Op het bedrijf Henriette Hoeve in Wolfheze met pensionpaarden van Jan en Huug Schut krijgt het ruwvoermanagement veel aandacht. De laatste jaren investeren ze in graslandvernieuwing met specifieke grassen en kruiden, mede om in te spelen op uitdagingen van de toekomst.
Tot het jaar 2000 liepen op het bedrijf van Jan en Huug Schut nog melkkoeien maar daar is vandaag niets meer van te merken. De voormalige ligboxenstal is omgebouwd tot paardenstal en later zijn nieuwe stallen bijgebouwd, inclusief een ruimte met een binnenbak. In 1995 was al een begin gemaakt met stalling van enkele tientallen pensionpaarden. Uiteindelijk is de Henriette Hoeve, zoals de boerderij al eeuwen heet, uitgegroeid tot één van de grotere pensionstallen van Nederland.

Als voormalig melkveehouder weet Schut heel goed het belang van goed ruwvoer en ook wat daarvoor bij de teelt komt kijken. Jan: “We hebben altijd een passie gehad voor ruwvoer, daarmee is echt verschil te maken.” Hij benadrukt wel dat koeien geen paarden zijn wat dat betreft. “Gras voor paarden is soberder en bevat veel structuur.” Daar komt bij dat koeien worden gevoerd voor een maximale productie terwijl de paarden hier lopen voor recreatief gebruik. Voederwaardes zijn daarom minder belangrijk; aspecten als smakelijkheid en gezondheid dan weer wel.
Voederwinning in eigen hand
Dankzij een royaal areaal aan grond rondom het bedrijf hebben de broers de voerderwinning helemaal in eigen hand. Dat is een groot goed, beseffen ze. “We maken zelf de kwaliteit en het voer is constant. Dat is belangrijk want paarden kunnen niet goed tegen veranderingen in het rantsoen.”
Op het bedrijf wordt een deel van het gras gemaaid om hooi in plastic balen van te maken. Per jaar zijn zo’n 1.200 balen nodig. “We hebben een hekel aan stof en met plastic blijft het iets vochtiger. Maar het is geen kuilvoer”, benadrukt hij. De eerste snede wordt meestal eind mei gemaaid; het is dan al een aardig zware snede. Dan halen ze al de helft van het totaal aantal balen van het land af.
In het seizoen nemen de paarden een deel van het rantsoen in de wei op. De paarden gaan niet op te lang gras, zodat ze niet te veel suikers opnemen in verband met bevangenheid. De paarden lopen in principe 365 dagen per jaar buiten en alleen bij extreme weeromstandigheden blijven ze binnen. De lichte zandgrond maakt dat water snel wordt afgevoerd en percelen goed beloopbaar blijven. Afgelopen zomer zijn de maai- en weidepercelen veel beregend om de grasgroei in de benen te houden. Het kost geld maar genoeg en goed gras is vele malen belangrijker.
Onderhoud van weides
Om alle paarden elke dag te laten genieten van hun weidegang krijgt het onderhoud van de weides veel aandacht. Dat betekent ook de juiste bemesting en onkruidbestrijding. Weides worden structureel doorgezaaid ten behoeve van goed gras en een behoud van een dichte zode. Dat gebeurt met het speciaal voor paarden ontwikkelde graszaadmengsel Horse Master. Jan: “Dat is belangrijk voor de opbrengst maar ook om de groei van Jakobskruiskruid te beperken.” Ook voorkomt het volgens de paardenpensionhouder dat de paarden in de graasweiden zand mee naar binnen krijgen.

In 2021 is op enkele percelen het graszaad aangevuld met kruidenmengsels NutriHerb en Tasty Herbs van Barenbrug. Vooral het laatste mengsel wordt geadviseerd voor paarden; het is smakelijk en veilig als voer en in de wei goed bestand tegen droogte en verbetert de bodemstructuur. Dat is mede te danken aan het gebruik van twintig inheemse kruiden, waaronder duizendblad, wilde cichorei, groot streepzaad, smalle weegbree, kleine pimpernel en gele morgenster. “We hebben het idee dat in de paarden het graag hebben, ze lopen gemakkelijk naar deze percelen toe”, aldus Jan. Ook stonden de met kruiden doorgezaaide weilanden er in de droge maanden mooier bij dan de andere percelen volgens Schut.
25 tot 30% meer opbrengst met nieuw ingezaaide weides
In hetzelfde jaar is ook een deel van de weides helemaal vernieuwd. Dat was sinds de omschakeling van koeien naar paarden nog niet veel gebeurd. Het gaat in totaal om 9 hectare nieuw ingezaaid grasland. De komende jaren volgen meer percelen omdat de opbrengst en kwaliteit toch wel wat achteruitgaan.
De nieuwe maaiweides zijn ingezaaid met het mengsel Hay Master dat een onder andere een groot aandeel zachtbladig rietzwenkgras bevat. Dat heeft beter verteerbare celwanden dan gangbaar rietzwenkgras. Bijzonder aan deze grassoort is dat het tot een meter diep kan wortelen en daardoor goed bestand is tegen droogte. Het heeft verder een zeer efficiënte benutting van mineralen, hoge drogestofopbrengst en droogt sneller. “Dat maakt het erg geschikt voor hooi”, benadrukt Jan.
De ondernemer is zeer tevreden over de opbrengst van de nieuwe percelen; dankzij een extra maaisnede lag deze wel 25% tot 30% hoger dan van de oude grasmat. Dat zal naar verwachting toenemen als het rietzwenkgras in het mengsel nog sterker is ontwikkeld.
Hij benadrukt in een onzekere toekomst met uitdagingen op het gebied van onder andere beregenen, bemesten en onkruidbestrijding het belang van een robuuste hoge ruwvoeropbrengst. Schut verwacht daarom de komende jaren consequent te investeren in de kwaliteit van de grasmat.
Henriette Hoeve
Jan Schut (51) heeft met zijn broer Huug (48) paardenpension Henriette Hoeve in Wolfheze (Gld). Het bedrijf biedt ruimte aan stalling van circa 130 pensionpaarden. In totaal ligt er 55 hectare grond rond het bedrijf, volledig in gebruik als grasland. Van het areaal is ongeveer de helft om te maaien en de helft voor beweiding.
Ooit heb ik 2009 na de olympische spelen, heb ik mee gewerkt aan een lezing in Duitsland. Het Tema was, “wat is de beste doop er is” mijn Tema was het juiste voer op het juiste moment is de beste doop er is. Ik hielt het over ruwvoer als beste doop er is. Alleen is er tussen ruwvoer en ruwvoer een groot verschil. Na de spelen in HONKONG waren veel paarden positief bij doping onderzoek. Na de spelen werd ik uitgenodigd om mee te werken aan deze lezing v00r dierenartsen in genoemd land. De uitkomst was schokkend voor de wetenschap.
Ruwvoer was belangrijker dan krachtvoer. Natuurlijk is het paard geboren voor ruwvoer, niet voor krachtvoer. Krachtvoer is onze twijfel.