Ga naar hoofdinhoud

Zijn aanparingsadviezen van toegevoegde waarde?

Van: Paardenkrant-Horses.nl
Aan: Fred Vlaar, Ron Schonewille en Koen Brinkman

Op verzoek van velen is de hengstenkeuringscommissie van het KWPN er jaren geleden toe overgegaan om aanparingsadviezen te verstrekken bij de nieuw ingeschreven hengsten. Maar is dit, zoals het nu gebeurt, wel zinvol? Bij een hengst met veel beentechniek komt nu te staan dat hij de beentechniek kan verbeteren et cetera. Moet de hengstenkeuringscommissie haar nek niet wat meer uitsteken? Of is een aanparingsadvies heden ten dage gewoon overbodig?


Van: Fred 

Fred Vlaar, fokker.

Ik vind een aanparingsadvies wel zinvol en zeker niet overbodig. Voor mij persoonlijk is zo’n advies dan wellicht overbodig, ik val onder de twintig procent van de professionele fokkers. Maar de hengstenkeuringscommissie moet wel het goede voorbeeld geven aan de tachtig procent van de fokkers die daar niet onder valt. De vier juryleden die in de hoek van de baan zitten, zijn het boegbeeld van deze fokkers. Ze vertellen wel een leuk verhaal over de ingeschreven hengsten, bijvoorbeeld over hun goede en slechte punten, alleen blijft het dan nog een moeilijke zaak. Het is wel belangrijk dat een aanparingsadvies goed wordt onderbouwd. Sommige fokkers gaan blindelings op het advies van de hengstenkeuringscommissie af. Als een aanparingsadvies goed wordt uitgelegd, kunnen zij daar baat bij hebben. Persoonlijk vind ik dat ze te weinig aandacht besteden aan de moederskant van de hengsten. Ze praten wel over het feit dat er vijf Grand Prix-vaders in de lijn zitten, dat is wel mooi, maar het is van belang dat er vijf Grand Prix-merries in de moederlijn van een hengst zitten, daar moet je mee fokken. In zijn afstamming moet sport zitten. Naar mijn idee moet de moederskant van een hengst beter en uitgebreider worden toegelicht bij het aanparingsadvies. Er zijn genoeg fokkers die daar helemaal niet op letten.


Van: Ron 

Ron Schonewille, fokker en hoefsmid.

Ik geloof niet dat de hengstenkeuringscommissie grote uitspraken kan doen over het aanparen met jonge hengsten. Volgens mij moet je dat afwachten. Het is wel een trend om jonge hengsten te promoten. Vooral uit commercieel oogpunt is het interessant om een jonge hengst te gebruiken in zijn eerste dekjaar. Het is namelijk belangrijk om de eerste collectie zonen te kunnen tonen op de hengstenkeuring. In mijn fokkerij komt het alleen bijna niet voor dat we een jonge hengst gebruiken. Ik kijk altijd de kat uit de boom, want je kunt vooraf niet zeggen of een jonge hengst een goede vererver is. Het fokken met jonge hengsten kan zo wisselvallig uitpakken. Je hebt zo veel kans op missers. Een hengst moet zichzelf eerst bewijzen. Ik wil eerst zien wat een hengst in de sport doet. Ik gebruik hem op het moment dat hij zich waarmaakt in de ring. Ik wil iets meer zekerheid bij het fokken, vooral als ik mijn fokkerij wil voortzetten met zijn vrouwelijke nakomelingen. Bij mijn oudere merries neem ik geen risico. Ik gebruik voornamelijk oudere hengsten en ik wil hem altijd in levenden lijve en onder het zadel zien. En zijn nakomelingen ook. Alle informatie is welkom. Ik hecht dan bijvoorbeeld ook waarde aan het rapport van de hengstenkeuringscommissie.


Van: Koen 

Koen Brinkman, hengstenhouder.

Je weet niet hoe een jonge hengst vererft. Uiteraard kun je er wel een verwachting bij hebben wanneer je het vaderdier in ogenschouw neemt, maar je komt er pas later achter. Het is wat voorbarig en gevaarlijk om daar nu een oordeel over te geven als je nog geen nakomelingen van een jonge hengst hebt gezien. Ik zou voorzichtig zijn met het geven van een aanparingsadvies. Je moet niet het idee hebben dat een hengst fokt zoals hijzelf is. Over een aantal jaar kom je er pas achter hoe een hengst fokt. Desalniettemin kan een fokker voor zichzelf wel een verwachtingswaarde voor ogen hebben. We moeten vandaag de dag niet onderschatten dat een fokker over veel informatie beschikt. Tegenwoordig weten fokkers veel meer dan vroeger. En alles is bekend over fokwaarden. We moeten de hengstenkeuze dus niet te veel voorkauwen maar aan de fokkers overlaten omdat ze tegenwoordig al zo veel weten en kunnen bekijken op filmpjes. Ik geloof dat tachtig of negentig procent van de fokkers een hengst zelf kan beoordelen.

Deze [email protected] verscheen woensdag 24 mei in De Paardenkrant. Nog geen abonnee? Sluit dan hier een (online) abonnement af.

 

 


Poll

Hedendaagse aanparingsadviezen van KWPN zijn niet van toegevoegde waardeLees meer »

Laden ... Laden ...

5 reacties op “Zijn aanparingsadviezen van toegevoegde waarde?

  • Irene

    Weet niet of sportwaarden zoveel zeggen.Bij het springen is het iets duidelijker al heb ik hier ook weleens berichten voorbij zien komen dat er op kleine wedstrijden met andere paarden gestart is, dan het paard waar het om gaat. Bij de dressuur wordt vaak op naam gejureerd en mogen ruiters de paarden gelijk in een hoge klasse starten en daar word bij handelspaarden gebruikt van gemaakt. Ook zijn er mensen die het paard wel netjes opleiden tot hoog niveau, maar geen zin hebben in het wedstrijd circus. Dan is er ook nog een categorie recreanten die het paard nooit start, maar waarvan niemand weet of dat paard goed of slecht zou kunnen presteren. Dan heb je nog de hobbyfokkers, die misschien maar 1 veulen fokken en die het opleiden en uit laten brengen van dat veulen te duur vinden. Er staan links en rechts prachtige paarden waar nog nooit iemand op heeft gezeten, maar die zeker de capaciteit zouden hebben. Tref je een fokproduct uit zo’n lijn dan wordt hij afgekeurd op sport, maar niemand kan zeggen of dat terecht is. Denk dat je goed moet kijken naar het paard en niet teveel je moet laten beïnvloeden door sportprestaties.

  • jw

    Wie kan nu 100 % zeggen als ik die hengst op die merrie gebruikt ,dan komt dit eruit.
    Degene die dat kan wil ik morgen in dienst nemen.
    Aanparings adviezen komen voort uit ervaringen,die opgedaan zijn ,dus wie kan van jonge hengsten dit met zekerheid zeggen.
    Koen helemaal mee eens.

  • eddy crul

    Ik vraag mij gewoon af hoeveel goede veulens er Niet geboren worden door het ophemelen van de fokkers en het fokbeleid van de stamboeken. Natuurlijk verzamelen fokkers veel informatie met als doel performante resultaten te bereiken.En dit werk apprecieer ik wel, maar geen enkel fokker weet wat het eindresultaat zal zijn. Daarbij zijn er twee zaken die bepalen hoe goed een veulen wordt.Zijn natuurlijke kwaliteiten die het meekrijgt bij de geboorte en de omstandigheden van zijn eerste vijf levensjaren en training.Dit laatste is belangrijker dan al de rest. vr gr EC

  • alie

    Een aanparingsadvies is niet te geven door iemand die je hele merriestam niet kent. De moeder en grootmoeder en overgrootmoeder spelen ook nog zo’n grote rol. Het gaat dus helemaal niet alleen om de hengst waarvan er bepaalde verwachtingen zijn. Daarna gaat het tevens, en zeker niet het onbelangrijkste, om hoe de moeder van de hengst eruit ziet en beweegt cq springt. De moeder van de hengst is in mijn beleving zeer bepalend van hoe de hengst gaat fokken. Wij kennen onze merriestammen heel goed en weten wat we aan hengsten kunnen gebruiken. Maar we hebben 6 jaar geleden ook een merrie uit Duitsland gehaald waarbij wij niet weten hoe de moeder en grootmoeder eruit zien en waarbij wij nog steeds moeten bedenken wat het beste bij haar past.

  • Marlies Weyers

    Het KWPN weet niet eens van het bestaan van sommige door hun eigen stamboek goedgekeurde hengsten. Als ik bel en vraag waar een bepaalde hengst ter dekking staat weten ze niet eens over welke hengst je het hebt. Echt te belachelijk voor woorden. Laat staan dat ze weten waar hij ter dekking staat.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.