting te maken van de souplesse, het vermogen en de instelling. Een goed springend paard met een sterke prestatiegerichte pedigree, met een correct en aansprekend exterieur. Daar zoeken zowel de hengstenhouders als de hengstenkeuringscommissie naar.
Deze Info@ verscheen woensdag 11 december 2013 in De Paardenkrant.
Poll

Helemaal eens met Kees.
Verder is het misschien aan te bevelen,de jonge paarden niet af te kraken met negatief commentaar,in duitsland gebeurt dit ook niet, gekeurd of niet gekeurd zonder commentaar,met alle bemerkingen wordt de handel ook nog eens kapot gemaakt.Terwijl de inspecteurs toch zelf bij vele fokkers ,advies gaven om die hengst te gebruiken.
Waar ik en gelukkig ook anderen zich aan stoorden,dat verschillende hengsten van dezelfde hengstenhouder het liefst uit de ring wilden springen van angst,en sprongen huize hoog ,dus onnatuurlijk.Maar we snapten het niet het commentaar,we geven het voordeel van de twijfel ,maar in den bosch moet hij wel natuurlijk springen,zeg ik nu dat hij gemaakt is,of ??????????????????
Ik kan me goed vinden in de antwoorden van heren. Wel jammer dat W.Y. vd Lagenweg een sneer moet uitdelen naar hengsten van een collega hengstenhouder. Dat VDL slechts een hengst heeft bij de top 5 vaders van aangeleverde hengsten zal kennelijk wel zeer doen. Maar ach…. De collega hengstenhouder die het hier betreft heeft wel beduidend meer hengsten op hoog nivo lopen als de VDL stud. En dat is toch waar het om gaat.
Je kunt het ook nog anders bekijken. Uit de vele dekkingen bij VDL stud zijn kennelijk te weinig correcte goed springende hengsten geboren en dus logischerwijze ook van die hengsten minder aanmeldingen voor de hengstenkeuring.
Heren het lijkt me beter om gewoon bij de les te blijven en niet elkaar via dit medium publiekelijk de oren te gaan wassen. Dat heeft geen enkele zin en niemand is er mee gebaat.
Verder kan ik me wel vinden in het bovenstaande wanneer het om de jonge hengsten en de genoemde voorbeelden gaat.
En wat jos wouters zegt over het niet afkraken met negatief commentaar van de jonge dieren spreekt mij ook wel aan.