Pavo heeft samen met Eurofins ook het afgelopen jaar weer duizenden ruwvoeranalyses uitgevoerd. Vorig jaar was al een enorme stijging in het suikergehalte van het ruwvoer te zien, en helaas is deze niet afgevlakt maar nog meer toegenomen. Een verontrustende ontwikkeling. Wat betekent dit voor jou als paardenhouder?
Steeds meer paardenhouders laten tegenwoordig hun ruwvoer testen. “Een goede ontwikkeling”, als je het Rob Krabbenborg, productmanager bij Pavo, vraagt. “Een volwassen paard eet al snel 10-12 kilo hooi of kuil per dag. Om een compleet en afgestemd rantsoen aan te bieden, moet je dus op zijn minst weten hoeveel energie, eiwit en suiker je paard uit deze berg ruwvoer haalt. De ruwvoerkwaliteit die je uiteindelijk nastreeft, verschilt per paard. Zo heeft een lacterende merrie bijvoorbeeld meer eiwit nodig dan een recreatiepaard.”
Eiwitgehalte in ruwvoer historisch laag met flinke verschillen
De eiwitgehaltes van de onderzochte ruwvoermonsters laten grote verschillen zien: van zeer lage tot ook enkele zeer hoge waardes. Maar waar twee jaar geleden nog 49% van de monsters een lage tot zeer lage eiwitwaarde had, is dat dit jaar maar liefst 64%. Krabbenborg: “Hiermee zijn de eiwitgehaltes historisch laag. Als ruwvoer in de categorie ‘zeer laag eiwitgehalte’ valt, dan bevat het voor de meeste paarden een eiwitgehalte dat lager is dan de onderhoudsbehoefte. Om je paard gezond te houden, moet je het ruwvoer in dat geval aanvullen met een eiwitrijk krachtvoer of een speciaal eiwitsupplement.”

Producttip
Het supplement Pavo ProteinPlus is speciaal ontwikkeld om een eiwittekort aan te vullen. Met deze geconcentreerde eiwitbron voeg je uitsluitend essentiële aminozuren toe, zonder het rantsoen verder te beïnvloeden.
Suikergehalte in ruwvoer rijst de pan uit
Ook het suikergehalte in de ruwvoermonsters laat een verontrustende ontwikkeling zien. In 2021 had 33% van de ruwvoermonsters een hoog tot zeer hoog suikergehalte. Vorig jaar steeg dit naar ruim 40%, maar dit jaar zet die stijging door naar zelfs 58%. “Een zorgwekkende ontwikkeling. Dit betekent dat meer dan de helft van de hooimonsters niet geschikt is voor paarden die gevoelig zijn voor suiker. In dat geval moet je als eigenaar dus op zoek naar een geschiktere ruwvoerpartij”, adviseert Krabbenborg. Voor sportpaarden en lacterende merries is een hoger suikergehalte een minder groot probleem.
Naast het zoeken naar een beter geschikte ruwvoerpartij, is het ook mogelijk om een deel van je ruwvoer te vervangen door suikerarme ruwvoervervangers. Bijvoorbeeld Pavo SpeediBeet (snelwekende ontsuikerde bietenpulp), Pavo FibreBeet (mix van snelwekende ontsuikerde bietenpulp en luzerne) of Pavo FibreNuggets (kruidige grasbrokken). “Deze producten moet je wel weken in water voordat je ze voert aan je paard.”
Iets lagere energiewaarde
In 2023 heeft 58% van alle onderzochte ruwvoermonsters een laag tot zeer laag energiegehalte, dit is stabiel gebleven ten opzichte van vorig jaar. Twee jaar geleden was dit nog 51%. “We zien dus iets meer ruwvoerpartijen met lagere energiewaardes, waarbij het vooral voor sportpaarden belangrijk is om dit voldoende aan te vullen. Dit is heel makkelijk op te lossen met het juiste krachtvoer.”
Verklaring ruwvoerkwaliteit
De waardes in het ruwvoer hebben alles te maken met de weersinvloeden, bodemkwaliteit, oogstomstandigheden, de grassoorten in de wei en het tijdstip van maaien. Een belangrijke factor die de hoogte van het suikergehalte bepaalt, is het tijdstip van maaien. Onder ‘normale’ omstandigheden geldt dat hoe vroeger je ‘s morgens maait, hoe lager het suikergehalte is. Langere periodes van droogte kunnen ook voor hogere suikergehaltes zorgen: het gras groeit niet veel als het droog is en suiker hoopt zich dan op in de grasplant. Tot slot zorgt ook een matige (of geen) bemesting vaak voor hogere suikergehaltes, omdat het gras onvoldoende kan groeien.
Belang van testen
Het belang van het testen van ruwvoer wordt met de huidige veranderingen in de gehaltes steeds groter. Want voor alle type paarden en pony’s geldt: het rantsoen van je paard bestaat voor 70-100% uit ruwvoer. Om een gezond rantsoen samen te stellen, is het belangrijk om de kwaliteit en voedingswaarde van je ruwvoer te weten. Dit in combinatie met het gebruiksdoel of de speciale behoeftes van je paard zorgen ervoor dat je je paard zo goed en effectief mogelijk kunt voeren. Alleen als je de kwaliteit van je ruwvoer kent, kun je heel gericht aanvullen. Zo komt je paard niets tekort en voorkom je overvoeren.

Laat je ruwvoer testen
In 2016 ontwikkelde Pavo samen met Eurofins Agro de Pavo Ruwvoer Quickscan: de eerste ‘snelle’ analyse waarbij paardenhouders tegen kostprijs hun ruwvoer kunnen laten testen op energie-, eiwit- en suikergehalte. Inmiddels is de standaard scan uitgebreid met het drogestofgehalte en bestaat er ook een uitgebreide analyse, de Pavo Ruwvoer Quickscan Plus, waarbij ook de aanwezige mineralen en sporenelementen gemeten worden. Al deze inzichten zijn van groot belang voor de gezondheid en prestaties van een paard.
Naast de gehaltes laten de uitslagen ook zien of het ruwvoer geschikt is voor verschillende type paarden, zoals te dikke of dunne paarden, oude paarden, sportpaarden, drachtige merries en jonge paarden in de opfok. Naar aanleiding van deze uitslag kan het voeradviesteam van Pavo je vervolgens een heel gericht voeradvies geven voor je paard.
Klik hier voor meer informatie over de Pavo Ruwvoer Quickscan.
Om het paard te kennen moeten wij het paard en haar of zijn systeem in de natuur door de evolutie bekijken. Waarom heeft het paard z’n grote blindedarm? De (wetenschap) komt niet verder, dan te zeggen dat die groot is.
Ik heb een keer een lezing in Duitsland voor dierenartsen gegeven. Het Tema was (wat is de beste toelaatbare doop). Ik zei tegen de organisatie dat ruwvoer (hooi) de beste toelaatbare doop is. Alleen, tussen hooi en hooi zit een verschil. Dit alles moeten wij door een bril van paarden zien. Vooral niet door onze bril.