Van: De Paardenkrant
Aan: Jeroen Witte (trainer), Ria Beijer (paardenfokster), Wim Ernes (KWPN-hengstenkeuringscommissie dressuur)
Het longeren op de KWPN Hengstenkeuring was een groot succes. Het publiek stroomde massaal toe. Maar al die mensen konden alleen de hengsten van de KWPN Select Sale aan het werk zien. Als longeren alleen al om commerciële redenen zo belangrijk is, moet het KWPN hier dan niet de les uit trekken, dat longeren gewoon een onmisbaar onderdeel van een hengstenkeuring is?
Van: Jeroen
Ik denk dat het een goede zet zou zijn om het longeren onderdeel te laten worden van het selectiesysteem. Longeren komt toch weer iets dichter bij het gebruiksdoel en je ziet dan paarden in de aanspanning. Niet alle hengsten laten los in de kooi zien wat ze waard zijn en vele blijven vooral in galop erg gespannen. Een ieder die een commercieel grote topper van twee jaar gaat kopen, nog voor de hengstenkeuring, wil die hengst ook zien aan de longe. Dat maakt het pakket van informatie compleet voor dat moment.
Ik denk dat je het longeren zou kunnen invoeren tussen de tweede en derde bezichtiging. Dat moet dan wel in de hoofdbaan gebeuren en zou het beste door eigen mensen gedaan kunnen worden omdat die de hengst het beste kennen. Wel moeten er dan duidelijke richtlijnen komen.
De opzet van de hengstenkeuring nu is zeker goed hoor: aan de hand over de straat en los in de kooi, alles geeft informatie. Het KWPN is niet voor niets het beste stamboek ter wereld. Toch denk ik dat het longeren zeker wat kan toevoegen.
Van: Ria
Aan de longe kun je vaak wel een beter beeld krijgen van hoe een paard later in de sport zal zijn. Je kunt een paard aan de longe meer laten sluiten dan bij het vrij bewegen, waardoor paarden met dergelijke capaciteiten zich kunnen opwaarderen. Gelukkig is het bij het KWPN wel zo dat de afgevallen hengsten nog altijd via andere wegen kunnen instromen, maar door longeren zou je op de keuring wel een ander beeld kunnen krijgen van de hengsten.
Van de andere kant wordt longeren nu vooral gebruikt om de jonge paarden te trainen, maar wanneer het een onderdeel wordt van het selectietraject zal er aan de longe ook meer gekunsteld worden. Ik ben er wel een beetje huiverig voor dat die jonge paarden zo nog meer belast zullen worden. Als je kijkt naar wat die hengsten voor hun kiezen krijgen vanaf de eerste bezichtiging in Ermelo tot de presentatie van de goedgekeurde hengsten in Den Bosch een jaar later. Eigenaren en ruiters leggen elkaar vaak zoveel druk op dat sommige jonge paarden voor hun zesde jaar al niet meer gezond zijn.
Zowel bij het vrij bewegen als bij het eventueel longeren op de keuring zou daarom de nadruk niet op spectaculair lopen, maar op correct bewegen moeten liggen. Het zijn uiteindelijk niet de spectaculaire, maar de correcte, functionele paarden die in de Grand Prix boven komen drijven!
Van: Wim
Als ik spreek op persoonlijke titel, dan heb ik dit al een aantal jaren geleden onder de aandacht gebracht. Eerst in de hengstenkeuringscommissie zelf als ook bij de fokkerijraad na mijn aantreden als voorzitter. In beide gevallen was er echter geen meerderheid waardoor het vanwege een democratisch besluit niet is ingevoerd.
Mijn mening is niet veranderd. Ik vind het belangrijk dat we de hengsten beoordelen zowel op afstamming, op de straat en vrij bewegend in de kooi. Als je daar het longeren aan zou toevoegen, krijg je toch weer andere informatie: hoe de hengst beweegt met een bepaalde mate van aanspanning. Daarbij kan een hengst aan de longe meer gecontroleerd voorgesteld worden en daar heb je meer aan dan ze in de tweede bezichtiging nogmaals los in de kooi te laten zien; dit is namelijk twee keer van hetzelfde. Het longeren staat weer iets dichter bij het doel waar we naar toe willen. Hoe meer informatie uit verschillende invalshoeken, hoe beter mijns inziens de besluitvorming.
Blijft natuurlijk staan dat we een hengst pas echt goedkeuren na het verrichtingsonderzoek en dat is en blijft het belangrijkste omdat dat weer dichter bij het fokdoel komt en de milieu-invloeden zo klein mogelijk maakt. Dat is uniek en moeten we zo houden. Ik kan me daarom neerleggen bij de democratische besluitvorming van destijds.
Dit jaar voor Den Bosch is het longeren opnieuw ter sprake gekomen in een gesprek met het bestuur en directie. Ik ben en blijf een voorstander, maar het moet dan wel de meerderheid krijgen.
Deze [email protected] verscheen woensdag 18 februari 2015 in De Paardenkrant.
Poll

Akkoord. Maar doe het dan wel beter dan op de voorbije BWP-keuring, waarbij 4 hengsten alle 4 anders ‘opgetoomd’ in de baan verschenen en ze alle 4 al moesten stoppen vooraleer ze iet of wat hun stress kwijt waren.
Voorbeeldjes van hoe het (meestal) wel moet: https://www.youtube.com/playlist?list=PLEC3gH4YMsLfr8PUUOQKupGd0hc9vgFNL.
Ben het volledig eens met de drie meningen. Longeren heeft een toegevoegde waarde. Daar komt bij dat de hengsten maar geldt ook voor merries dit kunstje gewend zijn omdat ze op deze manier worden voorbereid op keuringen. Vrij bewegen in de kooi was al een grote verbetering en alle andere stamboeken hebben dit min of meer gevolgd Het probleem blijft bestaan dat door frisheid of het onder de indruk zijn van de omgeving , de paarden vluchtverschijnselen kunnen tonen , waardoor de beoordeling alleen maar moeilijker wordt.
Wat me verbaasd is de opmerking van Wim Ernes dat dit reeds is voorgesteld in de fokkerijraad wat me verbaasd. Hieruit blijkt wederom dat de organisatie van het KWPN niet deugt en moet er een andere samenstelling van de fokkerijraad komen.
Jammer dat de mensen die hier stemmen niet in de fokkerijraad vertegenwoordigd zijn. Hadden we inmiddels een grote stap voorwaarts gedaan!