Onverantwoord dat concours Asten doorging

Van: De Paardenkrant
Aan: Leon Thijssen, Leontine ter Harmsel-Zanderink, Pieter Kersten

Terwijl vrijwel alle paardenevenementen werden geannuleerd vanwege de recente uitbraken van rhinopneumonie, ging het concours in Asten afgelopen week gewoon door. De organisatie slaat daarmee het advies van de KNHS in de wind. Vind je dat onverantwoord, of kun je je wel vinden in het rebelse gedrag van ‘Asten’?

Van: Leon
Aan: allen
Of iemand wel of niet op concours gaat is ieder zijn eigen keuze. Ik heb ervoor gekozen om wel te gaan, omdat alle veeartsen die ik heb gesproken aangeven dat er dit jaar niet meer, misschien zelfs wel minder gevallen van rhinopneumonie zijn dan voorheen. Dat betekent niet dat we helemaal nergens aan hoeven denken. Iemand met een grote merriestapel bijvoorbeeld zal extra moeten uitkijken, maar dat geldt in principe altijd.
In Asten merkten we weinig van de commotie, alle deelnemers zijn gewoon op komen dagen. En het zijn niet de minste stallen die hier met hun paarden aan de start verschenen. Zij hebben zich van tevoren geïnformeerd bij hun veearts en kunnen daardoor goed inschatten hoe ze met deze situatie om dienen te gaan.

Van: Leontine
Aan: allen
Allereerst is het voor iedere fokker een regelrecht drama wanneer een merrie geïnfecteerd wordt met rhinopneumonie. Er is niets ergers dan na elf maanden wachten ’s ochtends de stal in komen en een dood veulen aantreffen!
De neurologische vorm van rhinopneumonie komt, gelukkig, uiterst zelden voor, en de ademhalingsvorm verloopt veelal subklinisch. Dat wil zeggen: meer dan enkele dagen verminderd presteren en een lichte snotneus merken wij veelal niet op.
Maar rhinopneumonie komt ieder jaar voor, naar ons idee dit jaar niet méér of minder dan andere jaren. En ieder jaar adviseren wij, paardendierenartsen, de fokkers hun drachtige merries strikt gescheiden te houden van jaarlingen, tweejarigen en sportpaarden die op concours en naar lessen gaan.
Ons idee is, dat met het stilleggen van wedstrijden en lessen en dergelijke rhinopneumonie niet buiten de deur gehouden kan worden. Wanneer dragende merries strikt apart gehuisvest worden, denken wij dat het infectiegevaar uiterst beperkt wordt. Zeker wanneer sportpaarden op concours en tijdens lessen zo min mogelijk contact hebben met andere paarden.
Wél lijkt het ons verstandig, dat paardenminnend Nederland zich ervan bewust wordt wát er kan gebeuren wanneer er een besmettelijke paardenziekte uitbreekt in Nederland!

Van: Pieter
Aan: allen
Naar aanleiding van een gesprek met Rob Willemsen, voorzitter van het HTC (Hippisch Talentencentrum), hebben wij besloten om de lessen van het HTC niet door te laten gaan. Daar heb ik mij met mijn eigen bedrijf bij aangesloten. Ik ben van mening dat we het risico niet moeten opzoeken. Mochten toch rhino krijgen, dan hebben we er alles aan gedaan om het te voorkomen. Daar voelen wij ons goed bij.
Daarnaast vind ik wel dat de KNHS de stand van zaken beter had kunnen inventariseren met de groep dierenartsen die daarvoor zijn (Sectorraad Paarden, Gezondheidsdienst). Dan was het bericht waarschijnlijk anders naar buiten gekomen en had het niet zoveel paniek gezaaid.
Elk jaar in deze periode zijn er natuurlijk gevallen van het verwerpen door drachtige merries. Van de kliniek in Someren en de paardenkliniek Venlo hebben wij vernomen dat dit jaar de rhino-gevallen niet meer zijn dan in de afgelopen jaren. Dus ik kan het standpunt van Asten wel begrijpen. Echter, voor onszelf hebben we de keuze gemaakt om een eventueel risico niet op te zoeken.

Deze [email protected] verscheen dinsdag 13 maart 2012 in De Paardenkrant.
Reageren kan hieronder of via [email protected]