Van: De Paardenkrant
Aan: Johan Knaap (directeur KWPN), Christiaan Hendriksen (Stal Eurohill, zijn merrie Naline krijgt volgend jaar drie ET-veulens), Gert Willem van Norel (fokker/hengstenhouder de Pretendenthoeve)
De ontwikkelingen rondom embryotransplantatie onderstrepen de sterke professionalisering die de sportpaardenfokkerij doormaakt. Internationaal opererende topfokkers als Joris De Brabander en Blue Hors krijgen een steeds dikkere vinger in de pap. Is deze ontwikkeling richting een professionele ‘incrowd’ positief, of worden grote groepen fokkers zo buiten spel gezet?
Van: Johan
Nieuwe reproductietechnieken kunnen een enorme boost geven aan de fokkerij. Denk maar eens aan het effect dat kunstmatige inseminatie heeft gehad. Embryotransplantatie is een relatief nieuwe reproductietechniek die fokkers de kans biedt om van de allerbeste merries, en merries die goed in de sport lopen, meer veulens te fokken. Daardoor kan de fokkerij sneller vooruitgaan, al zal het effect niet zo groot zijn als bij KI. Het is goed dat embryotransplantatie beschikbaar is en gebruikt wordt. In de praktijk is het echter nog steeds op beperkte schaal. We zien de laatste jaren wel een toename van het aantal geregistreerde ET-veulens. Dit seizoen zijn door het KWPN ongeveer tweehonderd paspoorten uitgegeven voor ET-veulens. Op veulenveilingen worden zelfs al embryo’s in draagmoeders verkocht en die brengen mooie bedragen op.
Fokkers in België gebruiken de techniek in navolging van enkele pioniers al langer en vaker. Het zou bij ons ook best mogen stijgen, maar het moet er niet toe leiden dat fokkers uitgesloten worden. Onze fokkerij is gebaat bij een grote populatie en daarom een groot aantal fokkers. Een grote populatie geeft ruimte voor selectie en daardoor vooruitgang. Goede fokmerries zijn niet alleen in handen van professionele fokkers, ook hobbyfokkers hebben van oudsher de beschikking over topmerries. Getuige de fokkers van Valegro en HDC Silvana, die beide een toppositie op de WBFSH-rankings bezetten.
Van: Christiaan
Om met de deur in huis te vallen: met de stelling ben ik het niet eens. Ook de fokkerij is aan ontwikkelingen onderhevig. Veranderingen en vernieuwingen gaan vaak gepaard met weerstand. Dat was destijds ook het geval bij de introductie van KI, een inmiddels niet meer weg te denken onderdeel van onze fokkerij. Ook ik, als kleinere fokker, maak op beperkte schaal gebruik van ET. Op die manier ben ik inmiddels verzekerd van vrouwelijke opvolging van onze merrie Naline. Ondanks het feit dat de kosten natuurlijk flink hoger zijn, is het ook commercieel interessant om jaarlijks meerdere embryo’s te spoelen, mits je over een absolute topmerrie beschikt.
Ook voor de fokkerij geldt ‘stilstand is achteruitgang’. Daarom moeten wij gebruik maken van nieuwe mogelijkheden om meer kans te hebben om toppaarden te fokken.
Dat topfokkers als Joris De Brabander en Blue Hors een steeds dikkere vinger in de pap krijgen, zie ik niet als bedreiging. In tegendeel: laat hen met uitstekend uitgangsmateriaal – met behulp van ET – genetische tophengsten fokken, die ook weer beschikbaar komen voor andere fokkers.
Discussies over vernieuwingen zullen blijven bestaan. Wellicht binnenkort over de mogelijkheid om vooraf het geslacht van een veulen te bepalen?
Van: Gert Willem
Dat die grote jongens ineens de macht krijgen, geloof ik niet. Maar het staat nog in de kinderschoenen, en ik kan niet in de toekomst kijken. Vroeger, toen we nog geen stroom hadden, molken wij de koeien met de hand. Tien tot twaalf koeien per persoon. Dat vandaag de dag een robot dit overgenomen heeft, had ik nooit durven voorspellen. Zo zie je maar.
Hoe vaak gebeurt het dat een kampioen een kampioen brengt, zeker niet elk embryootje wordt een toppaard. De ervaring van de fokker, die blijft tellen.
Ik kom uit een gezin van dertien, en we zijn allemaal verschillend, ik ben de enige paardenman. Zelfs uit dezelfde combinatie krijg je steeds iets anders. Er kan er maar één wereldkampioen worden. Ik geloof niet dat wij ons als fokkers zorgen hoeven te maken.
Maar ik blijf zeggen: de bomen groeien vandaag nog precies hetzelfde als honderd jaar terug. Het is een kunst van elke fokker om de nuchterheid van het leven te bezien. We moeten niet doorslaan. De natuur heeft zich altijd gered.
Deze Info@ verscheen woensdag 11 september 2013 in De Paardenkrant.
Poll
Laden ...
Een grote nadruk op een bepaalde combinatie van één hengst met één merrie kan grote nadelen met zich meebrengen, zoals dat er een steeds beperktere genetische basis ontstaat. Bovendien bestaat de kans dat andere belangrijke onderdelen van de fok te weinig aandacht krijgen. Wat denkt u van een te kleine draagmerrie, waardoor de vrucht (te) weinig ruimte krijgt? Wordt de draagmerrie wel optimaal verzorgt tijdens de tijd voorafgaand aan de bevruchting (denk aan de kwaliteit van de eicel), tijdens de dracht en tijdens de zoogperiode? Hoe is het gesteld met de manipulatie van de draagmerries, om ze op het juiste moment goed te krijgen om de bevruchte eicel te ontvangen? Persoonlijk denk ik dat de enorme hoeveelheid nadelen niet opwegen tegen de voordelen. En bedenk ook eens hoe verschillend de menselijke kinderen van één echtpaar kunnen zijn. Mijn merrie had van dezelfde hengst twee zéér verschillende veulens. Dus die hele embryotransplantatie, zou je je af moeten vragen, wie wordt daar beter van?
Embryotransplantatie zet grote groepen fokkers buiten spel:
Ik ben niet zo bang dat topfokkers een extra sprong voorwaarts gaan maken tov de hobby fokkers.
Zie ook reactie; Gert Willem
Daar zou ik aan toe willen voegen: Ik denk eerder dat Stamboeken een duidelijk signaal moet afgeven door te laten zien dat niet altijd de kampioen gekozen moet worden uit een stam die al wijd en zijd bekend is.
Ook stammen die op korte termijn veel verwachtingen laten zien, zullen naar voren geschoven moeten worden. Dat betekent voor Stamboeken dat ze hun nek moeten durven uitsteken, en niet de standaard gebaande wegen moeten volgen.
Hiermee voorkom je ook dat te veel bloed van een klein groepje prestatie-stammen de overhand gaat krijgen !! Differentiatie !!
Dus het is meer een taak van Stamboeken om hier een richting aan te geven in de jurering, kwalificering van nieuw fris bloed en deze op zijn waarde te beoordelen.
Met vriendelijke groet
Jaap Doedens
Geachte J. Busser
Ik voer discussies het liefst op basis van feiten. Toch ga ik niet al u op aannames en gevoelens gebaseerde stellingen weerleggen hoewel ik dat wel zou kunnen. Wel wil ik reageren op uw vraag: “Wie wordt daar beter van?” Ik doe dit aan de hand van het praktijkvoorbeeld van een merrie van Joris de Brabander namelijk Fragance de Chalus. Deze merrie bracht naast haar sport carriere op niveau tot nu toe volgens Horsetelex 33 ET nakomelingen van 15 verschillende vaders.
25 van deze kinderen zijn inmiddels 8 jaar of ouder, waarvan er 14 op 1.40m tot 1.60m niveau presteren. Onder hen 4 goedgekeurde hengsten waarvan we mogen verwachten dat ook deze gezien hun afstamming en eigen prestaties de fokkerij echt vooruit zullen helpen.
Dus Tja,
WIE wordt hier nu beter van?
Of beter gezegd wie wordt hier nu niet wijzer van?
Ik moet nog zien dat embryotransplantatie zo”n grote vlucht neemt,in de rundvee fokkerrij is het jaren geleden ook gebracht als de grote voor uitgang maar ik hoor er niets meer van het resultaat was beperkt en veel te duur.
Wat doet ET uiteindelijk met de prijs van veulen/paarden?
Een paard wat via KI wordt gefokt kan uit dezelfde succes conbinatie miscchien 15/20 nakommelingen geven.
Nu kunnen we dit aantal in 3 of 4 jaar verkrijgen.
Exclusieviteit is onderdeel van de prijs.
Of is het over een aantal jaren voor iedereen mogelijk een top stamboom te kopen voor een schappelijke prijs. En is E.T. dan nog betaalbaar?
De toekomst zal het leren.