Ga naar hoofdinhoud

Mag spanning invloed hebben op het aanlegcijfer?

Van: Paardenkrant/Horses.nl
Aan: Jeannette Wolfs, Marian Dorresteijn, Diederik van Silfhout

In de hengstencompetitie worden de hengsten vaak afgestraft op spanning in stap. Onvermijdelijk als de ruimte inderdaad negatief wordt beïnvloed door alle indrukken die zo’n jong paard dan opdoet. Maar het cijfer voor aanleg gaat dan ook nog eens omlaag; de betreffende hengst heeft immers voor één van de drie basisgangen lager gescoord. Dat klinkt logisch, maar is feitelijk onterecht. Juist paarden met veel aanleg zijn scherp van karakter en dus extra vatbaar voor spanning. De stelling luidt dan ook dat ‘aanleg’ als een op zichzelf staand kenmerk beoordeeld moet worden.


Van: Jeannette 

Jeannette Wolfs, jurylid

Nee. Ik heb absoluut geen moeite met de manier waarop het nu gebeurt. Datgene wat de jury ziet is een momentopname. Zij moeten dat meenemen in hun beoordeling. Het zijn jonge paarden en dan kunnen er nog weleens spanningsmomenten optreden. Als hengsten ouder worden en meer gezien hebben in hun leven, kan die stap meer tot ontspanning komen waardoor het cijfer omhoog gaat. In de hengstencompetitie worden er tevens drie gangen beoordeeld. Drie gangen tellen mee voor de aanleg. Dus datzelfde geldt voor de draf en de galop. Als daar iets in optreedt, wordt dat ook meegenomen in het cijfer voor de aanleg als totaal dressuurpaard. De ene keer is de andere keer niet. De volgende keer is je paard meer ontspannen en komen de gangen beter tot uiting. Als de stap onvoldoende is, zal zo’n paard echt minder scoren in de Grand Prix. Ik praat dan met name over de staponderdelen. Als een hengst in de stap spanning laat zien, weet een jury niet wat een paard mogelijk in huis heeft. Het is dan lastig om te zeggen of een paard heel goed kan stappen. De volgende keer kan wel weer helemaal anders zijn. Het kunnen ontspannen in de stap is een kwaliteit die, hoe hoger je komt in de dressuur, steeds zwaarder meeweegt.


Van: Marian 

Marian Dorresteijn, jurylid

Bij het cijfer voor de aanleg neem je als jury alle indrukken van het paard gedurende de proef mee. Het potentieel voor de toekomst op basis van de getoonde verrichting. Daar hoort ook zeker de kwaliteit van de basisgangen bij.
Het is natuurlijk jammer als door spanning de proef negatief beïnvloed wordt, hetgeen bij het ene paard ten koste zal gaan van de stap, maar bij een ander paard kan dat de draf negatief beïnvloeden of de galop of de aanleuning etc. etc.
De jury probeert in de hengstencompetitie , waar niet voor de afzonderlijke onderdelen een punt wordt gegeven, toch de positieve momenten op te pakken en daar de cijfers voor de basisgangen op te baseren. Een moment van spanning mag dan niet doorslaggevend zijn, maar uiteindelijk moet er wel beoordeeld worden wat getoond wordt. Als de stap ook op de betere momenten niet goed is moet de jury dat toch meenemen in het aanlegcijfer. Is er sprake van slechts een onderdeel waarin de stap gespannen is, maar toont het paard daarnaast ook een stap met wel een goede kwaliteit, dan behoort het meegenomen te worden in het cijfer voor de harmonie.


Van: Diederik 

Diederik van Silfhout, ruiter

Een jury beoordeelt datgene wat er in de baan gebeurt. Ook al stapt een hengst op het voorterrein voor een tien, daar hebben we niks aan op het moment dat hij dat in de ring niet laat zien en voor een zes stapt. De stap blijft dan in gebreke. Met een jonge hengst is het alleen moeilijk om constant een goede stap te tonen want dat wisselt nogal. Een goed jurylid kan daar wel doorheen kijken. In de hengstencompetitie zit sowieso veel stap.
Een jury kan alleen geen hoog cijfer geven wanneer een hengst van de drie keer dat hij moet stappen druk is en drie keer korte of ongelijke passen maakt. Ook al is dat een hengst waarvan ze weten dat hij eigenlijk super kan stappen, draven en galopperen. Het betere paard wordt dan derde in plaats van eerste. De jury wil een compleet paard zien dat goed kan sluiten, naar voren kan, terug kan komen, in zijn houding goed is en zijn hoofd stilhoudt. Op het moment dat één van die facetten ontbreekt, gaat het cijfer van de aanleg naar beneden. Een Grand-Prix-paard loopt echter veel meer aan elkaar en verzameld, dus alles wat een paard dan laat zien wordt een beetje korter. Het liefst zie je een hengst die een halve meter overstapt, maar het gebeurt vaak dat zo’n paard in de Grand Prix niet zo goed kan piafferen.

Klik hier om een reactie toe te voegen bij het nieuwsbericht

Deze [email protected] verscheen donderdag 05 januari in De Paardenkrant. Nog geen abonnee? Sluit dan hier een (online) abonnement af.

 


Poll

Spanning mag geen invloed hebben op aanlegcijfer Lees meer »

Laden ... Laden ...