Is lineair scoren van veulens nog wel de moeite waard?

Van: Paardenkrant-Horses.nl
Aan: Jacques Verkerk, Iekje van der Meer, Leontine Zanderink-ter Harmsel,

De werkgroep springen van de KWPN-fokkerijraad kijkt naar het nut van het lineair scoren van veulens op de thuiskeuring en de afstammelingenkeuring. Je kunt je inderdaad afvragen of deze tijdrovende operatie wel de moeite waard is. Anderzijds: het KWPN is met zijn lineaire scores trendsetter; andere stamboeken (met name in Duitsland en Zweden) volgen juist het KWPN op dit vooruitstrevende fokkerijpad. Is het dan wel verstandig om het bijltje er bij neer te gooien?

Van: Jacques

Het is niet zo dat je niet kunt stoppen omdat je trendsetter bent of omdat andere stamboeken het KWPN-voorbeeld volgen. Het gaat er om of je de KWPN-springpaardenfokkerij vooruit helpt met het scoren van de veulens. Als dat niet zo is, dan zou ik er zo snel mogelijk mee stoppen. De trend is dat jonge springhengsten steeds minder merries dekken en er dus kleine aantallen veulens worden geboren. Dan is het ook niet mogelijk om betrouwbare fokwaarden van de veulenscores te berekenen. Het levert dan niet genoeg informatie op voor de fokkers en de fokkerijleiding. Een gevolg van de geringe aantallen nakomelingen is dat het ook lang duurt voordat je een indruk krijgt van de verervingskracht van een hengst via zijn oudere kinderen. Het gaat dan ook jaren duren voordat een exterieur- en sportindex betrouwbaar genoeg is om er wat aan te hebben. Dan kun je net zo goed stoppen met de fokwaardenberekening. Er zal meer ingezet moeten worden om een geringer aantal jonge hengsten goed te keuren. Hengsten waarin de fokkers vertrouwen hebben en die ze meer gaan inzetten. Wanneer er meer nakomelingen van hengsten zijn, dan heeft de fokwaardenberekening pas zin naar mijn mening.

Van: Iekje

Ik ben van mening dat het lineair scoren van springveulens op de thuiskeuring en de afstammelingenkeuring weinig informatie oplevert. Wat is daar de waarde van? Het is een tijdrovende kwestie. Je moet eerst wachten tot een paard is uitgegroeid en volwassen is, dan kun je er wel een lineaire score op loslaten. Het gaat er om of het paard in het model staat wat het KWPN wil zien, of daar dicht in de buurt komt.

Wij komen uit het noorden. We zijn echte keuringsmensen en we houden ons nog heel erg vast aan de gezamenlijke keuring, omdat dat veel informatie oplevert. Als je informatie over veulens wilt krijgen, zul je ze op een centrale plek in een grote groep bij elkaar moeten brengen want dan kun je ze vergelijken. Als je veulens individueel gaat bekijken, krijg je een heel ander beeld dan in een grote groep.

Een mooi voorbeeld hiervan is de afstammelingenkeuring van dit jaar. Een aantal veulens lieten ze naar Ermelo toekomen en een aantal veulens hadden ze thuis lineair gescoord. Het beeld dat ze hadden gekregen na de thuiskeuring strookte niet met het beeld van de groep veulens op de afstammelingenkeuring in Ermelo. Eigenlijk kan dat niet, want je krijgt geen goed beeld.

Van: Leontine

Het is jammer als we het bijltje er bij neergooien. In de paardenfokkerij is de generatie-interval al best lang. Het duurt lang voordat je over gegevens beschikt. Bij veulens kun je al zien of hengsten bepaalde afwijkingen doorfokken. We weten immers dat sommige hengsten verschillende voetjes kunnen doorgeven, zoals een bokhoefje. Je kunt aan een veulen ook al zien hoe hij galoppeert, schakelt en wisselt. Ik denk dat het best veel toevoegt aan de fokkerij als je deze informatie vroegtijdig mee kunt nemen. Je beschikt eerder over informatie over bepaalde bloedlijnen.

Het kan gebeuren dat je bij een veulen ziet dat de hals er teveel op staat, of de rug wat gezonken is, en na drie jaar zie je dat er méér nakomelingen zijn die zo’n hals hebben. Op het moment dat je dat als veulen én op driejarige leeftijd hebt gezien, wordt de betrouwbaarheid van het lineair scoren en je onderzoek veel groter. Hengstenhouders hoeven tegenwoordig maar een select gezelschap aan nafok uit te zoeken voor de afstammelingenkeuring. In mijn ogen heeft dat minder waarde. Bij hengsten die tweehonderd nakomelingen hebben voortgebracht, worden de zes mooiste uitgekozen. Het is beter om dit objectief te doen, bijvoorbeeld steekproefsgewijs door middel van thuiskeuringen. Ik ben er een voorstander van als dat percentagegewijs gebeurt. De betrouwbaarheid van het onderzoek moet zo hoog mogelijk zijn.

Deze [email protected] verscheen woensdag 6 november in De Paardenkrant. Nog geen abonnee? Sluit dan hier een (online) abonnement af.

Poll

 Laden ...