Van: De Paardenkrant
Aan: Grieteke Oldenburger, Jan Schep, Muriel Blackstone
De tuchtcommissie van de KNHS oordeelde dat juryleden in het openbaar bekritiseerd mogen worden. Zelfs de beschuldiging dat een jurylid bevooroordeeld is, valt volgens de rechters van de KNHS onder de vrijheid van meningsuiting. Is het hek nu van de dam of heeft de tuchtcommissie de juryleden terecht uit hun ivoren toren gehaald?
Van: Grieteke
De vrijheid van meningsuiting geldt voor iedereen, maar het gaat vooral om de manier waarop iets gebracht wordt. Vaak uiten mensen hun frustratie in ‘the heat of the game’ en daarbij is het belangrijk dat er te allen tijde fatsoensnormen worden gehanteerd. We moeten met respect met elkaar omgaan en daar horen kwetsende opmerkingen niet bij. Als jurylid probeer ik mijn werk zo goed mogelijk uit te voeren en dat kan ik ook verdedigen. Na elke wedstrijd blijven we nog een halfuur aanwezig om zo eventuele vragen te beantwoorden, en ook via de telefoon of mail ben ik altijd bereikbaar.
Ik zou het heel erg vinden als mensen met tegenzin bij mij in de ring komen rijden, want we zijn als juryleden zorgvuldig opgeleid en het is nooit onze intentie om iemand af te branden. Wanneer er onvrede is, moeten ruiters aan de bel trekken en daar sta ik ook zeker voor open. In het geval van familie Mekkes en Henk Rootveld weet ik niet of zij vóór de publicatie al eens contact hebben gehad over dit onderwerp, want vaak werkt direct contact heel verhelderend.
Van: Jan
Ik heb tientallen jaren in de sport gezeten en je weet: zodra je de baan binnenrijdt heb je je aan de regels te houden, en zodra je de baan uit bent heb je recht op uitleg van de jury als het je niet zint. Dat is een goede zaak en hoewel het soms moeilijk is – ik spreek uit eigen ervaring – moet je je neerleggen bij het oordeel van de jury. Via social media heeft iedereen overal een mening over en daar heb ik ook weleens grote moeite mee. Maar het is iets van de nieuwe generatie en dat moeten we met z’n allen accepteren. Daarbij is er vaak sprake van een duidelijke generatiekloof, want de meeste juryleden zijn – zeker in onze tak van sport – van een heel andere generatie. Dat is in deze specifieke situatie ook het geval.
Zelf heb ik ook weleens over de reling gelegen met de heer Rootveld over de beoordeling van onze hengst Delviro, maar als mensen zijn we altijd prima met elkaar omgegaan. Ik vind het ook heel belangrijk dat je dingen los van elkaar kunt zien. Je kan het best oneens zijn met elkaar, maar we gaan wel altijd op een goede manier en met wederzijds respect met elkaar om. En dat vind ik in deze discussie een belangrijk punt, zorg dat je van mens tot mens altijd goed en respectvol met elkaar om blijft gaan. En face-to-face communicatie is altijd beter dan via het internet, want dan komt het vaak aan als een schot in de rug.
Van: Muriel
Met haar beslissing beschermt de tuchtcommissie ons grondrecht op vrijheid van meningsuiting, dat onder meer is verankerd in art. 10 van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden. De tuchtcommissie oordeelt volkomen terecht dat dit grondrecht ook in het tuchtrecht dient te worden gerespecteerd, en dat toewijzing van de vorderingen van de KNHS een repressieve beperking van de vrijheid van meningsuiting zou betekenen. Verder oordeelt de tuchtcommissie, eveneens terecht, dat de reglementen van de KNHS geen inperking op dat grondrecht rechtvaardigen.
De KNHS moet dus aanvaarden dat haar juryleden in het openbaar worden bekritiseerd. Ook het betrokken jurylid heeft dat gewoon te gedogen. Bovendien is er een groot juridisch verschil tussen kritiek en laster. Natuurlijk zijn er bepaalde grenzen aan de vrijheid van meningsuiting, maar die werden in dit geval niet overschreden. Of het hek van de dam is, hangt dan ook steeds van de betreffende uitlating af. Overigens zou het de KNHS hebben gesierd als de bond zich niet van deze wezenlijke uitspraak zou hebben gedistantieerd. Ik kan de tuchtcommissie van de KNHS alleen maar complimenteren met haar goed gemotiveerde oordeel.
Deze Info@ verscheen woensdag 25 juni 2014 in De Paardenkrant.
Poll

Moet kunnen, mits gefundeerd, en na het ’tot 10 (of verder) tellen’ van de criticaster, want vanuit de emotie krijg je de grootste conflicten. Dus eerst even wachten, nog ’s nadenken en reflecteren op de eigen prestatie en dan pas reageren.
Kritiek op jury moet kunnen maar wel binnen de normen van fatsoen en niet achterbaks via fb of twiter
zonder weerwoord van betreffende jury.
Kritiek dient gefundeerd te zijn. Vaak heeft men een z.g mening enkel en alleen om even aandacht te trekken, ook zie vaak op allerlei forums dat er veel bla bla is zonder enige kennis, mijns inziens voegd het weinig toe. Tevens constateer ik regelmatig (ook op deze site) dat deskundige kritiek die scherp is maar wel onderbouwd gecensureerd wordt. Jammer, dat voegt niets toe aan kennis, en daar zou het nou net om moeten gaan, daar is een groot manco aan.
ik kam me vinden in deze materie, maar we moeten wel beseffen dat door zulke regels het jureren alsmaar vlakker zal worden. want een jury die zijn nek durft uitsteken door een correct laag punt te geven voor een oefening die erg fout wordt uitgevoerd.. die mag dan beschimpt worden. nu zijn er reeds mensen die deze technieken gebruiken, sedert jaren.. om zo van de betreffende juryleden altijd grijze (5 of 6 voor iets heel slecht) geen lage of goede punten te krijgen..
zo krijgen we straks heel grijze uitslagen waar de betere en minder goede allemaal ongeveer dezelfde punten krijgen en het meer een toevalslot wordt om er als eerste uit te komen. maw.. juryleden moeten toch een beetje beschermd blijven om op objectieve en eerlijke wijze hun taak goed te doen. het ‘duidelijk’ jureren blijft toch een goede zaak.. goed en slecht een gelijkwaardig punt durven geven moet mogelijk blijven? het moet ook leerrijk blijven voor de ruiter. de Boodschap erin moet duidelijk zijn, dat is ze niet met grijze 5 en 6 punten.
Het moet idd zeker kunnen, en het zou fijn zijn als bepaalde juryleden eens op t matje worden geroepen als ze herhaaldelijk de fout in gaan. Heb mij verbaasd afgelopen weekend over mevrouw lindeman op het CHIO, die met haar enorme verschillen 3 observatie proeven bij de jeugd (pony s, junioren en young riders) heeft beoordeeld en er daar compleet een zooitje van maakt. Jammer dat soort verschillen niet in de media over geschreven wordt! Dan zouden bepaalde juryleden niet meer op dit soort belangrijke wedstrijden gevraagd worden en mss eens verplicht op bijscholings cursussen moeten verschijnen mits ze verder willen jureren.
@ Huub Valkenburg: op Horses.nl worden alleen reacties geweigerd of ingekort die de lengte van 400 woorden te boven gaan of die bepaalde fatsoensnormen overschrijden. Voor het overige hebben De Paardenkrant en het journalistiek daaraan verbonden Horses.nl de vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel staan, hetgeen mag blijken uit het onderwerp van deze poll.
Wat ook al zou helpen is meer commentaar toevoegen op de protocollen, waarom is de 6 een 6 en geen 7, waarom de 4 of 5. Vaak heb je een protocol waar wel de cijfertjes, maar niet de onderbouwing of een suggestie hoe e.e.a. te verbeteren valt. Dit zou al meer duidelijkheid scheppen en opent ook de mogelijkheid tot discussie met een jurylid als deze inderdaad na afloop van de rubriek nog beschikbaar is. Dan hoeft er niet gefulmineerd te worden in de sociale media.
Als jurylid ben ik altijd open om met ruiters te spreken en uitleg te geven over mijn beslissingen. Helaas wordt hier zeer zelden van gebruik gemaakt. Je hebt de indruk dat veel ruiters alleen aan de cijfers geinteresseerd zijn en niet willen weten waarop hun gebaseerdf zijn. Ik vindt dat discussie mag, maar heb ook de ervaring gemaakt dat mensen soms zonder eerst in gesprek te gann beginnen te schelden en op een manier uit te vallen, die ik NIET correct vindt. Daar zou je als jurylid beschermd moeten worden. Ik vindt, dat er een sort klachtencommissie door de KNHS ingezet zou moeten worden, waar zowel juryleden als ook ruiters zich heen kunnen wenden in geval van problemen. Schelden en ruzie maken vindt ik niet correct. Indien bv beweert wordt, dat een jurylid bevooroordeeld zou zijn of niet correct gejureerd zou hebben, dan kan at voor een commissie hard gemaakt worden.
Veel juryleden kunnen hun punten (laag of hoog) niet onderbouwen omdat ze niet de reglementen als referentiekader maar de huidige modetrend (paarden, ruiters en rijstijl) voor hun puntentoekenning hanteren en die is net als hun beoordeling aan variatie onderhevig.
Hoe vaak zien we niet dat het commentaar van de jury na een proef in wat algemene populaire vaagheden zoals een mooi voorbeengebruik en bergopwaarts, die overigens nergens in de proeven wordt gevraagd, blijft steken. Terwijl de voorgeschreven cruciale takt, ritme en de daaruit voortvloeiende balans buiten beschouwing blijft. En als het jurylid al over balans rept, klopt daar bij het zien van de foto’s geen meter van. Ze lopen steevast op de voorhand met de neus achter de loodlijn en de nek niet als hoogste punt. Juryleden verkopen en belonen vaak iets wat er in werkelijkheid niet is of straffen wat goed is zelfs af. Daarin worden ze misschien ongewild door het journaille gesteund die in dat opzicht door onkunde vaak te genereus is en domweg de fantasierijke proza van het jurylid optekent.
Een dressuurwedstrijd moet sereen (in de betekenis van waardig) blijven.De jury moet een zekere status hebben waar bij het niet kan, dat zij op de wedstrijden openbaar rechtstreeks bekritiseerd,beschuldigd en of verbaal aangevallen worden.Op een wedstrijd moet de jury op het nodige respect kunnen rekenen.Er moet dus een trend komen waarbij de jury op wedstrijden en ook er buiten zoveel mogelijk afstand neemt van deelnemende combinaties en hun directe omgeving.En omgekeerd moeten deelnemers en hun directe omstaanders geen contact zoeken met de jury op wedstrijden.Ik zou zeggen een goeie dag volstaat.
Als de jury het nu toch te bont maakt en zeker bij corrupt jureren, dan moet er een procedure bestaan waarbij dit kan worden aangeklaagd.Dit is geen gemakkelijke opdracht.Maar een verkeerde trend laten ontstaan waarbij juryleden zomaar bekritiseerd en of geaffronteerd kunnen worden op wedstrijden is uit den boze.Ik zou zelfs zeggen dit zou de doodsteek voor onze sport kunnen zijn.Hopelijk laten de federaties dit niet gebeuren.Onder mekaar de jury bekritiseren zonder dit rechtstreeks in het openbaar aan de jury te richten ,dit kan volgens mij altijd.Wordt het dan op een bepaald ogenblik te gortig bij bepaalde juryleden, dan kan nog altijd de aanklaagprocedure gevolgd worden.Maar die moet er dan wel zijn.Dit is geen evangelie ,alleen mijn mening. vr gr EC
Als het kritiek is met gezond respect voor elkaar ,op een volwassen manier
zou dat moeten dat kunnen.
Maar vind zeker wel dat de jury zijn/haar mening mag hebben,
Het zou wel prettig zijn om de protocollen duidelijk in te vullen, soms zit er één tussen met bijv. erg lage punten ,maar geen op/aanmerkingen bijgeschreven
juist dan zou het goed zijn om te schrijven wat er fout is gegaan,of hoe je kunt verbeteren om frustratie en teleurstelling in goede banen te leiden.
Zelf zou ik het fijn vinden als het erg “slecht” zou zijn in de ogen van een jury dat hij/zij even de moeite neemt om na de proef met de combinatie te praten (niet laag dunkend,maar opbouwend)om de ruiter/amazone te helpen beter te worden en positief te motiveren.
Helaas heb ik wel eens gezien en gehoord dat ruiters te”kak” werden gezet door een paar jury’s met opmerkingen dat het toch nooit meer wat wordt,en beter kan stoppen met rijden/of jury’s die in de proef niet meer bijkomen van het lachen ,op elk foutje die de combinatie maakt in zijn/haar proef,
daardoor ruiters het plezier/vertrouwen verliezen! Dus graag respect van beide kanten!
Ik rijd zelf met een tuiger dressuur en krijg vaak de opmerking van schrijvers dat de jury met een negatief beeld begint met de beoordeling. Natuurlijk baal ik daarvan maar ik denk niet dat het verstandig is om toe te staan om kritiek te hebben op de jury. Je bent met je sport bezig en vaak vol overgave. Dan zeg je in het heetst van de strijd vaak dingen waar je later spijt van krijgt. Ik vind dat je wel om opheldering kunt vragen maar kritiek uiten….dat zou ik niet zo snel doen. Jury zijn, is heel moeilijk en daarbij moet je het zien als vrijwilligerswerk en zonder deze juryleden zal het lastig zijn een wedstrijd te organiseren. Het zou wel fijn zijn als juryleden in het algemeen meer jureren vanuit het positieve oogpunt van hoe goed gaat het ipv wat gaat er allemaal fout.
Er zullen altijd juryleden blijven die jureren op naam of ras. De mensen die daarmee te maken hebben weten vaak zelf welke juryleden dit zijn. Ik heb al meerdere keren bij de KNHS voorgesteld om wedstrijdorganisaties te verplichten te melden wie de jury is voordat de inschrijftermijn gesloten is, zodat mensen die negatieve ervaringen bij een bepaalde jury hebben, zich af kunnen melden en nog tijd hebben om ergens anders bij te schrijven. Als het een organisatie veel inschrijvingen kost, vragen ze vanzelf de betreffende jury niet meer en krijg een soort natuurlijk verloop doordat de jury niet meer gevraagd en zo niet aan de eisen meer kan voldoen. Er zijn mensen die denken dat ruiters de juryleden na gaan reizen, maar dat gebeurt toch, dus dat voorkom je niet. Op deze manier kan een jury die een hekel heeft aan bijv. tuigers een leuke dag hebben omdat ze niet bij hem/haar willen rijden en de ruiter hoeft zijn tijd en geld niet te steken in iemand die hem toch niet waardeert. Zo voorkom je ook veel wederzijdse negativiteit, want ook de ruiter is meestal een amateur die er veel voor moet doen en laten om paard te kunnen rijden en af en toe een wedstrijd mee te pikken.
met het risico dat ik als ‘ouderwets’ word betiteld, maar vroeger kreeg je als landelijke ruiter direct commentaar na je proefje omdat je bij de jury moest verschijnen (dan werd en passant ook nog even gekeken of je tuigage wel in een goede staat was …). Dat commentaar kon heel verhelderend zijn. Soms was het zelfs zo -als er tijd over was- dat je nog even iets in de baan kon uitproberen. Erg prettig.
Nu wordt er alleen een protocol afgegeven en is het lang niet altijd zo dat de jury nog beschikbaar is voor commentaar achteraf. Ik wil graag leren van mijn proeven; naast het filmen van de proef is een goed onderbouwd cijfer op het protocol daarvoor een noodzakelijk onderdeel van het leerproces.
Mijnheer/mevrouw Koch, u hebt groot gelijk. Vroeger: dat waren nog eens tijden, ook voor ons juryleden. Een dialoog met de ruiters is tegenwoordig bijna niet meer mogelijk. Het programma wordt zo ingericht dat je 8 combinaties in één uur moet beoordelen. Dat doe je als jurylid 3 of 4 uur lang voordat je klaar bent en daarna weet je als jury echt niet meer wat er in het begin van de rubriek is gebeurd. Bovendien zijn de eerste ruiters dan ook vaak al naar huis. De oplossing: minder lopendebandwerk voor de juryleden ofwel minder ruiters per uur. Maar ja…. volgens het KNHS-wedstrijdprogramma is 8 ruiters per uur heel goed haalbaar!
Dan nog iets over het commentaar op de protocollen: een onderbouwing voor elk gegeven punt in een Utopie. Daar is gewoon geen tijd voor. Daarnaast moet alles met de hand worden opgeschreven en sommige mensen zijn daar gewoon niet zo snel in. Ze willen wel (alle respect voor al die mensen die als schrijver al die uren naast het jurylid zitten te zwoegen) maar het kan gewoon niet.
@ H Hegeman, heb jaren met veel plezier me helemaal klem geschreven bij een aantal juryleden, o.a. Harro Goudsmit en dhr Benjamins, die bij heel veel onderdelen goed of minder goed commentaar toevoegden, het kan dus wel. Dat je daardoor als schrijver weing echt mee kunt kijken naar de proef is jammer, maar je leert er toch veel van. Tellen gebeurde dan vaak door het desbetreffende jurylid terwijl ik bleef doorschrijven. Ben het wel eens met het gebrek aan tijd tegenwoordig.
MVG Maud Kochx