Van: De Paardenkrant
Aan: Harry Braspenning (internationaal jurylid), Caroline Verhoeve (parcoursbouwer), Henk van de Pol (tweevoudig winnaar Derby Eindhoven)
Van oudsher heeft de Derby binnen de springsport een beschermde status. CSI Eindhoven is het enige concours dat in Nederland een internationale Derby mag organiseren. Veel paarden zijn dan ook onvoldoende voorbereid op de natuurlijke hindernissen, zoals wallen, op- en afsprongen. Is het niet veel leuker voor de sport – en veel beter voor de opleiding van ruiter en paard – als ook op L-, M- en Z-niveau natuurlijke hindernissen in simpele Derby-wedstrijden worden opgenomen?

Van: Harry
Hier kan ik het alleen maar volmondig mee eens zijn. Denk alleen maar eens aan het plezier dat paarden in de sport hebben. De springsport heeft zich de afgelopen jaren steeds meer versmald tot een puur technische aangelegenheid op een prachtige zandbodem. Voor verreweg de meeste paarden is er nauwelijks meer sprake van variatie, noch in de hindernissen die ze springen, noch in de bodem waar ze op lopen. Met simpele walletjes, slootjes en andere natuurlijke hindernisjes kun je al op veel lager niveau de sport aantrekkelijker maken voor ruiters, publiek, maar óók voor de paarden. Ook voor de duurzaamheid van de paarden is het beter als er afwisseling is in de bodems waar ze op lopen.
En dan is er nog het aspect van de opleiding. Als paarden nooit met andere hindernissen dan gekleurde balken te maken krijgen en ze moeten in één keer een Derby van 1,50 m springen, is die uitdaging voor de paarden veel te groot. En zelfs voor de paardenhandel is het beter als paarden veelzijdiger worden opgeleid. Want de Amerikaanse of Arabische koper van een paard dat veel gezien heeft in zijn leven heeft daar plezier van.
Van: Caroline
De Derby is een bijzonder mooie wedstrijd met variërende elementen die vragen om beheersing van een combinatie van factoren om deze uitdaging aan te gaan. Paarden zijn niet gewend aan de lengte van de proef. 21 hindernissen achter elkaar springen vergt concentratie, een groot uithoudingsvermogen en kracht. Daarbij komt dat de paarden andere, voor hun onbekende, hindernissen tegenkomen in een Derby.
Een Derby al op lager niveau invoeren, dan zeg ik: ja met een maar erachter. De variatie in de training voor een Derby is voor de paarden goed en een aanvulling op de reeds bestaande sterke opleiding van fijne springpaarden in Nederland. Ik zou de Derby invoeren vanaf Z-niveau, mits hier dus voor getraind is met de paarden. Deelnemers op dit niveau weten wat ze doen en er is sprake van routine en controle. In de L zijn er naar mijn mening potentieel nog te veel risico’s aan verbonden en dat moet voorkomen worden. Voor een Derby is controle, inzicht en uithoudingsvermogen vereist en dat is er niet altijd in de lagere klassen. Vanaf de M moet dat er al wel meer zijn, onder meer om goed een driesprong door te komen en technischere parcoursen te kunnen rijden. Veiligheid moet altijd voorop blijven staan, ook op lager niveau, dat is een basis om vanuit te bouwen op alle niveaus.
Van: Henk
Het is heel goed voor ruiter en paard als ze al van begin af aan met verschillende hindernissen en bodems te maken krijgen. Er zijn trouwens bij ons in de buurt wel mogelijkheden. In Geldrop en Asten worden kleine Derby-achtige wedstrijdjes georganiseerd. Maar dit zou over het hele land nog meer gestimuleerd moeten worden, want het is leerzaam en leuk voor ruiter én paard. Als je met je paard door een beek gaat, krijg je ‘m ook tussen hand en been. Hetzelfde resultaat als wanneer je uren gaat dressuren. Maar veel leuker.
Op de terugreis van Drammen zijn we vorige week rechtstreeks naar Roelof Bril gereden. Daar hebben we dinsdagochtend wat gespeeld over walletjes. Samen met Suus Kuyten, die ik begeleid. Het belangrijkste is om de rust erin te houden. Je moet aan de ene kant druk zetten tussen hand en been om de natuurlijke hindernissen te kunnen springen, maar het moet niet te hectisch worden omdat je dan elders in het parcours fouten kunt krijgen.
Vroeger liepen toppaarden als Jappeloupe en Deister de Derby’s van Hickstead en Hamburg, daarin was het meeste geld te verdienen. Tegenwoordig worden vaak de wat mindere springpaarden voor de Derby ingezet. Maar de Derby blijft een prachtig onderdeel van de springsport.
Deze Info@ verscheen woensdag 20 mei 2015 in De Paardenkrant.
Poll

Voorheen hadden we in Gorredijk een wedstrijdterrein met een bescheiden wal en een vaste sloot.
Helaas zitten die er niet meer in. Ik vond het altijd leuk dat deze hindernissen er in zaten in het jachtparcours; en ik was niet de enige.
Als ik het mij goed herinner zat de wal er al vanaf de L in. Er was nauwelijks een paard die hem niet durfde te springen.
Als je dit soort dingen een beetje bescheiden houdt, kun je ze heus al wel in de lagere klassen verwerken. Net zo goed als bijvoorbeeld een overbouwd slootje als facultatieve hindernis in het B. Dit gebeurt te weinig, waardoor het later extra moeilijk wordt om de paarden er aan te wennen.
Goedemorgen,
Ik zou er een groot voorstander van zijn dat er ook een mogelijkheid kwam om dit soort wedstrijden vanaf het B te kunnen rijden.
Puur omdat het me leuk lijkt! Even een keer wat anders dan een normaal springparcours!
Doen! leuk voor paard, ruiter, publiek en het sluit aan bij de stijgende interesse voor eventing. Een derby is daarvoor een leuke oriëntatie en er kan meteen gekeken worden welk paard er meer aanleg voor heeft of niet.
Wij hebben de afgelopen vijf jaar in het Friese Franeker een mooie Derby tijdens Rabo Jumping Franeker georganiseerd. De eerste vier jaar voor de Z en ZZ ruiters, begin deze maand voor het eerst voor de L en M deelnemers.
Hoewel we een hele enthousiaste bouwploeg hebben, was het ronduit frustrerend dat de deelname tijdens dit concours nihil was. We hadden goed prijzengeld, veel extra prijzen en staan altijd garant voor een top bodem. Wanneer die niet in orde is, dan gaat de hele wedstrijd gewoon niet door. Punt.
Maar grote stallen bij ons uit de buurt komen niet eens meer bij ons op het gras springen, omdat het stiften draaien te vermoeiend is en bovendien is het te duur om hun paarden rondom op ijzers te zetten. Men rijdt liever een parcoursje op een zand of Agterbergbodem, niets ten nadele daarvan, zelf rijd ik daar ook graag op. Maar ook al valt daar alleen een zak wortels te winnen, nog gaan ze liever naar dergelijke wedstrijden.
Het is dus de laatste keer geweest dat wij een groot Concours met Derby organiseren. De kosten wegen lang niet op tegen de baten. Jammer, want we hadden er altijd veel plezier in en degenen die kwamen vonden het mooi om te doen. Op onze facebookpagina Jumping Franeker nog een terugblik.