Van: De Paardenkrant
Aan: Rogier van Iersel, Roelie Bril, Marc Houtzager.
In navolging van onder meer de Spaanse Sunshine Tour ging afgelopen week ook in Nederland een zomertour voor springruiters van start, de Jumping Tour Holland in Sibculo. Ruiters kunnen er starten in welke klasse ze maar willen en mogen zelf beslissen hoeveel parcoursen ze rijden. Op een dergelijke wedstrijd, waar professionals 1,40 m-parcoursen afleggen, zou toch op zijn minst een federatievertegenwoordiger rond moeten lopen die toezicht houdt op het welzijn van de paarden? Deze ‘wilde wedstrijd’ is niet goedgekeurd door de KNHS, maar dat lijkt ruiters niet tegen te houden. Kunnen we tegenwoordig maar gewoon voorbijgaan aan de reglementen van de KNHS?
Van: Rogier
Aan: allen
Als hier sprake is van oefenspringen en de omstandigheden zijn goed, dan is er natuurlijk niets op tegen dat zo’n evenement wordt georganiseerd. Maar als er sprake is van een wedstrijdvorm met prijzen, dan kan ik mij niet verplaatsen in de houding die de KNHS nu inneemt. Ik denk dat de KNHS dan op z’n tellen moet passen en moet vrezen voor precedentwerking.
Als je oefent, oefen je, zo simpel is het. Maar als je kiest voor een wedstrijd, dan is dat een bewuste keuze en aanvaard je de consequentie dat je het hele pakket aan reglementen inclusief vraagprogramma erbij krijgt. Dat moet om twee redenen onder alle omstandigheden overeind blijven. Eén: Er dient een ‘level playing field’ te zijn voor sporters. Twee: We hebben met z’n allen een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor een correcte inzet van paarden. Daarmee dragen we ook een verantwoordelijkheid voor de maatschappelijke acceptatie van onze sport. De verantwoordelijkheid die we als paardenwereld dragen is breder dan alleen onze eigen interesse.
Van: Roelie
Aan: allen
Ik ben een voorstander van goed georganiseerde oefenwedstrijden waar ruiters hun paarden optimaal kunnen voorbereiden, zoals bijvoorbeeld in Wierden. Zo’n wedstrijd is niet in strijd met de regelementen van de KNHS en er is een federatievertegenwoordiger aanwezig met verstand van zaken.
Dat een ‘wilde wedstrijd’, zoals die in Sibculo, doorgang vindt, is naar mijn mening een slechte ontwikkeling. Er is geen enkel officieel toezicht op het welzijn van de paarden. Hoe kan dat verantwoord worden als de federatie er niet achter staat?
Het gezag van de KNHS is duidelijk niet meer wat het is geweest. Denk maar aan de rhino-kwestie van afgelopen winter, ondanks waarschuwingen van de federatie gingen sommige wedstrijden gewoon door. In zo’n geval moeten de partijen met elkaar in gesprek om tot een oplossing te komen.
Van: Marc
Aan: allen
Er wordt niet voorbij gegaan aan de reglementen van de KNHS aangezien dit een oefenwedstrijd is. Ik denk dat we blij mogen zijn met zo’n goede organisatie en locatie. We krijgen in Sibculo zes weken de kans om te starten op welk niveau we maar willen. Zo kunnen we onze jonge paarden optimaal voorbereiden op de grote wedstrijden.
Ik ben overigens helemaal niet bang dat daarmee het paardenwelzijn in het geding komt. Iedereen is gek met zijn eigen paarden. Bovendien zijn we professionals, wij zijn voor onze inkomsten afhankelijk van de paarden, daar zijn we dan ook erg zuinig op. Hoewel het mogelijk is om een paard vier keer op een dag te starten, zal dat dus niet gebeuren. Mocht iemand dat toch in zijn hoofd halen, dan zijn er altijd collega’s en organisatoren – ook paardenmensen in hart en nieren – die daar iets van zullen zeggen.
Deze [email protected] verscheen dinsdag 12 juni 2012 in De Paardenkrant
Reageren kan hieronder of via [email protected]
Poll
Laden ...
Ik denk dat het niet vreemd is dat er oefenwedstrijden georganiseerd worden. Ik denk ook dat deze wedstrijden het welzijn van paarden juist kunnen verbeteren. Het is een goede gelegenheid om je jonge paarden voor te bereiden op het echte werk en om paarden die door bijvoorbeeld een blessure uit de running zijn geweest op een rustige manier weer op te kunnen pakken. Deze mogelijkheid biedt de KNHS niet voldoende, pas na drie jaar uit de running kan er compensatie aangevraagd worden. Als je paard een blessure achter de rud heeft en anderhalf jaar niet mee is geweest is het juist fijn om op een lager niveau weer in het ritme te kunnen komen. Zo verklein je de kans dat het paard te snel overvraagd wordt. Ook voor een nieuw gevormde combinatie kan het fijn zijn om op een lager niveau aan elkaar te kunnen wennen. Nu moet je in de hoogste gezamenlijke klasse uitkomen, terwijl het juist ook fijn is om in een oefenwedstrijd te kunnen aftasten hoe een paard reageert op vreemd terrein in wedstrijdsituatie. Ik denk dus dat het juist een goede ontwikkeling is dat er oefenwedstrijden worden georganiseerd en ik denk de KNHS hier juist een begeleidende rol in zou kunnen spelen om zo haar leden tegemoet te komen.
Misschien zou de KNHS eens moeten overleggen, of zij niets kunnen of moeten veranderen wat betreft hun huidige wedstrijdreglementen. Als de ondervraagde ruiters allemaal blij zijn met deze manier van wedstrijd (en ja wel, tuurlijk is het een wedstrijd!) dan ziet het er voor mij zo uit als vandaag de dag er iets mis loop binnen het wedtsrijdtraject. Dus, niet zeuren, maar samen rond de tafel en brainstormen hoe het beter kan!