Van: Esben
Aan: allen
Mijn plan om aanwezig te zijn op de eerste bezichtiging moest ik helaas noodgedwongen laten varen, dus ik kan niet oordelen over de gang van zaken in Ermelo. Wel wil ik iets zeggen over de functie van de hengstenkeuring in z’n algemeenheid. Die dient ertoe om de rijpaarden van de fokhengsten te scheiden. Ik ben overtuigd van het nut van strenge selectie. De populatie is alleen gediend met de allerbeste hengsten.
Eén ding moet ik hier wel aan toevoegen: Don Schufro had als 2,5-jarige waarschijnlijk niet veel kans gemaakt. Met andere woorden: op zoek naar waardevolle genetische componenten moet je wel eens ergens doorheen kunnen kijken.
Van: Emmy
Aan: allen
Ik kon me in het royale aanwijsbeleid goed vinden. Letterlijk iedereen heeft er baat bij. De fokker heeft er een aantekening voor het preferentschap van zijn merrie bij, de inzender is blij dat hij naar Den Bosch mag, de trainer heeft weer wat extra werk en het stamboek is er ook goed mee. Dit stimuleert de fokkerij en de hippische economie. In Duitsland wordt ook royaal aangewezen en wij moeten in Nederland niet achterblijven. Ik hoop dat de commissie deze lijn doortrekt.
Elk jaar weer heb je er hengsten bij zitten die er (nog) niet optimaal bij staan of die zich niet optimaal hebben laten zien. Het is heel makkelijk om daar dan een streep door te zetten. De mensen op de tribune konden immers ook wel zien dat het niet super was. Maar als uit die groep twijfelgevallen er toch één of twee voortkomen die je met plezier gaat testen, heb je je werk als hengstenkeuringscommissie goed gedaan.
Van: Peter
Aan: allen
Dat de hengstenkeuringscommissie hoge eisen moet stellen aan de aan hen gepresenteerde jonge hengsten is evident. En dat de dressuurcommissie op donderdag, de eerste dag dat men in deze nieuwe formatie moest functioneren, enkele paarden het voordeel van de twijfel gunde, is niet meer dan logisch. Men moet toch op elkaar ingespeeld raken. Ook is de presentatie een momentopname waarbij toch betrekkelijk snel beslissingen dienen te worden genomen.
De grootste zonde die de commissie kan begaan is het over het hoofd zien van een jonge kwaliteitsvolle hengst en een toekomstige topper te missen. Dit kan men onder andere proberen te voorkomen door in eerst instantie niet te zuinig te zijn met het doorverwijzen en er in Den Bosch nog een keer scherper langs te gaan. De eerste bezichtiging is een selectie voor de tweede, waar men onderscheid begint te maken tussen dekhengst of sportpaard.
Alle drie de dressuurdagen was het beleid goed te volgen. Te grote exterieurafwijkingen werden serieus genomen en de nakomelingengroepen van de jongste hengsten kregen ruime kansen. De commissie heeft zich mijns inziens dan ook goed gehouden aan het keuringsprotocol van de eerste selectie en hopelijk geen hengsten vergeten mee te nemen.
Deze [email protected] verscheen dinsdag 11 december 2012 in De Paardenkrant.
Poll

Als men bang is om ‘paarden te missen’ kun je kiezen voor ruim aanwijzen, maar dan wel graag met een dekrestrictie zodat je niet met een enorme hoeveelheid onverkoopbare paarden blijft zitten op het moment dat blijkt dat het toch niet zo’n goede keus was …
De beantwoording van deze vraag valt of staat met de invulling van de criteria die de keuringscommissie toepast. Wat zijn die criteria naast formaat en correcte beenstand?
Wat zeggen mij begrippen als type, scherp model, techniek in de benen? Wat voor invloed hebben deze begrippen op de geschiktheid voor de sport. Want het gaat om het laatste.
Mijn antwoord is: verrekt weinig.
Je kunt een hengst hebben met nog zoveel type, die daarnaast hoogbenig is,weinig achterrib heeft, een achterhand heeft die groot gehoekt is, een dijbeen heeft wat relatief verticaal ligt , een bovenarm heeft die relatief horizontaal ligt , het diepste punt van de onderlijn tussen de voorbenen heeft liggen, een relatief laag gelegen boeggewricht heeft. Zo n hengst kan naast veel type, techniek in de benen en een scherp model hebben . Maar heeft zo n hengst het geschikte model voor de sport, anders gezegd :is zo n lichaam optimaal geschikt voor het doel wat aan het paard gesteld wordt?
Het antwoord is drie keer neen! Voor het springen niet en voor de dressuur zeker niet. Betekent dat dat zo n hengst nooit kan presteren? Neen, dat betekent dat niet per definitie. Maar zo n hengst moet lichamelijk en geestelijk zoveel compenseren en pleegt daarmee zoveel roofbouw op zichzelf, dat van dit soort paarden er maar weinig overblijven in het werk. Het is de taak en de plicht zelfs van de commissie om die hengsten te selecteren, die bovengenoemde eigenschappen NIET hebben. Dit uit oogpunt van dierenwelzijn en de sport.
Helaas zijn bovengenoemde eigenschappen zo gemeengoed geworden onder het jarenlang gevoerde selectiebeleid, dat je direct al 80%van de jonge hengsten naar huis kunt sturen. In die zin wordt er veel te royaal aangewezen en worden op grond van de huidige selectiecriteria de Valegro s en de Ravel s nog steeds gemist. En wat heeft het voor zin om dit soort paarden nog een rondje mee te laten lopen om ze er in de tweede of derde bezichtiging toch uit te gooien?
Veelal worden de verschillen tussen dressuur- en springpaardenrichting breed uitgemeten. Over de overeenkomsten hoor je veel minder. Toch is het zo dat 1 hengst nog steeds van doorslaggevende betekenis is geweest voor zowel de springgerichte als ook de dressuurgerichte fokkerij. Het is goed om de lichaamsverhoudingen van deze hengst eens grondig te bestuderen en te toetsen aan de principes van de biomechanica van het paard. Dit zal de hengstenkeuringscommissie de ogen kunnen openen om niet als de blinde in het grote donkere bos hun keuzes te moeten maken . Dan blijft ze de kaalslag tijdens het verrichtingsonderzoek grotendeels bespaard.(hoewel een driejarig dier in principe nog niet aan het werk zou mogen;je reinste kinderarbeid wat door de SRP aangepakt zou moeten worden.)
En de hengst die ik bedoelde is de vader van Nimmerdor en grootvader van Ferro, genaamd FARN .
En Farn had als geen ander het vermogen om gewicht op het achterbeen te nemen wat nog steeds zowel voor dressuurpaarden als voor wendbare springpaarden een eerste vereiste is en/maar zo langzamerhand een schaars goed in de fokkerij. Farn kon dat meerdere gewicht op het achterbeen krijgen omdat zijn lichaamsbouw hem daartoe in staat stelde.
Zolang dit door de commissie niet ingezien wordt ,blijven we op de HK veelvuldig het kind met het badwater weggooien , omdat het kind niet herkend wordt. Hoe scherp je selecteert is dus veel minder interessant .Veel interssanter is hoe je selecteert.
Sjaak Hoedjes
Bergen NH