Ga naar hoofdinhoud

Holle woorden

Foto Lonneke Ruesink
Na een bezoek aan een Grand Prix-dressuurwedstrijd heb ik het FEI-dressuurreglement er nog maar eens op nageslagen. Daar stond nog steeds dat we met een harmonieuze africhting de paarden moeten opleiden tot ‘happy athlete’. Met vrijheid en regelmaat van de passen en met harmonie, lichtheid en gemak van de oefeningen. Het reglement wordt tegenwoordig zelfs vooraf gegaan door een gedragscode over het welzijn van de paarden. Daar staat wel drie, vier keer dat een paard ‘fit to compete’ moet zijn.

Beste leden van het FEI-dressuurcomité, ga ook eens naar een Grand Prix-dressuurwedstrijd. En dan niet naar zo één waar Edward Gal, Charlotte Dujardin en Nathalie zu Sayn-Wittgenstein schitteren. Kijk eens goed naar een aantal aanzienlijk mindere goden die kennelijk met noeste vlijt de zwaarste klasse hebben bereikt. In het ondereind van de Grand Prix (en soms zelfs in de middenmoot) zie ik vaak paarden slechter bewegen dan ze als drie-, vierjarige hebben gedaan. Het is met de zuiverheid van de beweging van deze paarden slechter gesteld dan in een gemiddelde L-wedstrijd. Juryleden, waar blijft uw Skala-richtsnoer, waarin de taktzuiverheid zelfs eerste vereiste is?

Wanneer maken we eens een eind aan de situatie waarin tot apparatsjik opgeleide paarden hun baasjes aan een eervol Grand Prix-resultaat helpen, alleen maar omdat ze een serie stijve eners en een bepaalde vorm van draf op de plaats beheersen? Waarom geven we op het hoogste niveau van de dressuursport zestig en meer procent aan combinaties die het tegenovergestelde doen van wat het FEI-reglement beschrijft?

Helaas blijft deze column niet beperkt tot een academisch verhaal over de vraag wat in de Grand Prix nu eigenlijk ‘winstpuntwaardig’ zou moeten zijn. Onder de paarden die 65% scoren bevinden zich naar mijn stellige overtuiging ook patiënten. Paarden die bij de oppervlakkige klinische keuring van een FEI-wedstrijd niet kreupel zijn en die in de proef niet echt ‘pijnlijk onregelmatig’ zijn, zoals het reglement beschrijft. Maar die rijp zijn voor een nader klinisch onderzoek.
Op dit moment geven juryleden een onvoldoende voor het hakkelende (wat mij betreft: zielige) drafappuyement van een niet meer zo fit Grand Prix-paard. En daar blijft het dan bij. Als de proef verder volgens de regels wordt uitgevoerd, eindigt een paard dat in niets lijkt op het nobele FEI-ideaal op een respectabel resultaat.

Beste leden van het FEI-dressuurcomité: uw reglementen hoeft u niet aan te passen, dat zijn schitterende woorden. Ze klinken alleen ellendig hol. En daar kunt u wat aan doen.

Dirk Willem Rosie, hoofdredacteur ([email protected])
Deze column verscheen op woensdag 8 januari 2014 in De Paardenkrant.

25 reacties op “Holle woorden

  • Karel de Lange

    Rosie slaat de spijker op zijn kop. Het zijn de juryleden die de FEI-reglementen aan hun opgepoetste laars lappen waardoor deze extreme uitwassen kunnen ontstaan.

    Het zijn echter niet alleen de juryleden die hiervoor verantwoordelijk zijn. Ook in de fokkerij moet Rosie maar eens diep de hand in de boezem steken.
    Helaas worden niet de FEI-reglementen als basis om goede harmonisch (fysiek en mentaal)gebouwde en bewegende dressuurpaarden te produceren maar de mode-aspecten van hoogbenige paarden, spektakel, hectiek en het klauwende voorbeengebruik van het sterk op de voorhandgaande paarden worden nog steeds als ultieme leidraad gehanteerd.

    Er zijn zelfs juryleden die regelmatig in hun beoordeling het klauwende voorbeengebruik van de achter de loodlijn geforceerde paarden als een pre omschrijven en dienovereenkomstig belonen. Terwijl het hippische journaille er geen been in ziet om deze conflicterende presentaties braaf als een geweldige vooruitgang te noteren.

    Ook de onnatuurlijke en schadelijke rollkür/LDR is mede het gevolg van de disfunctionele mode-aspecten in de fokkerij waarbij de rijkunst plaats heeft gemaakt voor een heel scala aan getruukte paarden waar de juryleden, zelfs op het hoogste niveau, zich kennelijk door laten misleiden.

  • Claudia

    Zit een kern van waarheid in helaas

  • Elisa Willemsen

    Sluit me bij de rest aan en wil nog even opmerken dat de dressuur tegenwoordig meer een egotripperij geworden lijkt te zijn, of mischien was dat het altijd al. Inplaats van samenwerking met het paard, is het tegenwoordig meet afdwingen van het paard waarbij men ook vooral Anky na-aapt met alle schadelijke gevolgen voor het paard erbij. Geen goede ontwikkeling!

  • J Andela

    slaan we met z`n allen niet iets over? bij mij op stal zit het gros de paarden aan de kop te trekken en als je vraagd waarom, weten ze het zelf niet. toch moet er ergens een instituut zijn die dat voorschrijft, waarom zouden ze dat anders doen?

  • Edith Jonker

    Helemaal mee eens..het regent gebroken diagonalen en lijkt mij dat de paarden dan geen juiste gang tonen laat staan verzameling als de stang strak getrokken wordt..
    Wanneer worden we eens wakker?!

  • Ellen kleywegt

    Helaas zijn er maar weinig mensen bereid jaren en jaren in de opleiding van hun paard te steken of zich überhaupt te bekommeren om de basisbehoefte van hun paard. Bij voorkeur op Z-nivo op 6-jarige leeftijd anders duurt het zo lang, pfffff.

  • dero

    De interpretatie van het dressuur wedstrijd rijden en de daarvoor voorgeschreven reglementen is en blijft subjectief . Het kan toch niet dat de edelbare juryleden het probleem niet zien of niet willen zien . Er is hier ook meer aan de hand , en het probleem is veelzijdig.
    Dressuur is en blijft een kapitaalkrachtige sport met verschillende belangen groepen zeker op hoger niveau , waarbij belangrijke spelers zowel nationaal als internationaal, rechtstreek of onrechtstreek invloed hebben op verschillende actoren . Wedstrijd deelnemers hierin zijn : nationale federaties , wedstrijd organisatoren ,fokkers –eigenaars, ruiters en jury’s .
    Het moet dan ook voor iedereen snel duidelijk zijn dat hoog geplaatste juryleden , naast hun competentie en visie personen zijn met een relativeringsvermogen , zodat zij in hun beoordeling , de belangen van betrokkenen niet te sterk verstoren . Een gevoelige materie waar zij ook bewust van zijn , wanneer zij op hoger niveau wensen verder te functioneren .

  • Katja Tajana

    Zelf jureer ik op provinciaal-nationaal niveau. Hoeveel paarden er onregelmatig lopen… niet normaal. (Ook heel vaak teugelmank! Zo hard dat er getrokken wordt dat daardoor de tactzuiverheid compleet verloren gaat) Ik sluit de ruiters dan ook uit wanneer ik dat zie en beschrijf vriendelijk aan de ruiter wat ik dan gezien heb, kwestie om de communicatie open te houden. Ook in het belang voor het paard. Maar wat dan niet normaal is is dat het advies niet ter harte wordt genomen. Nee, ze schelden je de huid vol, met woorden die ik hier niet durf te beschrijven. Ook denk ik dat het niveau van de instructeurs nog hoger moet hoor, het is een combinatie van factoren die we niet alleen aan de juryleden mogen toeschrijven, ook al hebben zij een verantwoordelijke taak. Tegenwoordig denk ik dat de ruiters de bomen door het bos niet meer zien. Zoveel boeken die uitgegeven worden, zoveel verschillende juryleden die er zitten, de één keurt je rijden goed, de andere niet. Zoveel instructeurs, zoveel visies,…

  • Irene

    Ook op lager niveau zie je paarden in telgang lopen als ze moeten stappen en dat de ruiters nog met punten thuis komen ook.

  • Albert Voorn

    Het is zo jammer dat er nou nooit eens een top jurylid reageert.
    Enige reden hiervoor dat men o zo bang is dat hun plaats die ze na al die jaren veroverd hebben verliezen, er durft in het gehele korps niemand op te staan! Echter vind ik dat de ruiters zelf er voor moeten zorgen dat hun rijden wel voldoet aan de door de FEI gestelde eisen doe je dit en zit je op het paard die de talenten bezit dan win je, zeker weten!

  • Dirk Willem Rosie

    Beste Albert,
    Fijn dat je reageert. Je oproep aan FEI-juryleden is me uit het hart gegrepen. Het blijft oorverdovend stil!

  • eddy crul

    Beste mr Voorn,Als de combinatie voldoet aan uw statement is dit nog geen garantie dat je zeker wint.Dan zou je kunnen winnen of dan zou je moeten winnen is realistischer.Het is nog altijd zo dat de topcombinaties voor de zelfde fout minder afgestraft wordt dan een middelmootcombinatie.En dat een topcombinatie meer punten krijgt voor dezelfde goed uitgevoerde oefening dan een onbekende combinatie.Daarbij is de jury bijlange nog niet terug afgestemd op de eisen die het FEI voorschrijft.Velen zijn nog steeds beïnvloed door de rage van het spectaculaire voorbeen zonder harmonie met het achterbeen en velen durven grote namen niet de juiste minpunten geven dat ze zouden moeten krijgen. Er is nog wat werk aan de winkel om alle juryleden te scholen of beter gezegd op één lijn te krijgen met de FEI dressuurregels.Ook hebben we moedige juryleden nodig die durven punten op wat zij op dit ogenblik zien in de ring ongeacht de naam van de ruiter,paard,trainer of nationaliteit.Zolang deze punten niet in orde zijn kunnen we van niets zeker zijn in de dressuur.
    vr gr EC

  • mr. H. Cohen

    de waarheid mag gezegd worden! Alleen ons kent ons, dus er zal weinig veranderen.

  • Albert Voorn

    Geachte Heer Crul, Ik kan mij helemaal vinden in wat U zegt, blijft bij mij echter de overtuiging dat wanneer de huidige topppaarden gereden zouden worden volgens de door de FEI aangegeven richtlijnen deze paarden hoger zouden scoren!

  • Marian Raven

    Dit probleem begint al in de laagste klasses.
    Als een (duidelijk zichtbaar) onervaren paard in het L1 op ontspanning rond gereden wordt om ervaring op te doen en er op het protocol staat dat het paard “hoger ingesteld moet worden”, als spectaculair bewegende paarden met open mond bovenaan eindigen, als in de B al een onvoldoende wordt gegeven als het stilstaan niet vierkant is, enfin de voorbeelden zijn legio.
    Waarmee ik niet wil zeggen dat alle juryleden dit doen, maar ze zijn er genoeg.
    Wanneer je als africhter een duidelijk doel voor ogen hebt laat je je daar niet direct door van de wijs brengen, maar er zijn veel ruiters die zich dit wel aantrekken. De kans is groot dat zij in de training al te vroeg op controle gaan rijden in plaats van op “fysiofitness”.
    Natuurlijk moet je in de proef punten op uitvoering van de gevraagde oefeningen, maar de harmonieuze africhting krijgt hierin naar mijn mening te weinig aandacht; juist in de lagere (opleidings)klasses.

  • H. Paerels

    Eindelijk begint het door te dringen en mag het hardop gezegd worden dat we van het padje afraken met onze paardensport. Een hele generatie dreigt verloren te gaan als er niet snel iets verandert.
    Evolutie van de rijkunst door de eeuwen heen wordt opzij geschoven door commercie en eerbejag. Oude waarden zijn volledig aan het verdwijnen.
    Wat moet er concreet veranderen willen wij het tij van slecht paardrijden keren?
    Eerlijk paardrijden, een duurzame opleiding van paard en ruiter zou het doel moeten zijn, niet de wedstrijd, die volgt vanzelf.
    Wat mij betreft komt er een geheel nieuwe opleiding op basis van de oude waarden, waarin het Skala weer de leidraad vormt, gewoon degelijk hippisch onderwijs, voor mijn part (weer) vallend onder een ministerie.
    Geen Deurne (ook geen herstart), geen ORUN, geen Academy in Hooge Mierde of in Erp en ook geen invloed meer van die logge KNHS, maar een andere, onafhankelijke opzet.
    Geen politiek, geen macht, geen geld en geen grote bekken meer, maar gewoon degelijk onderwijs voor iedereen die zich met paarden bezig houdt.
    Wat mij betreft zouden we vakmensen moeten overhalen om die kar te gaan trekken. Mensen als Henk Nooren, Albert Voorn, Henk van Bergen, evt. John Swaab of een Cor Loeffe, die ik verfoeid heb om zijn drift, maar later bewonderd heb om zijn moed om o.l.v. Piet Oothout een ommekeer te maken in zijn rijden en lesgeven. Piet Oothout was zo’n leermeester. En zo zijn er vele, vele anderen die stil en onopvallend “in het veld” hun kennis en kunde overdragen op hun leerlingen van hún leermeesters.
    Mensen opleiden om goed en eerlijk te leren paardrijden, te leren lesgeven , te leren jureren, te leren kijken door het deskundig oog van de leermeester.
    Daar hebben we geen Rollkur/LDR voor nodig! Die magie is uitgewerkt, we snappen het kunstje en nu mogen we de wrange vruchten plukken van die nalatenschap.
    Met de komst van de Moderne Dressuur/Rijderij zijn we het spoor bijster geraakt.
    Ook geen vrijstelling voor instructeurs in opleiding omdat ze op een bepaald niveau mogen starten, zoals de KNHS dat nu bedingt.
    Mensen beginnen niet meer bij het begin, maar beginnen ergens halverwege.
    Dat is wat er fout gaat: het ontbreken van ook maar enige basis!
    Elk dressuurpaard in opleiding (en zijn ruiter!) zou moeten springen. Ritme, balans; een prachtig voorbeeld in de sport is Damon Hill, op deze wijze opgeleid door Ingrid Klimke. Gelukkig zien we de goede voorbeelden m.n. in de nieuwe Duitse generatie op dressuurgebied.
    Iedereen die op een paard wil stappen zou het boek van Anthony Paalman uitvoerig moeten bestuderen. Nee, dat is geen boek voor de springruiter, maar een alles omvattend standaard werk dat in de praktijk gedoceerd zou moeten worden.
    Een internationale bestseller in 10 landen, … maar niet in Nederland!!
    De Nederlander Anthony Paalman begon zijn carrière aan de Koninklijke Nederlandse Cavalerie School. Vele internationaal rijdende ruiters zijn door hem opgeleid.
    Willen wij wat veranderen, dan zullen wij haast moeten maken, want onze leermeesters worden ouder en ouder …

  • H. Paerels

    Anthony Paalman: “Training Showjumpers”.

  • Johanna

    Goedendag,

    Een eerder zijn mening, maar gaan we nu niet een beetje te ver.
    Met sommige punten die hier aangehaald worden kan ik het echt eens zijn, maar het is echter niet zo dat alles nu fout en verkeerd is.
    Het is nu net of er helemaal niets meer goed is, vroeger was echt niet alles beter !!!
    Toen liepen er ook genoeg mensen rond zonder de nodige ervaring net als nu.
    en je kunt bepaalde ruiters wel af gaan vallen, maar zolang deze paarden nog de dertig halen, zijn ze toch altijd goed getraind en verzorgd.
    Het klopt dat het grootte geld soms voor gaat, het klopt dat de jury niet alles ziet, en uiteraard gaan sommige paarden te vroeg op wedstrijd. Maar dat was vroeger vast niet altijd veel anders.
    Maar om alles en iedereen nu af te gaan vallen, gaat toch wel heel ver.
    Kijk gewoon allemaal eens goed in de spiegel. En ga bij je zelf te rade of jij het allemaal zo goed hebt gedaan, of dat je het nu goed doet.
    Ik wens een eerder daarbij veel succes.

  • Marian Raven

    We zijn eens bezig geweest met een cursus “Komplete paardensport” en hebben in dat kader een clinic gegeven over “optimaal bewegen”. Dit gebeurde onder leiding van een paardenfysiotherapeut/instructrice, waarin de neus vóór de loodlijn een vrij belangrijke plaats innam. De wedstrijdrijdende ruiters (op hoger niveau) die daarbij waren erkenden allemaal dat de paarden beter gingen lopen in die optimale houding (die voor elk paard ook weer verschillend is), maar gaven allemaal aan dat als ze hun paard zo voor zouden stellen, ze geen punten zouden halen in de wedstrijden.
    Ik vind dat niet best.
    En of dat vroeger of nu speelt maakt mij niet uit, maar volgens mij moet je op de wedstrijden gestimuleerd worden om je paard correct te rijden en te verbeteren, niet in de krul trekken voor een prijs.

  • H. Paerels

    Beste Johanna,
    Vroeger ging er zeker ook van alles mis, daar heb je gelijk in. Maar toen was er eenduidigheid, terwijl tegenwoordig het incorrecte wordt beloond en (top-)juryleden momenteel daar een verkeerd signaal mee afgeven. Marian hierboven benoemd al een belangrijk punt.
    Men kijkt niet meer naar africhtingsfouten, maar vooral naar uitvoering(technische) fouten. En zo kan het dus gebeuren dat combinaties zogenaamd een “foutloze” proef zouden rijden, terwijl er op het africhtingsvlak van alles mis is.
    Juíst op dat vlak zou het Skala af te lezen moeten zijn.
    De juryleden in de breedtesport volgen die trend van onze huidige “voorbeelden” aan de top, maar daarmee wordt door juryleden níet voldaan aan de FEI-voorschriften, hét overkoepelende orgaan dat het correcte paardrijden dient te bewaken wereldwijd.
    Vroeger was het Skala de standaard, nu is het spektakel de norm geworden.

    Door de vervaging van de normen en oude waarden (vastgelegd in de FEI-richtlijnen) en door het fokken van geweldige kwaliteitspaarden, door de commercie én door gebrekkig onderwijs heeft dit kunnen gebeuren.
    Juryleden laten zich (af-)leiden door de bravour van de paarden zonder nog te weten en te kunnen zien of daar een gedegen africhting aan vooraf is gegaan en of dat die gewoon is overgeslagen.
    Dan krijg je dus praktijken, wat dhr. A.Voorn ook benoemt, dat juryleden bang zijn hun veroverde plek kwijt te raken door “afwijkend” te jureren en dus meelopen met de rest. Zo gebeurt het dat het incorrecte beloond kan worden.
    Daarom pleit ik ervoor dat iedereen (ruiter, jury, instructie, ringmeester en uitvoerders van de FEI) terug naar de schoolbanken gaat om door vakjatten de oude waarden bij te laten brengen.
    Het incorrecte wordt nu beloond op het hoogste niveau, terwijl juist daar de voorbeelden voor de ruiters in de breedtesport zich bevinden, maar zij nu dus foúte voorbeelden voorgeschoteld krijgen veelal.
    En dat is een kwalijke zaak.

  • Karel de Lange

    @20 en 21

    Dit betekent dus dat ruiters, die hun proef nog wel conform de FEI/KNHS-regels presenteren, worden afgestraft. De regels vormen niet meer de referentie voor de beoordeling maar willekeur en mode. Dat is de (paarden) wereld op zijn kop. Schadelijk voor de sport en de paarden. En het zegt tegelijkertijd veel over de kwaliteit/deskundigheid of beter gezegd het gebrek aan kwaliteit/deskundigheid bij de juryleden.
    Wat gaat de KNHS hieraan doen?

  • dero

    De opinie neemt een interessante wending , namelijk over normen en kwaliteit , vroeger en nu , en geheel terecht met vragen over de toekomst. Er is duidelijk een evolutie in de dressuursport , een evolutie enerzijds gebaseerd op de klassieke rijkunst doorgegeven door onze oude leermeesters , daarnaast is er nieuwe generatie van ruiters die op experimentele wijze veranderingen hebben ingebracht de rijkunst . Wellicht heeft dit ook deels te maken met de evolutie binnen de fokkerij.
    Of wij nu de juiste weg volgen blijft maar de vraag , en wat met de dressuurscala en de definitie er van ? in hoeverre is de takt , het ritme en de regelmaat , on ontbonden aan ontspanning , een ontspanning dat ook zorgt voor de correcte aanleuning , een ontspanning dat ook zorgt voor evenwicht en balans een swingende rug voortgedragen door een actieve achterhand , een ontspanning dat het toelaat om schakelingen door te laten van achter naar voor.
    Zijn deze waarden vandaag nog voorop gesteld of geeft men nu meer voorkeur aan actie en spektakel, met veel trommel vooraan en weinig gedragen achteraan , met hoog kort ingestelde paarden en vlakke ruggen , passage achtige piaffes . De vraag hoe zijn wij hierin terecht gekomen .
    En in hoeverre moeten we ons zorgen maken ?

  • H. Paerels

    @Karel de Lange
    Inderdaad, u heeft gelijk. En laten we wel wezen, gelukkig zijn ze er nog wel, de correct gaande paarden in de ring, zij het in een grote minderheid. Daar heeft dhr. A.Voorn ook een terechte opmerking overgemaakt m.i.
    Wat de KNHS hieraan doet?? Niets, die zijn mede debet hieraan en zullen deze ontwikkeling graag in stand willen houden, omdat zij er belang bij hebben.

    @Dero
    Inderdaad is de kwaliteit van de paarden omhoog geschoten, maar het feit blijft dat de biomechanica van een paard niet veranderd is.
    De nek het hoogste punt, dan is het gevólg: een neus vóór de loodlijn én een achterhand die ook werkelijk kán dalen. Het één is een gevolg van het andere, pure logica. Daarin is het paard in niets veranderd sinds het geëvolueerd is tot een éénhoevige. Dat is biomechanisch gezien een feit en over feiten valt m.i. niet te twisten.
    Moeten we ons zorgen maken voor de toekomst? Ja zeker!

  • Gabrielle van der Sluis

    Ik jureer regelmatig B en L wedstrijden en krijg vaak plaatsvervangend pijn in mijn rug als ik sommige paarden zie lopen. Ik denk dus dat het probleem al in de basis begint. Misschien te snel te veel willen van jonge paarden ? Ik wil vooral niet oordelen over collega ruiters, maar zie toch regelmatig treurige patiënten voorbij lopen. Ook ik denk regelmatig; dit kan toch nooit de oorspronkelijke bedoeling van dressuur rijden zijn ?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.