Ga naar hoofdinhoud

Twee verenigingen voor een ras is merkwaardig

Van: info@
Aan: Job van Haaften, Janneke de Rade, André Jurrius

Net als Welsh-pony’s zijn Shetlanders raspony’s. Ze vormen wereldwijd één gesloten populatie met één fokdoel en één fokstandaard. Welsh-pony’s en Shetlanders hebben nóg een overeenkomst. Er zijn in Nederland twee clubs die zich met de fokkerij van deze rassen bezighouden. Is het niet zeer merkwaardig dat twee stamboeken zich met één en hetzelfde bezighouden? En is het niet onacceptabel dat ruziënde mensen de fokkerij versnipperen?


Van: Job
Aan: allen

Ruzies in stamboeken zijn schering en inslag; als er dieren in het spel zijn, laaien de emoties snel op, of dat nou de politiehondenclub is of de geitenfokvereniging. Verschillen van inzicht leiden al gauw tot verharding van standpunten.
Als je werkelijk liefde hebt voor jouw ras, moet je met alle mogelijke middelen voorkomen dat er een splitsing komt van je stamboek. En als de splitsing er is, moet je uit alle macht proberen die ongedaan te maken. Al is het alleen maar vanwege de problemen die ontstaan voor erkenning door PVV en moederstamboek. Wanneer een stamboek niet erkend is door beiden, betekent dit dat je de mogelijkheid tot uitwisseling met buitenlandse stamboeken blokkeert, met alle mogelijke inteeltgevolgen van dien.
Er is maar één oplossing voor dit probleem: als er ruzie ontstaat, zet je trots opzij in het belang van je geliefde ras en splits niet.

Van: Janneke
Aan: allen

Gezien de verschillen in denkwijzen tussen traditioneel Nederlands denkende Welshponyfokkers en fokkers die meer gericht zijn op het moederstamboek, is het niet vreemd dat er meerdere organisaties zijn ontstaan die zich bezig houden met registratie en het organiseren van keuringen (shows). Het ontstaan van een tweede stamboek ging gepaard met ruzies, maar dat is lang geleden. De meest fokkers van nu vinden het niet nadelig dat er meerdere organisaties zijn. Ze zien het als een uitdaging om hun fokproducten door verschillende juryleden te laten beoordelen en zijn er trots op indien hun pony’s in verschillende selectiesystemen succesvol zijn.
Eén fokdoel wil niet zeggen dat iedereen dezelfde pony moet hebben. Voor een gesloten rasfokkerij is enige variatie van groot belang, en een vrije uitwisseling van dieren. Wat dat betreft zou een Europees orgaan voor registratie ideaal zijn, dat zou kunnen oplossen dat stamboeken en fokkers zelf (!) pony’s met een bepaald paspoort discrimineren.

Van: André
Aan: allen

Het NWPCS (Nederlands Welsh Pony en Cob Stamboek) is voor zover ik weet het enige stamboek in Nederland waar het type NWR is ondergebracht. Wij zelf hebben binnen de Welsh-fokkerij enkel te maken met het NWPCS, daar wij alleen NWR fokken. De WPCV (Welsh Pony en Cob Vereniging) heeft, net als het NWPCS, Welsh A, Welsh B en Welsh cobs, secties C en D met daarnaast nog de Welsh part bred-sectie.
Doel van rasfokkerij is een pony te fokken die voldoet aan fokdoel en standaard van dat ras. Door middel van beoordeling (via keuringen) kan hierop worden toegezien. Worden deze keuringen op verschillende wijzen gehouden en beoordeeld (het WPCV gebruikt in tegenstelling tot het NWPCS enkel buitenlandse juryleden, die keuren zonder gegevens van pony/eigenaar), dan zullen ook de fokdoelen zich (enigszins) gaan splitsen. Op deze manier zal je dan ook de fokkers in verwarring kunnen brengen en zal het een over en weer geloop worden van stamboek naar stamboek.
In elk stamboek blijf je mensen houden die voor problemen zorgen, wat kan leiden tot splitsing van stamboeken. Goed voor het ras is het mijns inziens nooit. Mensen moeten soms wat meer in het belang van het stamboek denken, dan in hun eigen belang. Een oplossing vinden is moeilijk, krijg alle neuzen maar eens dezelfde kant op!

Deze Info@ verscheen dinsdag 28 februari 2012 in De Paardenkrant.
Reageren kan hieronder of via [email protected]

5 reacties op “Twee verenigingen voor een ras is merkwaardig

  • Mirjam

    Is het NRPS ook niet ooit ontstaan omdat mensen ontevreden waren / zijn over het keuringsbeleid bij het KWPN? Beide stamboeken hebben toch ook als fokdoel om een goed sportpaard te fokken, net als de beide ponystamboeken ook de rasbeschrijving nastreven.

    NWPCS kent overigens ook een Welsh Partbred, maar heeft als ‘eigen sectie’ de NWR ontwikkeld, die ook bij het moederstamboek en WPCV gewoon als welsh partbred aangemerkt zouden worden.

    Fokken voor het stamboek? Hoe vaak hoor je niet van buitenstaanders dat de (kleinere secties) pony’s op de shows nooit zouden presteren in de sportring.
    Wil je als fokker en stamboek een pony die je makkelijk kwijt kunt als gebruikspony, een mooi plaatje in de wei, of een combinatie van beiden?

    Waarom halen mensen als Jan de Boer hun pony’s in het moederland voor de sport en niet uit Nederland?

    Wellicht moeten de stamboeken zichzelf ook eens achter de oren krabben wat het beste is voor het ras. Twee stamboeken is wellicht overbodig, maar komt door de diversiteit in types die nu ingezet worden in de fokkerij juist wel ten goede aan het ras.

  • .

    Ik citeer Marjan:

    Wellicht moeten de stamboeken zichzelf ook eens achter de oren krabben wat het beste is voor het ras. Twee stamboeken is wellicht overbodig, maar komt door de diversiteit in types die nu ingezet worden in de fokkerij juist wel ten goede aan het ras.

    Ik denk dat je met de laatste zin de SPORT bedoeld. Met het ras is niets mis!

  • shetlandponyliefhebber

    Het 2de stamboek heeft tot nu toe nog steeds geen erkenning van PVV.
    Ze zijn in hoger beroep gegaan tegen deze beslissing.
    Dhr. Ruis doet wel net of het SPA de erkenning al in de zak heeft en dat het NSPS de erkenning kwijt is maar dat is helemaal niet waar.!!!!!

  • Karel de Lange

    @Mirjam
    Het NRPS is niet ontstaan uit onvrede met het keuringsbeleid van het KWPN.

    Het NRPS is in 1981 voortgekomen uit de splitsing van het APS (Arabisch Paarden Stamboek) in een AVS en NRPS.

    De oorspronkelijke fokkerijdoelstelling heeft het NRPS in de loop der tijd echter laten varen en is op dit terrein het KWPN beleid gaan volgen.

  • Wilma Bijma

    Waarom 2 stamboeken soms onvermijdelijk zijn

    Ik ben het niet eens met de stelling dat twee stamboeken voor 1 ras merkwaardig zou zijn.
    We vinden het namelijk ook niet merkwaardig dat in Nederland meerdere politieke partijen en kerkelijke instanties zijn. Als burger vinden we het heel gezond dat er ruimte is voor verschillende manieren om politiek en geloof te beleven.
    Ook op het gebied van fokkerij is diversiteit een goede zaak; dat houdt de fokkers en de besturen van de stamboeken scherp. Als er twee stamboeken zijn, betreft dit altijd het verschil tussen een centraal geleid stamboek (geënt op de oude Paardenwet) en een decentraal geleid stamboek (geënt op de Europese regelgeving).
    Het centraal geleide stamboek laat minder keuze aan de individuele fokker en geeft het idee dat door het volgen van de reglementen er vanzelf een goed fokproduct geboren zal worden (bv. gebruik van beperkt aantal goedgekeurde dekhengsten en eigen jurykorps).
    Een decentraal geleid stamboek heeft een internationale visie en zij wil het kennisniveau van de fokkers bevorderen. De fokker is verantwoordelijk voor de keuze van de dekhengst en de merrie en houdt zich daarbij aan de registratieregels. De fokker moet bedreven raken in het beoordelen van een hengst/merrie om te kunnen beoordelen of deze passen in zijn fokkerij. Het is immers genoegzaam bekend dat een geleide fokkerij hooguit voorkomt dat er slechte producten worden gefokt, maar wanneer het streven is om goede producten te fokken, komt er meer finesse bij kijken. Het fokken van meerdere topproducten is geen toeval, maar een kunde die geleerd kan worden. Een topproduct is een combinatie van een goede moederlijn en een bijpassende hengst. Om te weten welke combinaties de beste resultaten geeft, moet de fokker zich verdiepen in de familie van de merrie/hengst en moet hij leren van andere fokkers hoe zij met deze bloedlijnen werken; hij moet beoordelen of deze fokproducten een verbetering/verslechtering zijn en waarom.
    Bij een decentraal geleid stamboek kan de fokker zijn fokproducten laten beoordelen door onafhankelijke juryleden die keuren volgens de rasbeschrijving van het moederstamboek.
    Het stamboek zorgt bij de uitnodiging van de juryleden voor voldoende spreiding in de diverse types die binnen de rasbeschrijving mogelijk zijn. Op de ene show wordt een jurylid uitgenodigd dat het klassieke type voorstaat en op een ander show wordt een jurylid uitgenodigd dat het moderne type verkiest. Op deze wijze wordt geborgd dat beide types in gebruik blijven en blijft de bloedspreiding gehandhaafd. Dit voorkomt effectief inteelt en geeft de mogelijkheden voor fokkers om een “outcross” toe te passen, mocht dat nodig zijn.

    De ontwikkelingen in de nieuwe Europese fokkerijregelgeving geven aan dat er steeds meer gekozen wordt voor de Europese benadering en steeds minder voor de centraal geleide vorm, zoals die verwoord was in de oude Paardenwet. Het is aan de besturen van de stamboeken om deze koerswijziging te onderkennen en tijdig de discussie met de leden op te starten.
    In die gevallen waarbij de besturen dat niet hebben gedaan, is de oprichting van een tweede stamboek het gevolg.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.