Van: De Paardenkrant
Aan: Angelique Hoorn, Gerben Morsink, Johan Knaap
Afgelopen week ging in Stegeren het zeventig dagen durende verrichtingsonderzoek van start. Maar de top zeventien van de KWPN-fokwaardeschatting (nakomelingen in de springsport van tien jaar en ouder) bestaat op één na uit hengsten die zelf als driejarige nooit dat volledige verrichtingsonderzoek met succes hebben afgerond. Kunnen we niet beter ophouden met deze dure test die uiteindelijk toch niet de succesvolste verervers oplevert?
Van: Angelique
Aan: allen
Het is lastig om van een driejarige hengst te beoordelen hoeveel deze in de toekomst zal betekenen voor de fokkerij. Tijdens het verrichtingsonderzoek wordt getest op natuurlijke aanleg en karakter. Echter voor sommige jonge hengsten gaat de opleiding tijdens het verrichtingsonderzoek te snel, waardoor ze vanwege hun karakter al vroegtijdig de test moeten verlaten. Deze ‘lastige’ paarden zijn echter vaak wel de paarden die met een goede opleiding op acht- of negenjarige leeftijd internationale successen boeken in het 1.50m.
Je kunt je afvragen of het niet beter is om de hengsten pas op die leeftijd goed te keuren, maar dat is voor de hengstenhouder commercieel gezien niet haalbaar. Daarom zal het verrichtingsonderzoek blijven bestaan zoals het nu is.
Dat is geen enkel probleem, want de keuze om een jonge of oudere bewezen hengst te gebruiken, ligt bij de fokker. Vreemd genoeg zijn de jonge hengsten die het goed gedaan hebben in Stegeren ontzettend populair. Zij halen soms wel 100 tot 150 dekkingen per jaar, terwijl een bewezen hengst met een beetje geluk 50 merries dekt.
Van: Gerben
Aan: allen
Uit het feit dat slechts één hengst van de top zeventien van de KWPN-fokwaardeschatting zelf als driejarige succesvol deelnam aan het verrichtingsonderzoek, blijkt dat er iets fout gaat. Dat kan zijn bij de beoordeling tijdens het verrichtingsonderzoek, of bij de berekening van de fokwaardeschatting, of allebei.
De milieu-invloeden bij paarden zijn groot. Hun prestaties in de sport zijn onder andere erg afhankelijk van de ruiter. Ook blijkt dat van sommige hengsten de eigen sportstand van vijf jaar geleden is meegenomen in de berekening. Hoe recent en volledig zijn die gegevens dan? Er zou wat mij betreft vanuit het KWPN meer openheid mogen komen over de (overigens soms onvermijdelijke) beperkingen van de fokwaardeschatting.
Ook de beoordeling tijdens het verrichtingsonderzoek kent zijn beperkingen. Er wordt beoordeeld op karakter en aanleg. Maar jonge hengsten die in Stegeren netjes hun rondje lopen, hoeven niet het Grand Prix-paard van de toekomst te zijn. En van paarden met veel bloed is het vermogen op dat moment nog lastiger in te schatten, terwijl we in de fokkerij juist bloed en vermogen nodig hebben.
Van: Johan
Aan: allen
De kunst in fokkerij van sportpaarden is om zo vroeg mogelijk de beste hengsten te ontdekken. Hoe eerder goede hengsten worden gebruikt, hoe sneller je vooruit komt. Nadeel is dat je op jonge leeftijd nog geen volledige zekerheid hebt. In het fokprogramma zoek je naar optimaal evenwicht tussen snelheid en zekerheid. In het verrichtingsonderzoek wordt de genetische aanleg ingeschat door hengsten onder gelijke onafhankelijke omstandigheden te testen. Resultaten in het verrichtingsonderzoek hebben een hoge genetische correlatie met topsport. Hengsten als Jazz, Ferro, Negro, Voltaire, Concorde, Indoctro, Numero Uno, Guidam, Ukato, Ustinov, Unaniem en Verdi zijn op jonge leeftijd getest en in de KWPN-fokkerij gekomen. Hun genen zijn snel verspreid waardoor erfelijke vooruitgang is geboekt.
Aanvoerder van de fokwaarden springen, Heartbreaker, en de nummer twee, Andiamo, zijn voorbeelden van hengsten die een verrichtingsonderzoek van 21 dagen hebben gelopen. (Overigens was Andiamo’s uitzonderlijke aanleg als driejarige al in het verrichtingsonderzoek vastgesteld.)
Als hengsten zich later via de sport of fokkerij bewijzen, kunnen ze door het KWPN worden erkend. Een verrichtingsonderzoek is dan niet meer nodig. Hengsten zijn dan meestal al behoorlijk op leeftijd en al die tijd hebben ze geen of weinig invloed gehad op de vooruitgang in de KWPN-fokkerij. Stel je voor dat Guidam pas later was ingezet op de KWPN-populatie, dan zou het Olympisch podium er in Hong Kong wellicht heel anders hebben uitgezien! En de vroege ontdekking van het talent van Jazz heeft onze dressuurfokkerij voorsprong gegeven.
Deze [email protected] verscheen dinsdag 27 maart 2012 in De Paardenkrant.
Reageren kan hieronder of via [email protected]
Dit is al jaren mijn gedachten, hoe kan het toch dat Jonge Hengsten die soms zelfs de 3de bezichtiging niet halen het vervolgens zo goed in de Sport gaan doen dat ze doorstoten naar het internationale niveau en dan goed gekeurd gaan worden als dekhengst, dan denk ik moet een goede spring hengst dan op Exterieur of op spring kwaliteiten gekeurd worden. zelf heb ik een jaarling hengst van Epleaser van T’Heike x Vaillant gefokt Super bloedlijnen, voorgebracht op een Selectie voor een Veulenveiling en kreeg daar te horen dat het Hoofdje niet aanspreekt. Het Afstammeling Papier wordt niet naar gekeken of men kent de Vader niet.
Dan denk ik wat is nu belangrijker het Hoofdje dat niet spreekt of de afstamming van het Veulen.
Bloedlijnen om je vingers bij af te likken. maar ja ik zal het wel weer mis zien, maar het doet mij goed dat er liefhebbers zijn die er net zo over denken als ik. Dus volgens mij wordt teveel de nadruk op het Exterieur gelegd.
Lees de column van dhr Egbert Schep. Dat is de enige oplosssing voor dit probleem. Meer hengsten zouden de kans moeten krijgen zich te bewijzen. Als het verrichtingsonderzoek af wordt geschaft houd je een keuring over voor mooie paarden die goed vrijspringen, dan ga je volledig aan het doel voorbij.
Zoals veel in deze tijd willen we teveel en te snel.
Geef de jonge hengsten nu eens de tijd om zich in hun eigen tempo te ontwikkelen.
Eerst een sportcarriere en daarna de fokkerij in, daardoor geen overbelaste, uitgebluste paarden meer of paarden die op zeer jonge leeftijd versleten of overbelast zijn en door blessure leed veel te vroeg de sport of nog erger het leven verlaten.
Keur jonge paarden op extrieur want een goed gebouwd paard heeft meer kans om ongeschonden een sport carriere door te komen. De minderen hengsten niet castereren maar kijken of ze op inzet toch succses vol zijn en ook daarmee doorfokken na de sport.
Voordelen, een grotere bloedspreiding door gebruik te maken van meer hengsten. Fokken van gebruikpaarden en geen neurotische uitstekend gebouwde maar amper handelbare paarden.
Meer dieren welzijn door minder belasting van de hengsten op jonge leeftijd.
Nadeel minder snel geld helaas is het daar meestal om te doen en zal er dus niks veranderen.
eigenlijk zou het verboden moeten zijn om met hengsten jonger als 10 jaar te fokken. Pas op die leeftijd zijn ze pas volwassen.