Ga naar hoofdinhoud

Zijn hippische megacomplexen een doodsteek voor bestaande landelijke concoursen?

Van: Paardenkrant-Horses.nl
Aan: Frederik De Backer, Sietse van Dellen, Loewie Joppen

Naast Limburg en Twente is ook het Groningse Westerkwartier bezig zichzelf op de kaart te zetten als hippische regio. De vraag is op welke manier. Twente is er nog niet uit, maar de springruiters kijken wel met een schuin oog naar De Peelbergen. Is het raadzaam om zo’n mega-accommodatie neer te zetten, dat dé hippische hotspot van de regio wordt? Of is dat de doodsteek voor kleinere evenementen en accommodaties in de regio?


Van: Frederik

Frederik De Backer, omroeper en hippisch ondernemer

Een wijs man zei ooit: de supermarkt eet de kruidenier op. De klanken uit het zuiden, zowel uit België als Nederland, zijn inderdaad dat individuele organisaties verwelken in de schaduw van een mega-complex. Daar kan je niet omheen. Maar in de regio Overijssel merk je nu al dat sommige concoursen het moeilijk hebben en de schuld van die problemen kan je onmogelijk bij een ‘mega-complex’ leggen. De vraag is: hoe lang overleven zij nog, los van een groot complex nabij? Niet te ontkennen is dat de regio facilitair achterop hinkt en de van oudsher sterke uitstraling afneemt. Maar ook de spin-offs die zich in het zuiden voordoen blijven uit. Hoewel ik nog niet helemaal gewonnen ben voor een kopie uit het Zuiden, floreert die regio en zorgen de investeringen van lokale ondernemers voor een ‘verantwoordelijkheidsgevoel’. Ik zou opteren voor een gespreide aanpak over de vier provinciën heen (OV, GR, FR, DR), een cross-disciplinair masterplan met een upgrade van bestaande en eventueel aanleg van nieuwe accommodaties. De diversiteit van de regio’s en de wedstrijdomstandigheden, de identiteit en stijl van de organisaties en hun sponsors zijn karaktertrekken die op lange termijn het verschil kunnen en/of moeten maken.


Van: Sietse

Sietse van Dellen, fokker en voorzitter Westerkwartier

In de landstreek Het Westerkwartier is sprake van meerdere ontwikkelingen die de situatie ten opzichte van Limburg en Twente uniek maakt. De landbouw, met name veehouderij, heeft het lastig. De animo voor bedrijfsopvolging is sterk gedaald, waardoor agrarische gebouwen leeg komen te staan. De landstreek Het Westerkwartier heeft een karakteristiek coulisselandschap dat behouden moet blijven. Professionele- en of particuliere paardenhouders kunnen zich juist vestigen op zo’n kavel en daarmee én bebouwing in standhouden én het geheel aankleden met houtsingels. Daarbij komt dat de grondprijzen in Noord-Nederland relatief laag zijn. Deze ontwikkelingen maken vestiging interessant! Verder wordt er gewerkt aan de aanleg van 2500 hectare nieuwe natuur, waar de provincie Groningen en belanghebbende organisaties hebben toegezegd dat we in gesprek gaan om ruitersport, bijvoorbeeld een eventingterrein, in te passen. Om de paardenliefhebber en/of -professional naar het Noorden te trekken verwachten ze ook de faciliteiten, dus ook op z’n minst één hippische accommodatie waar topfaciliteiten aanwezig zijn. De hippische sector biedt het Westerkwartier volop kansen voor het economisch versterken van de regio én de leefbaarheid te behouden. Door breed draagvlak te creëren en samen te werken kan iedereen, zowel nieuwkomers als reeds gevestigden, ervan profiteren.


Van: Loewie

Loewie Joppen, springruiter uit Maasbree

Naar mijn mening is het voor Twente zeker een noodzaak om zo’n accommodatie als bijvoorbeeld de Peelbergen neer te zetten. Dit is, net als Limburg en Brabant, een geconcentreerd paardengebied. Voor het Groningse Westerkwartier zal het iets moeilijker zijn om het rendabel te maken omdat daar minder ruiters zitten. Zelf ben ik nauw betrokken bij de Peelbergen, ze hebben daar ook een aanloopperiode gehad. Maar het is er altijd druk en iedere week is er iets te doen. Doordat je zo’n goede kwaliteit kan bieden wat betreft parcoursen, bodem, mooie grote hallen en buitenterreinen, stallen met een vaste ondergrond, goede parkeergelegenheid enzovoorts kan je natuurlijk topwedstrijden organiseren, en dat trekt veel ruiters aan van over de hele wereld. Dit brengt natuurlijk bekendheid en handel met zich mee. De Peelbergen draait nu tweeënhalf jaar en het is nu al een begrip over de hele wereld. In de planning zit nog om er vijfhonderd vaste stallen bij te zetten, dan zou het helemaal fantastisch zijn. Ook voor Twente en Groningen geldt dat rondom zo’n accommodatie meer paardenbedrijven zich zullen vestigen met alle voordelen van dien. Wij zijn in ieder geval erg blij met de Peelbergen, het is voor ons gewoon niet meer weg te denken.

Deze Info@ verscheen woensdag 18 juli in De Paardenkrant. Nog geen abonnee? Sluit dan hier een (online) abonnement af.


Poll

Hippische megacomplexen zijn doodsteek voor bestaande landelijke concoursen Lees meer »

Laden ... Laden ...

4 reacties op “Zijn hippische megacomplexen een doodsteek voor bestaande landelijke concoursen?

  • Sanne

    Ik wil juist NIET naar grote wedstrijden, ik vind dat niet stoer, maar wil in alle hectiek van de dag rustig van mijn hobby kunnen genieten. Op grote wedstrijden domineren vrachtwagens vol paarden waarvoor de hobbyruiter met één paard zich keer op keer moet aanpassen. De KNHS wilde geen kleine wedstrijden meer ivm geen concurrentie. Maar ze leiden de juryleden toch Top op, deze jureren toch wat ze zien ! 1 combinatie of 10, de punten zouden niet mogen verschillen. Laat mij dan van mijn paard genieten zonder al die drukte van een groot concours met al die aankleding en stress bij de wagens !!!

  • Aalt van de Kamp

    De wereld van het grote geld heeft de paardensport overgenomen. Lokale of regionale concoursen worden door de professionele ruiters niet meer bezocht. De lokale of regionale wedstrijden zijn vaak de financiele basis onder een rijvereniging en die krijgen het moeilijk of zullen verdwijnen. de professionele ruiter heeft daar geen boodschap aan. bij de lokale wedstrijden wordt er nog vaak op een grasbodem gereden waarbij de kwaliteit wel eens verschild en dat wordt als argument gebruik om niet de starten vanwege de kwetsbare voetjes van hun genetisch fantastische fokproduct. Dat is een schijn argument. In wezen gaat het om zo snel mogelijk onder perfect geconditioneerde omstandigheden de benodigde punten bij elkaar te rijden en dan weg voor de handel. En op grasbodems zou er wel eens een balk kunnen vallen of een dressuurproef vanwege de bodem iets minder beoordeelt worden en dan moet er meer tijd in gestopt worden voordat er aan verdient kan worden. In het paardenlandschap hebben verenigingen en professionele elkaar nodig. De professionele ruiter is ook verantwoordelijk voor de verenigingen en dat gaat verder dan bij de goedkoopste startkaartlid worden.

  • Marian Raven

    Prima als er zulke accommodaties zijn, met een uitstekende bodem, goede horeca, goede organisatie. Ik heb een paar jaar geleden voor het laatst op gras gereden; ik doe het niet meer. Ik start niet zo heel vaak per jaar, moet dan wel mijn paard op ijzers hebben, wat ook het nodige kost. De graslanden zijn tegenwoordig niet meer zoals vroeger, het regent harder, waardoor ik de laatste jaren op gras een aantal keren mijn paard weer opgeladen heb zonder één hindernis te hebben gesprongen. Nu loopt mijn paard op blote voeten, ik rijd af en toe met veel plezier een wedstrijd op een perfecte zandbodem. Dat heeft niets met groot geld te maken. Integendeel.

  • Sanne

    @ Marian Raven; het gaat hier dan ook niet om een wedstrijd op een zandbodem, maar om een grootschalig complex met grotere accommodaties zomer en winter grotere deelnames om het te kunnen financieren en daardoor op de duur alleen aantrekkelijk voor volle vrachtwagens met genoeg geld. Als daar veel wedstrijden gehouden worden mag er binnen een straal geen andere wedstrijd meer georganiseerd worden en maken de kleinere wedstrijden geen kans meer.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.