Ga naar hoofdinhoud

Tijd voor evaluatie

Ad Aarts
Foto De Paardenkrant
Middels een stage bij Tjeerd Veldstra ben ik jaren geleden in aanraking gekomen met de mensport. Na verschillende jaren de pony’s getraind te hebben deed ik de meeste ervaring op als assistent bondscoach naast Tjeerd. Toen hij stopte met die functie ben ik in mijn huidige rol terecht gekomen. Naast de pony’s en het enkelspan paarden ben ik ook bondscoach van het paramenners team.

Met bijzondere belangstelling heb ik het afgelopen Wereldkampioenschap gevolgd. Op donderdag en vrijdag vond daar onder grote belangstelling de dressuur plaats. Een prachtig stadion, maar ook een perfecte ring, zorgden voor een ideale ambiance. Het heeft me verbaasd hoeveel enthousiaste mensen er op de been waren. Geweldig!

Daarnaast was de sport van hoog niveau. Al zet ik wel mijn vraagtekens bij de beoordeling van de top tien ruiters. Die was gemiddeld genomen wat aan de positieve kant. In de onder- en middenmoot zat de jury op één lijn. Maar bij de top was het verschil in punten tussen de juryleden te groot. Ik snap dat een jurylid graag goede punten geeft aan de betere combinaties. Maar onderling moeten de jurykoppels die punten wel op één lijn houden. Nu zaten daar soms wel vijf of tien punten verschil. Iets wat goed is moet je goed beoordelen, maar je hoeft niet extra te beoordelen.

Misschien is het wel tijd om het jurysysteem eens onder de loep te nemen. Zo wordt bij een cursus een heel scala gebruikt. Hoe een paard moet lopen, de tact en de aanleuning zijn daar onderdelen van. Ook dan is er weleens één paard die loopt zoals je het graag wil zien. Maar dat beeld moet je eigenlijk bij alle vier de paarden te zien krijgen. Dat ideaal plaatje zie ik lang niet altijd terug.

Men vindt wel dat het beter wordt. Maar het probleem is dat veel dezelfde juryleden steeds bij elkaar gezet worden. Op de World Cup-wedstrijden zaten namelijk dezelfde juryleden als hier op het Wereldkampioenschap. Door de onderlinge evaluatie lijkt het alsof er een bepaalde voorkeur ontstaat, waardoor men niet meer objectief kan punten.

Een ander punt van verbetering is het wedstrijdentraject. Doordat het World Cup-programma steeds uit zware wedstrijden bestaat, die elkaar snel opvolgen, is de belasting in het span groot. In die World Cup-wedstrijden gaat het erom en is de druk om te presteren hoog. Een kleinere wedstrijd tussendoor zou voor de afwisseling en belasting dan ook veel beter zijn. Het is daarom verstandig om je als rijder eens af te vragen welke wedstrijden op welk tijdstip het beste zijn.

De gouden plak voor Nederland was geweldig, al kwamen de Duitsers wel heel dichtbij. Individueel denk ik dat IJsbrand de gouden plak heeft laten liggen. Door te weinig risico’s te nemen in de vaardigheidsproef liep hij tijdstrafpunten op. Hij koos ervoor om het in draf te doen, terwijl wat galopstukken hem de gouden plak konden brengen.

Volgende week is het WK voor paramenners in Breda. Vijf landen, waaronder Nederland, verschijnen daar aan de start. Twee jaar terug wonnen we als land zilver. Dat is ook nu minimaal de doelsteling. Al gaan we natuurlijk voor goud. Op eigen bodem de Duitsers verslaan. Dat zou prachtig zijn!

Ad Aarts, instructeur NHB Deurne en bondscoach enkelspannen, pony’s en paramenners
Deze column verscheen vrijdag 24 augustus 2012 in De Paardenkrant.

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.