Ga naar hoofdinhoud

Schaf de Skala af

Veel van mijn dierbaren hebben meer verstand van africhting dan ik. Toch volhardde ik in discussies over de Skala der Ausbildung in mijn standpunt dat het kroonjuweel van de klassieke africhting afgeschaft moet worden. Wat mij betreft is de Skala rijp voor het Warendorfse paardenmuseum om daar naast de opgezette hengst Polydor te worden aanschouwd als interessant tijdverschijnsel. Nu de Duitse ruitersportorganisatie FN twee nieuwe termen uit de lucht heeft geplukt (evenwicht en durchlässigkeit), is mijn respect voor de Skala niet toegenomen.


Natuurlijk dreef ik mijn paardenvrienden tot waanzin. Hoe kan ik nou iets ‘passé’ vinden dat door de FN als officiële leer is ingesteld en door FEI en KNHS is overgenomen?

Ik heb drie problemen met de Skala. Zij suggereert dat de africhting wordt onderverdeeld in zes stapjes die elkaar opvolgen. Stap 1 (takt) zou dus met name in het begin van de africhting aan de orde zijn, stap 6 (verzameling) vooral bij het oudere, reeds gevorderde paard. Maar hoe gaan de officials dan om met al die paarden die op drie-, vierjarige leeftijd op basis van hun natuurlijke eigenschappen volledig taktzuiver stapten, draafden en galoppeerden en hoe oordelen zij vervolgens over diezelfde paarden als zij op latere leeftijd onder invloed van training gaan tellen in stap en viertakten in galop?

‘Die zijn niet goed opgeleid en dat wordt dan meegenomen in de beoordeling’, zeggen officials. En ze geven een triest tralopperende Pro Set van de Noorse amazone Lillan Jebsen 68,146% in de GP van de wereldbekerfinale. En dat is dus mijn tweede probleem met de Skala: de beroemde trap met zijn zes onverbiddelijke treden hoort voor juryleden uitgangspunt te zijn. Niets is minder waar! Als de Grand Prix-oefeningen getoond worden, haalt elke door ‘africhting’ gedegenereerde viervoeter een score waar ruiters met hun nog taktzuiver bewegende jonge paarden in de B of de L van dromen.

Dan de denkfout dat ‘verzameling’ pas echt de aandacht krijgt als het paard taktmatig (1), ontspannen (2), met een goede aanleuning (3), met impuls (4) en recht gericht (5) kan bewegen. Biomechanisch onderzoek van dr. Wim Back toont aan dat het allereerste effect van training onder het zadel van driejarige paarden bestaat uit een sneller gebruik van het achterbeen dat méér onder de massa wordt geplaatst.

‘Maar eigenlijk moeten ruiters de zes doelstellingen altijd nastreven’, zeggen de classici. En dat levert mijn derde Skala-probleem op. Stel de africhting dan niet voor als een trap met opeenvolgende treden. Hou op met deze versimpeling van een gecompliceerde werkelijkheid.

Dirk Willem Rosie, hoofdredacteur ([email protected])
Deze column verscheen donderdag 2 mei 2013 in De Paardenkrant.

43 reacties op “Schaf de Skala af

  • Lotje Moerdijk

    Eindelijk eens iemand die nadenkt… Ook ik heb te weinig verstand van zaken om een daadwerkelijk oordeel te vellen over dit skala, maar ik ben van mening dat je niet zomaar iets in omlijnde hokjes kunt indelen.
    Ik ben geen Natural Horsemanshipfreak, maar ik mis in dit scala toch ergens ook wel een samenwerkingsverband. Of motivatie. Persoonlijk hebben mijn paarden veel gewonnen door die twee onderdelen. Iedereen ziet toch graag een opgewekt paard, oortjes naar voren, alle tandjes bijzetten om extra goed te presteren?

  • Paardenfokkerij-Olympus

    “Hou op met de versimpeling van een complexe werkelijkheid” zo schrijft Dirk -Willem. Mijn vraag is dan: “Wie zal zich dan nog een weg kunnen banen door deze gecompliceerde werkelijkheid wanneer je dan ook nog de richtingsbordjes gaat weghalen?”
    Stelt Dirk -Willem daar iets beters voor in de plaats?
    Het Skala is juist primair ontwikkeld als leidraad om de paarden tijdens de africhting heel te houden!
    Paarden zijn vanuit de natuur niet gebouwd om gewicht te dragen. In rust hebben ze al 60% van hun gewicht op de voorbenen. De natuur heeft dit zo geregeld om de achterbenen op ieder moment de juiste stuwkracht te kunnen geven tijdens een plotselinge vlucht voor gevaar. En als er een ruiter op zit neemt die onbalans alleen nog maar toe. Om niet te struikelen moet het paard een deel van de toegenomen (horizontale) onbalans compenseren door het achterbeen iets meer bij te zetten. Zo niet dan moet het paard onophoudelijk gaan rennen om door de snelheid op de been te blijven en niet voorover te vallen. Maar om dat nu verzameling te noemen zoals Dirk- Willen suggereert is wel heel erg kort door de bocht. Een paard wat over het hek staat te rekken voor een paar sprieten mals gras heeft ook de achterbenen er helemaal onder staan. Is dat dan ook verzameling? Trouwens snelheid van het achter en of voorbeen is altijd en zelfs per definitie: een gebrek aan balans en echte verzameling.
    Het toppunt van verzameling in de huidige GP proef zou een majestueuze hoog van de grond verheven Piaffe moeten zijn met heel veel hurkenbuiging. Snelheid past hier niet bij. Snelheid is hier juist een gebrek aan kracht en balans.
    Als de voorhand goed door het achterbeen gedragen wordt is er alle tijd om welk been dan ook op tijd op de juiste plek te laten zijn voor het onderhouden van de balans tijdens de volgende pas.
    Verzameling betekent letterlijk: het verzamelen van energie en net zoals een keeper in de goal zich hurkt voor de penalty, zo hurkt ook het paard om in een fractie van een seconde te kunnen verruimen of zijwaarts te gaan of halt te houden zonder dat vooraf het paard bekend is wat er moet gaan gebeuren . De echte hurkenbuiging is echter schaars bij dressuurcombinaties. En dat is het meest opvallend te constateren tijdens de zwaarste oefeningen. Er zijn in de hele wereld geen 10 paarden die op dit punt voldoende goed afgericht zijn. Het is de internationale jury dan ook inderdaad verwijtbaar dat ze in relatie tot de B en de L ruiters veel te hoge punten weggeven.
    Verzachtende omstandigheid is, dat om alles tegelijk goed waar te kunnen nemen, een voor het menselijk oog onmogelijke opgave is. Dat kan nooit verbeteren als niet met slow-motion beelden gewerkt gaat worden!!
    Dat betekent daardoor niet dat daarom het Skala slecht is en afgeschaft moet worden.
    Naast de primaire functie: de paarden tijdens de opleiding heel te houden, is het Skala ook bijzonder nuttig als de ruiter op een probleem in de training stuit. Dat probleem is per definitie gerelateerd aan fouten in de basis, dus fouten of veronachtzaming van de onderliggende treetjes van het Skala. Zo fungeert het Skala als een controlemiddel binnen deze complexe materie .
    Dat takt niet bestaat zonder ontspanning en rechtgerichtheid, doet aan dit controlesysteem dan in de praktijk niet zoveel af. Deze drie hadden wat mij betreft dan ook naast elkaar mogen staan.
    Een volk wat zijn verleden niet kent heeft geen toekomst. Dat geldt ook voor de dressuur.
    Sjaak Hoedjes
    Bergen NH

  • Ben Beijsens

    Het Scala heb ik nooit echt gezien als treden van een trapje die je één voor één moet nemen om vervolgens bij verzameling uit te komen.
    Wat mij betreft loopt het allemaal een beetje door elkaar heen op de bovenste 2 na.
    Het laatste stukje rechtrichten zonder impuls en aanleuning lijkt me moeilijk.
    Maar na heel veel effectief schakelen en overgangen rijden en helemaal niet bewust bezig te zijn met het rechtrichten zul je wel merken dat een scheef paard al een heel stuk rechter is geworden, dus ook hier loopt weer alles een beetje door elkaar.
    Een echte hogeschool verzameling gaat niet lukken met een scheef paard maar een jong paard leert wel geleidelijk de ruiter en zichzelf te dragen en vergeleken met een net zadelmak paard is dat eigenlijk ook al een stukje verzameling. Het belangrijkste vind ik dat als je in een oefening iets van het scala verliest dat je dan teruggrijpt naar de oorzaak ipv heel vaak dezelfde oefening te herhalen zonder na te denken waarom het fout gaat. Dus Scala afschaffen? wat mij betreft zeker niet want het kan wel degelijk een leidraad zijn voor de ruiters/amazones maar ook voor de jury. Maar dan wel een beetje praktisch benaderen
    Ben Beijsens Hoogeloon

  • Meta van Oosten-Nieuwenhuyzen

    Beste meneer Rosie….had U niet beter als titel kunnen kiezen “De knuppel in het hoenderhok gegooid”?
    Persoonlijk rij ik pony/paard vanaf mijn 5de jaar (51 jaar inmiddels 🙂 ) met zeer veel liefde en passie echter van aangeboren talent en begaafdheid was geen sprake. Met veel vallen en opstaan ben ik van shetlander,welsh,new forest,Gelders,Russisch,Andalusiër/Fries uiteindelijk de eigenaresse van mijn tweede Fries in 51 jaar en dat getuigd toch van passie en liefde voor het paard en vooral van het rijden erop. In al die jaren heb ik veel geleerd van mijn instructeurs en helaas in merendeel hoe het NIET moest als geweld om de hoek kwam kijken jegens het paard. Pas enkele jaren geleden maakte ik kennis met de Methode van Antoine de Bodt. Het is de klassieke methode volgens de oude meesters. En dat waren er maar een paar,die het echt begrepen hebben.
    Voor het eerst kreeg ik uitleg over de mechanica van het paard,wanneer een paard in staat is zijn natuurlijke gangen optimaal te tonen onder een ruiter en wanneer je hem tegenwerkt en eigenlijk mishandelt.Sterker nog…mijn Friese merrie,die alleen in de rijbak continu vluchtgedrag vertoonde en steeds wilde versnellen liep met deze methode ontspannen en verzameld door de rijbak.tranen natuurlijk,want voor het eerst kon IK ontspannen rijden en voelde waartoe zij en ik in staat waren…koninklijk kan ik U verklappen 🙂
    ELK gezond paard kan dit, mits de ruiter het goed toepast en dus verdient.
    Natuurlijk blijven er altijd omstandigheden waardoor een paard onrustig kan zijn of worden,maar het skala kwekt ook vertrouwen bij de combinatie.
    Het skala zegt:
    * Rij uw paard voorwaarts en recht (neem een punt voor ogen bv A-C lijn of een paaltje)
    *Zoek ontspanning,gewoon zonder veel druk maar wel contakt en voorwaarts rijden
    *Aanleuning (bit aannemen) volgt dan vanzelf
    *Richt uw paard recht (zit U zelf ook recht en ontspannen op de bibs,teugels op maat?)
    *Verzameling kan alleen als uw paard recht gaat en volgt dan als vanzelf
    *Oprichting kan dan volgen ,omdat alleen DAN het paard de achterhand onder het lijf kan brengen en optimaal kan dragen en de buikspieren aan kan spannen en de rug ontspannen.Halthouden,subtiel en attent aandraven,mooie ronde voltes,alles gaat dan telkens beter tot goed.
    Met dit recept in het hoofd kun je elke dag weer voor het hoogst haalbare gaan,maakt niet uit waar,in de rijbak,langs ’s Heeren Wegen ,door het dorp of over het strand en tijdens de wedstrijd!!
    Paard blij,ruiter blij!!!
    Ik raad U toch aan om Das Gymnasium des Pferdes eens te lezen,het gaat niet over de moderne wedstrijden en keuringen ,maar wel over kennis,kunde, passie en plicht jegens het rijpaard en dat is mijns inziens tijdloos!Het zal U verbazen hoe toepasbaar het is en juist bij de zogenaamde “moeilijke ” paarden.
    Het blijf een hele kunst,maar met bovenstaande vuistregels kun je niet anders dan bewust inzien en begrijpen waarom een paard tot iets in staat is en wanneer niet.
    Als het paard bv niet rechtgericht gereden wordt of niet ontspannen of al sterrenkijkend met gespannen onderhals en rug,kan hij nare blessures ontwikkelen die uiteindelijk kunnen leiden tot de veearts of zelfs euthanasie!
    Veel leesplezier ,glas goede wijn erbij!
    Hallelujah 😀

  • H. Paerels

    Heer Rosie, allereerst zou impuls m.i. vervangen dienen te worden voor Schwung dat toch even wat anders is dan impuls.
    Schwung is de overdracht van de energieke impulsen uit de achterhand op de voorwaartse beweging van het paard over een losse swingende rug en een losgelaten hals. Dit geeft daardoor een verlenging van het zweefmoment.
    Dat gezegd hebbende vraag ik mij af of wij deze stelling en vooral mening van u wel serieus moeten nemen.
    Al eeuwen lang wordt er aan deze richtlijnen gewerkt.
    De elementen uit het Skala zijn níet bedoeld om letterlijk, tree voor tree opgevolgd te worden.
    Al deze elementen zijn nauw met elkaar verbonden, kunnen niet zonder elkaar en gaan als een rode draad door de opleiding van het paard.
    Het is niet voor niets dat er in fases gewerkt wordt. Dit heeft alles te maken met de tijd die een paard dient te krijgen in zijn opleiding. De elementen dienen NÍET eerst één voor één bevestigd te worden, zo werkt het Skala niet!!!
    De takt zal als 1ste element van het Skala sterk verbeterd worden nadat de ontspanning en de aanleuning weer verbeterd zijn.
    Dat een taktmatig-gaand paard wél het uitgangspunt is is logisch. Een paard dat bijv. overijld gaat (vaak te zien bij die sensibele paarden) en daardoor dus heel sterk op de voorhand gaat en versneld gaat kán niet taktmatig gaan.
    Dit wordt vaak verdoezeld omdat men de stap tegenwoordig niet meer schijnt te oefenen, nb. de moeilijkste gang, omdat alle onrechtmatigheden dan zichtbaar worden.
    Daarnaast is het zo dat wat voor u taktmatig is dat dat voor mij helemaal niet taktzuiver hoeft te zijn: door welke bril kijkt men.
    Wanneer is iets taktmatig? U schreef onlangs dat u Undercover geweldig taktzuiver vindt gaan, welnu daar kan men dan dus over verschillen.
    Overgangen verrraden de kwaliteit van de rijkunst. De ene ruiter is beter in het verbloemen van datgene wat misschien toch niet zo goed gaat als de andere.
    Een onderzoek van de één of andere wetenschapper (wellicht nog nooit met zijn zitvlak in een zadel gezeten) zeg mij helemaal niets, wel daarentegen wat onze grootmeesters door de eeuwen heen steeds weer opnieuw en opnieuw tegenkwamen, hetgeen nu gebundeld is in het Skala. Wij hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden. Dat betekent níet dat ik niet opensta voor vernieuwing. Dat moet echter ten allen tijden wel een verbétering zijn tov het klassieke Skala en tot op de dag van vandaag heb ik die nog niet gezien.
    Een snel (electrisch) achterbeen is helemaal niet wenselijk, maakt alleen het spektakel-plaatje af. Een sterk draagkrachtig achterbeen is wenselijk, omdat dat achterbeen een deel van het gewicht van de voorhand over moet nemen, dus wat die snelheid in dat achterbeen daarmee te maken heeft is voor mij, buiten het spektakel om, een raadsel.
    Het Skala is onstaan uit logica, steeds kijkend vanuit het paard.

  • Maria vd Berg

    @Rosie
    Zoals u zult weten, alles is perceptie. Elk mens zal alles wat het meemaakt, ziet en beleeft, uitleggen / interpreteren naar eigen maatstaven en mogelijkheden. Vandaar dat we, met als doel de onderlinge communicatie zoveel mogelijk helder en duidelijk te laten verlopen, op voorhand allerlei afspraken met elkaar maken.

    voorbeelden; ‘dat is blauw, dat is rood’ , ‘dat is lekker, dat is vies’ , ‘dat is geoorloofd, dat is niet geoorloofd’. Ogenschijnlijk simpele afspraken waarachter werelden van verschillen zich schuil houden.

    Vandaar, laat 10 mensen naar een en hetzelfde toneelstukje kijken en laat deze 10 mensen na afloop een samenvatting maken over wat ze hebben gezien / waargenomen. Het verschil van mening over hetgeen ze hebben gezien / waargenomen zal onthutsend zijn! Er zullen 10 verschillenden lezingen op tafel komen.

    Deze ‘Skala’ lijkt mij een uitstekend afspraken ‘boekje’. Waarmee het paard behoorlijk gediend lijkt te zijn. Alleen, bij een slaafse / rigide toepassing zou elk levend wezen ‘doodbloeden’, ‘in de dop vermoord worden’.

    Zoals met alles in het leven, verlangt elke ‘AFSPRAAK’ ( = ‘overtuiging’), of het nou om een methodisch overzicht gaat, of om een religieuze schrift, of om een juridisch wetboek, het verlangt een vrije, intelligente, een aan de tijdsgeest van dat moment tegemoetkomende en aangepaste interpretatie / uitbreiding. Waarbij het welzijn van en het respect voor anderen en onszelf nooit in het geding mag komen.

    Zo zie ik het.

  • E. van den Heuvel

    Geachte heer Rosie,

    Ik lees uw columns altijd graag en stel uw opinie over het algemeen zeer op prijs. Maar uw laatste column ‘Schaf de Skala af’ lees ik met grote verbazing. Het Skala is niet iets wat je aanhangt, maar in mijn ogen een zeer bruikbaar en onderbouwd model wat ook wetenschappelijk prima te verantwoorden is. Niet vaak wordt het kind zo lomp en zelf zonder het badwater weggegooid. Het niveau van deze column voldoet in mijn ogen in aan geen enkele journalistieke of wetenschappelijke kwaliteitsnorm. Hoe kunt u zo’n stellige en ook stemming-makende mening publiceren over iets waar u zich klaarblijkelijk totaal niet in verdiept heeft? De feiten, de argumenten en uw redeneringen kloppen stuk voor stuk niet en tonen pijnlijker wijze aan dat u uw huiswerk niet gedaan heeft. Ik mag alleen namens mezelf spreken, maar het lijkt wel of u vergeten bent dat uw (betalende) lezers meer kwalitatieve inhoud van u verwachten en gelukkig ook wel gewend zijn.
    De onjuistheid, maar ook de respectloosheid vind ik persoonlijk nogal schadelijk, aangezien een deel van uw publiek dit mogelijk niet al te kritisch zal lezen en uw stelling zal overnemen. En volgens mij is ‘goed paardrijden’ en de opleiding van ruiter en paard iets wat ons allen aan het hart gaat. Terug naar de complexe werkelijkheid moet u toch bijna als een 1 april grap bedoelen. Ik geloof naar mijn beste weten niet dat er tot op heden een beter model bedacht is wat het Skala zou kunnen vervangen. En het siert mijn inziens de FN dat zij het model verder uitwerken en verfijnen.
    Een column hoort ook prikkelend zijn en dat is u wel gelukt. Het prikkelt mij om u uit te dagen ter compensatie een verdiepende en inhoudelijk deugende publicatie over het Skala te schrijven en in uw krant te plaatsen. En ik zou graag aanmoedigen te beginnen met een uitleg waarom modellen in het algemeen juist zo essentieel zijn om enige functionele houvast te bieden in de complexe werkelijkheid.

    Met vriendelijke groet,

    Een van uw abonnees.

  • Cinto Prosperi

    Jammer dat het Scala zo wordt verward met in hokjes denken. Dat er vaak niet goed mee om wordt gegaan door de treden te koppelen aan klassen, is te betreuren. Bij het paard aan het begin van de africhting geef je in de beoordeling meer gewicht aan de eerste 3á4 treden. Die moeten goed zijn, waar bij impuls het natuurlijk handig is als je paard van nature over bruikbare voorwaartse drang beschikt en je als ruiter die naar je hand weet te zetten. Rechtrichten is niet iets om te vergeten in een beoordeling, maar je tilt er in de beoordeling van het paard cq de combinatie minder zwaar aan in de lagere klassen. Een vorm van echte verzameling (niet krullen trekken) zul je ook zeker waarderen in lagere klassen, maar je zoekt er niet specifiek naar. Het omgekeerde geldt natuurlijk ook en ik denk dat hier de discussie vaak vandaan komt: Een paard dat hoger in zijn africhting is, of (niet altijd hetzelfde) in de hogere klassen loopt, dient de eerste treden van het scala goed te laten zien. Daarbij moeten we wel meenemen dat de oefeningen in de hogere klassen ook van een hogere moeilijkheidsgraad zijn. De kans op een taktfoutje, impulsverlies, etc. is dan groter. Dat wil niet zeggen dat bij de hoogste graad van africhting de basis verloren mag gaan. Dat zien we regelmatig, maar dat moet in de beoordeling tot uiting komen en niet geaccepteerd worden omdat het paard deze stappen van africhting ‘al heeft doorlopen’. Zo werkt het dus niet.
    Het Scale biedt houvast en natuurlijk zijn er andere systemen. Misschien beter, misschien niet. Later we echter eerst maar eens proberen allemaal eenduidig te beoordelen. Daar kan het scala ons prima van dienst zijn.

  • art

    Het scala heeft in iedergeval gezorgd voor termen / definities waarmee de complexe materie beschreven kan worden. Het is niet alles omvattend of zelfs maar compleet. Het is wel een goed begin.

    Ik ben het eens dat het schematische overzicht met de piramide niet de beste is. Ik vindt het schema van Philippe Karl een beter passende, zie bv http://www.stepintodressage.com/imagesarticles/Legerete.jpg

    Het is op zich treurig genoeg dat op het “hoogste” nivo basis fouten naar voren komen, maar dit is misschien ook het gevolg van net te zware oefeningen en weer terugval op een basis fout. Wat mij betreft toont dit maar weer aan dat de piramide een slechte vorm is om de werkelijkheid weer te geven.

    NB Aan de hand van een eind score van een proef kun je slecht zien of basis fouten zijn afgestraft. Ze kunnen worden gecompenseerd of vonden plaats in de grijze zone of …

  • Anne Schramm

    Geachte meneer Rosie,
    dit commentaar laat eigenlijk alleen maar zien dat U de tekening niet echt heeft begrepen. De begrippen Gleichgewicht und Durchlässigkeit, volgens U nieuw, zijn echter niet nieuw maar zijn altijd al de resultaat geweest van de Skala der Ausbildung. En het uiteindelijke doel om met je paard na toe te werken.
    De pyramide van Takt, Losgelassenheit, Anlehnung, Geraderichtung en Versammlung is niet iets dat U stapsgewijs volgd, maar iets, wat in elkaar over gaat. Zonder Takt geen Losgelassenheit, zonder Takt en Losgelassenheit geen Anlehnung enz. Maar hetzelfde geldt ook andersom…
    Heel goed te zien dat er momenteel professionele dressuuramazones met name Helen Langehanenberg, Dorothee Schneider of Kristina Sprehe zijn die super laten zien, waar een traditioneel, naar Uw mening oudsgewijz, training van paarden ertoe leidt… En ja, ook of liever vooral naar een happy en tevreden athleet paard!

  • Laura

    Het skala is meer als dit plaatje alleen. Als je de theorie niet kent en het plaatje niet snapt heeft het weinig zin er een artikel over te schrijven.
    Het zijn deze 6 factoren die als je ze voor elkaar hebt er samen voor zorgen dat je paard dürchlassig wordt. In de lagere klassen zullen in de praktijk de onderste 3 punten van deze piramide wat zwaarder wegen op het resultaat en naarmate de africhting vordert zullen de laatste 3 punten steeds meer invloed krijgen op het gaan van het paard. Dat betekent helemaal niet dat die onderste 3 punten dan ineens niet meer meedoen. Het gaat hier juist om de samenwerking van al deze punten samen en de invloed die ze op elkaar uitoefenen. Dürchlassigkeit een nieuwe term? Misschien een term die te vaak vergeten wordt, maar die staat er bij de orginele versie echt al een eeuwigheid bij.
    Het skala wordt al uitgebreid behandeld tijdens KNHS-opleidingen op het allerlaagste nivo, maar blijkbaar moet het er nog meer doorheen gedrukt worden als de kennis hierover blijkbaar bij sommigen beperkt blijft tot een plaatje.

  • Patricia Ahlström

    Ik ben niet zo’n traditionalist of Duits-fanaat. Maar hier kan ik helaas pindakaas niet in meegaan lieve mijnheer Rosie.

    De ‘Skala’ is een verduidelijking en uiteenzetting van voorwaarden die onlosmakelijk van elkaar verbonden én onomtwistbaar zijn. De ‘Skala’ is de essentie en succesfactor van elk systeem die wij kennen in de dressuur. Het gaat erom wat de ‘Skala’ voor staat en wat voor (complexe) achterliggende processen de ’treden’ representeren. Deze ‘Skala’ kan gebruikt worden van punt 1 t.m. 6 in een trainingsuur en/of als een leidraad voor het verdere werk van paard en ruiter. Ik vindt het een ‘strike of genius’ om een dergelijke ‘Skala’ in het leven te brengen. Zijn er Nobelprijzen hiervoor??

    1. Takt en regelmaat; waarborgt dat het paard gezond is, nergens ‘knelpunten’ heeft en vrij zijn lichaam evenredig kan bewegen, met even lange passen. Als een paard niet in staat is om in takt en regelmaat te lopen kan het paard zich niet fysiek nog innerlijk ontspannen. (Dat het vaak de ruiter is die de boosdoener is bij het ontbreken van takt en regelmaat, laat ik terzijde.)
    2. Ontspanning. Dat is een resultaat van takt en regelmaat (het paard blokkeert nergens in zijn lichaam of innerlijk). Zonder deze fysieke en mentale ontspanning staat het paard spiertechnisch en ‘emotioneel’ niet ‘open’ voor meer inspannend werk en voor goed doorkomende hulpen van de ruiter. Ontspanning is ook een teken van vertrouwen in de ruiter en in de situatie waarin het paard zich bevindt.
    3. Aanleuning. Alleen als het paard zijn lijf ‘los’ laat en de spieren dus niet ongewenst op spanning en gecontracteerd houdt, kan het geraamte van het paard zijn maximale reikweide bereiken, waardoor het paard zich ‘stretcht’ in de bovenlijn en dus contact zoekt met de hand van de ruiter. Het is NIET mogelijk om een correcte aanleuning te krijgen als het paard niet ontspannen loopt en zijn lichaam aan beide kanten vrij, zonder belemmeringen, kan bewegen (regelmaat en takt). En aanleuning is ALLEEN het gewicht die de ruiter in zijn handen ontvangt van de naar voren stretchende spieren van het paard, NIET het op de voorhand hangend paard.
    4. Impuls. Pas als de ruiter de aanleuning (het wordt zegt het al) krijgt van zijn paard kan hij de dynamiek van de beweging ontwikkelen via impuls, variatie in impuls (tempowisselingen, overgangen) – een balanceerstuk tussen achter- en voorhand, been, zit en hand van de ruiter – als ware de schommel die je in je paard creëert. Via de impuls staat de weg open naar het rechtrichten en verzameling (óf het door de ruiter geïnitieerde vermeerderd doorkomen van de achterhand, zij het eenzijdig – bij rechtrichten, zij het tweezijdig – bij verzamelen.
    5. Rechtrichten. Hiervoor heb je de impuls, de aanleuning, de ontspannend swingende rug en gewrichten nodig. En pas als je paard rechtgericht is het in staat om beide achterbenen evenredig onder te brengen in verzameling (6.).
    Een andere volgorde is gewoonweg niet mogelijk. De TOEPASSING is weleens wat vloeibaarder dan de ‘Skala’ aangeeft, maar dat kan ook niet anders. Het is net als de grondwet. De pilaren van de samenleving. Maar deze kunnen niet elk nuance en complicatie van het leven in zijn geheel binnen zijn kaders omarmen. Onmogelijk. Maar daarom is de validiteit niet teniet. Het gaat hier om de grote lijnen.
    Ik wordt elke dag geconfronteerd met het vallen en opstaan (gelukkig niet altijd letterlijk) bij het africhten van paarden. Elke situatie heeft zijn eigen kleurnuance, zijn unieke code, gezien de complexiteit van het werk en de correlatie ruiter/paard. Maar ook al bestaan er miljoenen nuances en variaties, blijven de kleuren van het spectra bestaan – de basiskleuren waar je alles naar kan herleiden. Hetzelfde met de ‘Skala’. Zolang elk systeem respect voor de ‘Skala’ heeft zal het succes hebben. Daar ligt de ‘ziel’ van elke benadering van het functioneren van het paard.
    Wat ik WEL zou willen, is een Skala voor de ruiter!!! Voor daar kunnen wij met z’n allen wel veel meer aandacht aan schenken.
    Nee, mijneer Rosie, kom niet aan mijn ‘Skala’. Die helpt mij elke keer weer op de benen en brengt licht in de duisternis als ik even de weg ‘kwijt’ ben. Het is mijn pen en liniaal, mijn baken op frustrerende momenten van onmacht en verstandsverbijstering. Ik heb hem jarenlang in twijfel getrokken, vaak omdat ik het maar zo’n oud ‘ding’ vond. Ik dacht zelf beter te weten. Maar niet. Ik heb in mijn leven tot nu toe geen enkele situatie meegemaakt waarin de ‘Skala’ mij geen antwoord wist te geven. Als ik lesgeef helpt het mij de juiste analyse te maken van welk probleem echt het ‘basisprobleem’ is van een combinatie.
    Verder over de toevoegingen; Balans en durchlässigkeit is volgens mij een resultaat van de wisselwerking tussen impuls, ontspanning en rechtgerichtheid (buiten het natuurlijke aanleg van een aantal paarden, die het ‘aangeboren’ hebben). Bovendien kan alleen een paard durchlässig zijn als het in balans loopt.
    Nou, dat was het dan. Succes iedereen met de discussie! 🙂
    P.S. Ik moet nog zien wie zijn paard zonder ontspanning, aanleuning, impuls en rechtgerichtheid verzameld kan laten lopen…… (lees ‘mission impossible’).

  • Meta van Oosten

    Meneer Rosie…..Bent U er nog? 😀 ,
    “Het is zo stil aan de overkant”
    Het kroonjuweel is weer opgepoetst…nu U weer!

  • Karel de Lange

    @5 H. Paerels
    >>Een snel (electrisch) achterbeen is helemaal niet wenselijk, maakt alleen het spektakel-plaatje af. Een sterk draagkrachtig achterbeen is wenselijk, omdat dat achterbeen een deel van het gewicht van de voorhand over moet nemen, dus wat die snelheid in dat achterbeen daarmee te maken heeft is voor mij, buiten het spektakel om, een raadsel.<<

    U slaat de spijker op zijn kop. De term van het snelle achterbeen is in het moderne jargon een eigen leven gaan leiden zonder dat men beseft wat voor onzin men eigenlijk uitslaat. Het diagonale voor- en achterbeen moeten in de beweging een gelijke afstand overbruggen. Ik neem dat dit geen nadere uitleg behoeft. Om een gelijke afstand te kunnen overbruggen moeten het diagonale voor -en achterbeen eenzelfde bewegingsuitslag en dezelfde snelheid maken anders zouden de voor- en achterhand immers een ongelijke afstand overbruggen hetgeen fysiek onmogelijk is. Het zogenaamde snelle achterbeen is dus niets dan een paard dat als een nietmachinetje zonder draagkracht, balans en zweefmoment rondgaat. Wat wel van het grootste belang in een gebalanceerd bewegingsproces is dat het achterbeen altijd vóór het voorbeen landt en dat het achterbeen in de afzet altijd als laatste vertrekt. Om dat te kunnen zien, komt echter meer bij kijken dan het signaleren van een contraproductief snel achterbeen.

    @9 Anne Schram
    U heeft helemaal gelijk. De Skala is geen trapsgewijs proces maar een proces waarin de onderdelen vloeiend in elkaar overgaan en waarbij evenwicht en durchlässigkeit permanente voorwaarden zijn. Zonder evenwicht en durchlässigkeit is er ook geen Skala. Laat staan progressie.

    Overigens hebben we al eens meer gezien dat Rosies hersenspinsels compleet aan de functionele voorwaarden voorbijgaan. Nog niet zolang geleden beweerde Rosie nog bij hoog en laag dat de dressuurpaarden lange voorbenen moesten hebben. Inmiddels is hij ook daar van teruggekomen en het hoeft ons niet te verbazen dat wanneer Rosie ook het Skala onder de knie krijgt, hij ook voorgoed van de geforceerde LDR/rollkürmethode genezen is.

  • Dirk Willem Rosie

    @Meta: Excuus voor deze verlate reactie.
    @Allen: Als iemand ergens kritiek op heeft is het makkelijk om te veronderstellen dat deze kritiek voortkomt uit onkunde. Het was voor de discussie mooier geweest als u was ingegaan op de argumenten. Bijvoorbeeld op het wetenschappelijke feit dat ‘verzameling’ vanaf dag één van de africhting aan de orde is.
    Uiteraard begonnen de oude rijmeesters pas in een gevorderd stadium van de africhting aan de verzamelde oefeningen. Net als overigens de moderne en de toekomstige rijmeesters. Maar dat moment om via de verzamelde basisgangen richting pirouette, passage en piaffe te werken komt niet uit de lucht vallen. Daar is natuurlijk een heel proces aan vooraf gegaan en dankzij Wim Back c.s. weten we dat dit op dag één begint. Overigens weten we van jonge paarden-specialisten als Emmelie Scholtens dat zij ook met jonge paarden aan de verzameling werken door te schakelen.
    In de tijd van De la Guérinière en Steinbrecht waren er nog geen infrarood-camera’s. Nu we kunnen beschikken over nieuwe technieken en inzichten mogen we best eens kijken naar de in tijd gestolde expertise van de rijmeesters die ons voorgingen.
    Ik had graag uw reactie gelezen op mijn vaststelling dat driejarigen doorgaans in zuivere viertakt stappen, in zuivere tweetakt draven en in zuivere drietakt galopperen en dat deze taktzuiverheid pas in het gedrang komt als er aan de verzamelde oefeningen wordt gewerkt. Maar bovenal had ik van u willen weten wat de Skala waard is als leidraad bij de beoordeling.
    Het spijt me, lieve mevrouw Ahlström, dat ik de indruk heb gewekt dat ik de Skala wilde afpakken. Zoals ik in het begin van mijn column heb aangegeven word ik zelf omringd door mensen die er grote waarde aan hechten. Het is alleen maar mooi dat mensen er bij het trainen van hun paarden houvast aan ontlenen, ook al is het wat verwarrend dat iets wat niet als trap gezien moet worden wel als trap wordt voorgesteld.
    Het afschaffen, waar de kop van deze column gewag van maakt, is alleen bedoeld voor de sportbonden en hun jurysysteem. Een Grand Prix-paard dat zijn takt heeft verloren scoort bijna twee winstpunten! En Don Johnson, die in de Kür van de Wereldbekerfinale zijn hoofd geen seconde stilhield, zijn hoofd vaak scheef hield en zijn mond open deed, werd met ruim 80 procent beloond! Als dit de manier is waarop de FEI de Skala hanteert als richtsnoer voor de beoordeling, als juryleden op het hoogste niveau nog maar weinig kijken naar zaken die in het begin van de Skala (trede 1: takt en trede 3: aanleuning) aan de orde zijn, dan mag die Skala van mij onmiddellijk de prullenbak in.

  • H. Paerels

    Geachte heer Rosie,
    Graag wil ik even ingaan op 2 punten uit uw reactie.
    * het feit dat de o.m. de takt hedentendage niet of nauwelijks zichtbaar meer is tegen de tijd dat men aan de verzamelende oefeningen begint, wil zeggen dat m.n. juist bij die desbetreffende combinaties men NÍET aan de hand van het Skala heeft getraind, maar juist op de moderne wijze, waarbij door die “moderne” trainingsmethode al het natuurlijke bij het paard er UÍT gereden wordt. Dáár ligt het aan.
    * De FEI, als organisatie, heeft deze richtlijnen opgesteld zodat ernaar gehandeld dient te worden door o.a. juryleden. Als deze juryleden zélf nauwelijks bekend zijn met wat het Skala in de praktijk inhoudt, tja, dan is daar maar één antwoord op: terug naar de schoolbanken en nodig een aantal klassiekers eens uit voor goed onderricht.
    De beste beslissing die Tjeerd Velstra (oud-dir. Deurne) ooit nam, was dat hij Piet oothout naar het Hippisch Centrum in Deurne haalde om de docenten bij te spijkeren!
    Cor loeffen heeft tot net voor het overlijden van Piet Oothout bij deze man sindsdien gelest, … Cor wist kennelijk niet dat het zo ook kon, terwijl hij als Deurne-docent toch echt het Skala moest “verkopen” aan de student …

  • Karel de Lange

    Eindelijk legt Rosie, weliswaar voorzichtig, de vinger op de zere plek. Niet op de Skala of de “Object and general principles” van de FEI, die hier al ettelijke keren compleet zijn geprojecteerd, valt iets af te dingen. Het zijn de juryleden die niet volgens deze klassieke FEI regels jureren en zij moeten worden aangepakt.
    De nek niet als hoogste punt, de neus niet voor de loodlijn, de stangen dwars in de mond, de open mond en de tong zelfs buiten de mond, zoals Parzival tijdens de wereldbekerdressuur liet zien, de veelvuldige telgang zijn zaken die kennelijk nog steeds aan waarnemingsveld van de jury voorbijgaan. Anky scoorde hoog met trucs die voor dressuur moesten doorgaan en de waggelende piaffe die zij al met Bonfire liet zien, scoort met Parzival nog steeds hoog.
    De tactzuiverheid komt dus in het geding als de Skala niet naar de letter wordt uitgevoerd en door de jury toch hoog wordt beloond. Daar wringt de schoen. Niet de Skala maar de jury, die het met de Skala en de voorgeschreven regels niet zou nauw nemen, dienen te worden
    aangepakt.
    Om de Skala vanwege het falen van de jury naar de prullenbak te verwijzen, is niet alleen kortzichtig maar doet de paarden en de schoonheid van deze sport ernstig tekort.
    Dat Wim Back biomechanisch het allereerste effect van training in een sneller achterbeen meet, heeft overigens niets met verzameling maar juist veel eerder met het gebrek aan evenwicht van doen. Verzameling leidt tot een meer buigen van de gewrichten en is juist een langzamer proces dat ritmisch bij een dalende achterhand moet worden uitgevoerd. Dat zuivere ritme van de ledematen en de vloeiend in elkaar overgaande lijnen en vormen, voortbewogen in een zuivere balans, zijn een streling voor het oog van een paardenliefhebber en vormen de gratie en schoonheid van de dressuur. De natuur op zijn schoonst.

  • Meta

    Beste Hr. Rosie,
    Volgens mij is geen enkel dier geschapen om een mens te dragen, maar sommige dieren zijn daar wel toe in staat gebleken.Een ongetraind paard, of hij nou 1 jaar of 20 jaar oud is zal het grootste gewicht op de voorhand hebben, het zijn immers grazers.Als ze een mens moeten dragen,zal het qua gezondheid van de rug en voorbenen beter zijn als het paard daadwerkelijk KAN dragen en dan zal de balans anders moeten komen te liggen nl meer op de achterhand.Een paard van 3 zal dit langzaam aan moeten leren door training en dan wel heel voorzichtig en met verdrag,hij is immers nog lang niet volgroeid. De rug is nog week en de laatste groeischijven sluiten zich pas op 6 jarige leeftijd,bij sommige rassen zelfs nog later (Fries 7 jaar)
    Verzamelen kan een paard alleen als hij de achterhand onder het lichaam kan brengen .
    Het Skala geeft het stappenplan richting het uiteindelijk opgericht rijden feilloos aan: ontspanning,aanleuning ,rechtrichten,verzamelen ,oprichten,dit is de volgorde .Dat takt hierbij een belangrijke factor is zal duidelijk zijn,maar sommige paarden lopen a-taktisch OMDAT ze tegennatuurlijk gereden worden,met dwang,verkeerd harnagement,veel te zware ruiter,harde stugge hand,NIET rechtgericht etc etc.Deze dieren zouden met takt kunnen lopen als ze volgens het Skala bereden worden,sterker nog als een paard scheef gereden wordt,kan bv hoefcatrol ontsteking ontstaan aan één van de voorbenen. Ik ken een amazone die met haar manier van rijden DRIE paarden opeenvolgend met haar manier van rijden aan hoefcatrolproblemen hielp.Niemand wist haar hierop te wijzen…3 paarden geeuthanaseerd!!!!!
    Helaas worden veelbelovende paarden veel te snel gestart in de hogere klassen op zeer jonge leeftijd omdat de ruiters niet meer bij de basis hoeven te starten en als de leeftijd van 3 jaar bereikt is er eindelijk geld en status in het laatje kunnen vloeien. Hoe oud dit dier zal worden boeit kennelijk niemand…snel presteren is het credo !! Dus zware oefeningen,stress en vaak presteren.
    Dat deze dieren alleen in hun jonge jaren even in de spotlights komen boeit ook niemand,maar is wel logisch.
    Maar ok, dit is perslot de huidige wegwerpmaatschappij.
    ( off topic: haha…ik gebruik nog steeds mijn allereerste NOKIA,prima dingetje (bellen en sms’s) en zeeën van tijd om lekker rustig mijn ding te doen ,zonder me te moeten verantwoorden aan de hele wereld met allerlei onnoemelijke onzin)
    Paardrijden is echt een hele kunst en niet alleen vanwegen de kunstjes,maar ook hoe men het paard respektvol ,gezond,blij en heel houdt.Het Skala is indeze de verstandige leidraad.
    Amen 🙂

  • Maria vd Berg

    quote Karel de Lange;
    ‘Dat Wim Back biomechanisch het allereerste effect van training in een sneller achterbeen meet, heeft overigens niets met verzameling maar juist veel eerder met het gebrek aan evenwicht van doen.’

    @Karel de Lange, naar mijn idee slaat u hier een spijker op de kop! Logischerwijs is een paard van 3 met een ruiter op zijn rug nog zoekende naar evenwicht, met als reactie een reflexmatige activiteit van het achterbeen. Dan is de vraag, kan en mag men…, of is het wenselijk deze reflexmatige actie te exploiteren. Dat wil zeggen, deze reflexen blijven oproepen, vervolgens in stand houden, met bevestiging als doel? Is dat mogelijk? Is dat wenselijk?

    Wat wordt er gewonnen? ….en wat gaat er verloren?

  • Patricia Ahlström

    Zoals ik begrijp is de definitie van een ‘snel’ achterbeen; de ontwikkelde reactievermogen van het achterbeen om in staat te zijn elk verstoring van de evenwicht snel te herstellen, ten gunste van een goede draagvermogen van zowel zijn eigen lichaam als die van de ruiter. Bij verstoring van evenwicht wordt ook meegerekend tempoveranderingen (die bij de inzet ‘de facto’ een verstoring van de evenwicht is) en veranderingen van richting (i.d.). Een snel achterbeen is DE garant voor een goede balans.

    Diegenen die het over een ‘snel’ achterbeen als positief eigenschap heeft, bedoeld zeker niet een ‘spastisch’, ongecoördineerd trekkerig achterbeen. Wij moeten elkaar niet dommer willen maken dan nodig is. Dat komt de discussie niet ten goede.

  • Karel de Lange

    @20 Patricia
    Het evenwicht in de beweging wordt bepaald door het te verplaatsen gewicht gelijk (50/50) over de diagonaal dragende benen te verdelen. Als het paard in onbalans gaat, waarbij het gewicht meer op het dragende voorbeen wordt gedragen, dan verandert een snel en doelloos door de lucht klievend achterbeen daar geen zier aan.
    Het enige resultaat van het snelle achterbeen is niet meer dan dat de onbalans van het te verplaatsen gewicht sneller op het andere paar diagonaal dragende benen overgaat. Waarbij het zweefmoment sowieso compleet verloren gaat.
    De frequentie van het snelle achterbeen brengt alleen maar een vroegtijdige slijtage met zich mee.

  • meta

    @ Karel de Lange
    Bij een rijkunstig evenwicht, dus ook verticaal, wordt 3/5 van het gewicht door de achterhand gedragen.

  • Patricia Ahlström

    Ik zal maar de term willen aanpassen. I.p.v. ‘snel’ achterbeen maar een ‘functioneel’ achterbeen, d.w.z. een achterbeen die kordaat reageert op gewichtsverplaatsingen in het paardenlichaam, ten behoeve van het behouden van het evenwicht, maar ook een been die de nodige kracht heeft om de impuls te absorberen in spieren en gewrichten, om zo de gewichtsoverdracht niet onwenselijk meer op de voorhand over te brengen.
    Er bestaat uiteraard paarden die heet, gespannen EN een snel reagerend achterbeen hebben, waarbij de takt weleens verloren gaat. Net zo goed dat er tragere achterbenen zijn die niet tijdig het paard in balans brengt bij verzamelingen, verruimingen en zijgangen.
    Beide gevallen zijn onwenselijk en dat weten goede africhters heel goed (zowel moderne als klassikale ruiters). Het moderne paard is vlug en hoog in het bloed staande. Ik doe mijn petje af voor de ruiters die bij zulke energiebommen de bewegingen in goede banen weten te leiden. De weg naar de rust en verzameling is van vallen en opstaan en duurt jaren, maar blijft ook bij deze ruiters het doel die men nastreeft. Dat het niet altijd uitkomt is een andere zaak. Maar dat gebeurt bij iedereen (geen uitzonderingen).
    Ik denk dat geen van ons die in deze discussie zijn ingegaan, het nodige gevoel hebben (lees ‘snelle reactievermogen’) om deze zeer elektrische en atletische paarden correct te begeleiden en opleiden, perfect qua timing, dosering en balans en een topprestatie leveren. Ik denk dat wij een flater zouden slaan.
    P.S. @Karel de Lange. Juist bij onvoldoende dragen van een van de achterbenen, wordt het diagonaal geplaatste voorbeen overmatig belast. Correct. Dit kan alleen verholpen worden door het genoemde achterbeen ‘dichter’ bij de ruiter te plaatsen om zo de ‘vierhoeks’-evenwicht weer hersteld te krijgen. Een snel achterbeen is hier alleen maar gunstig, zolang het snelle achterbeen ook bereid is meer gewicht te dragen.

  • Karel de Lange

    @22 Meta
    Het zou niet best zijn als het paard 3/5 van zijn gewicht in de beweging op de achterhand zou moeten dragen en verplaatsen. Evenwicht = 50/50. Een ander evenwicht bestaat niet. Zo heeft de evolutie dit ook voor het paard ontwikkeld. Daarom zijn de voor- en achterbenen ook van gelijke omvang. Anders had de natuur een aangepaste versie ontwikkeld.
    Gelukkig heeft men dat wel goed bij de KNHS vastgelegd.

    KNHS Wedstrijdreglement Dressuur
    versie 2010-1

    Cadans, zoals deze zichtbaar is in draf, vloeit voort uit een zuiver evenwicht, te zien
    als het paard zich voortbeweegt in goede regelmaat, met impuls en in balans. De
    cadans moet in alle drafoefeningen en in alle variaties van de draf behouden blijven.

    Evenwicht en balans
    Onder evenwicht wordt verstaan, dat het paard in alle gangen zijn totale belasting
    gelijk over 4 benen verdeelt.

  • Karel de Lange

    @Patricia
    De werking van het achterbeen is geen zelfregulerend fenomeen maar een onderdeel van een totaal biomechanisch proces dat het mogelijk maakt om de beweging in balans te doen verlopen. Daarbij speelt snelheid van het achterbeen als zodanig geen enkele rol. Om de takt te onderhouden, zal het diagonale voorbeen immers een gelijke tred moeten ondergaan waarbij snelheid van secundair belang is.
    Om in balans te kunnen gaan, zal het evenwichtiggebouwde paard (met een verhouding van 60 % van het gewicht op de voorhand en 40% op de achterhand) 10% van het gewicht op de voorhand naar de achterhand moeten kunnen verplaatsen. Om een gewichtsoverbrenging van 50/50 mogelijk te maken, dient achterhand te kunnen dalen waarbij de voorhand rijst. (FEI 401 2.3. The lightness of the forehand and the engagement of the hind quarters, originating in a lively impulsion;).
    Bij een dalende achterhand is het paard in staat om niet alleen de gewrichten meer te kunnen buigen, waardoor een gewichtstoename mogelijk wordt, maar kan het paard ook het achterbeen precies onder het zwaartepunt (midden van de massa) brengen. Alleen als het paard aan die fysieke (functionele) voorwaarden voldoet, is het in staat om de totale massa in balans te kunnen verplaatsen. Bewegen is niets anders dan het verplaatsen van gewicht.
    Het spreekt voor zich dat een dergelijk door de natuur uitgekiend bewegingsproces ook een skeletbouw – en mechaniek verlangt die deze gebalanceerde gewichtsverplaatsing mogelijk maakt.
    Dankzij de intensieve inzet van het Engelse Volbloed, met zijn op de kopgebouwde en het op snelheid ontwikkelde raceskelet, ontbreekt deze fysieke voorwaarde bij het gros van de moderne rijpaarden. Bij die paarden ligt het diepste (zwaarte) punt niet in midden van de massa maar tussen voorbenen. Om het voorbeen zo snel mogelijk weer van het surplus aan gewicht in de beweging te ontlasten, heeft dit gebrek aan balans zich vertaald in een paniekerig, elektrisch en snel achterbeen waarbij de visuele perceptie wordt gewekt dat “elektrisch” en snelheid synoniem staan voor atletisch en balans. Het tegendeel is echter waar.

  • eddycrul

    Schaf het skala af als leidraad in de opleiding en rijden van een paard ?? Volgens mij zeker niet. Ongeacht of we het bekijken als een pyramide met 6 verschillende treden, of als we het bekijken als een geheel waar de 6-8 verschillend stappen in elkaar lopen, of dat we de volgorde van de treden willen veranderen, het zijn 6-8 belangrijke peilers die we volgens mij in acht moeten nemen als we met paarden rijden.
    Schaf het skala af als leidraad voor de jurering ??? Volgens mij ook niet,maar hier zit wel degelijk een probleem. Het menselijk brein en waarnemingsvermogen is niet in staat op de beschikbaar gestelde tijd op een correcte manier dit ingewikkeld skala te beoordelen.Dus in de veronderstelling dat de juryleden 100% neutraal zijn, hun job goed goed kennen en in een uitstekende conditie verkeren zodat ze zich een lange tijd 100 % kunnen concentreren ,dan nog is het niet mogelijk om op alle oefeneingen en bewegingen van het paard het skala feilloos te beoordelen en dus de bijna 100% correcte punten te geven. Dus hier moet wat gebeuren,,,, zoek een eenvoudiger jureringssysteem,geef de juryleden meer middelen,sleutel aan een formule die er voor zorgt dat de gegeven punten correcter kunnen worden toegekend.Zorg voor een supervisie die onmiddellijk kan ingrijpen en verbeteren ,ook als er wordt vastgesteld dat de neutraliteit van één of meerdere juryleden in vraag kan worden gesteld. Ik weet dat dit niet eenvoudig is, maar voor elke verbetering zal onze sport dankbaar zijn. vr gr

  • Meta van Oosten-Nieuwenhuyzen

    @ Karel
    Ik sprak over het rijkunstig evenwicht…U wellicht over het natuurlijk evenwicht zonder belasting?.
    De gehele achterhand van een paard bezit het vermogen om te “hurken” en alleen dan is het paard in staat tot verzamelen,onderbrengen en DRAGEN (bergopwaarts model) + Piaffe, Passage enz enz
    Het zwaartepunt met ruiter op de rug ligt heel anders dan zonder,dus het dier moet compenseren.
    Maar UHHH vreselijk interessante discussie,echter off topic en ik wil U allerlei voorbeelden iclusief foto’s hiervan verstrekken,echter zal dan steeds toestemming aan de desbetreffende site moeten vragen.
    Type in bij google Rijkunstig evenwicht bij het rijpaard en U zult helderheid krijgen.
    Ik heb het ook niet zelf bedacht natuurlijk,maar uit pure interesse opgezocht en geleerd via trainers mbt. klassieke rijkunst,waaronder A. de Bodt en gevonden in boeken zoals van Steinbrecht.

  • Karel de Lange

    @27 Meta
    Er bestaat maar een soort evenwicht en die is ongeacht of het paard nu in vrijheid of onder het zadel gaat te allen tijde hetzelfde 50/50 belasting op de dragende benen in alle oefeningen. De KNHS heeft dit terecht in haar reglement als zodanig opgenomen. Het zogenaamde rijkunstig evenwicht dat hier van afwijkt, is geen evenwicht.

  • Meta

    Maaruhhh…evenwicht is toch het in balans kunnen blijven ,desnoods op 1 been (denk aan de balletdanseres) evenwicht is het rechtop kunnen blijven ,zonder te vallen.Als bij een dressuurpaard de voorkant rijst,komt er vanzelf meer gewicht op de achterhand.Ik zie geen enkele andere mogelijkheid (natuurkundig gezien) hoe het paard anders bv kan steigeren of in staat is een pirouette te maken!

  • Patricia Ahlström

    @dhr. De Lange
    Ik was eigenlijk niet van plan om verder op dit thema te gaan, maar gezien u een reactie heeft gegeven op mijn inzending, wil ik alsnog hierop reageren.

    ACHTERBEEN – NIET ZELFREGULEREND: Een snel, hoog in het bloed staande paard, bezit snellere reflexen (hersenen/ruggemerg/spieren-kettingreactie) dan tragere soortgenoten. De reactie van de achterbenen heeft hier ook mee te maken.
    Niet alleen bij paarden maar ook bij o.a. mensen zijn er verschillen in (aangeboren) reflex-snelheid waar te nemen. Reflexen zijn per definitie zelfregulerend, en een snel achterbeen heeft hier alles mee te maken. Een wezen met goede reflexen weet sneller dan een ander te reageren op afwijkingen van o.a. balansverstoringen (denk aan de tennisspeler die elk seconde in perfecte balans moet zijn en daarom sneller en vaker zijn voeten beweegt, idem voor vechtsporten zoals boxen en worstelen, in voetbal bij het controleren van de bal etc.
    Een snel voetenwerk garant staat voor een verbeterde stabiliteit in beweging, passief en/of actief) en is zeer gelinkt met aangeboren reflexen (wij kunnen niet allemaal kan Maradona zijn – zoiets is voornamelijk aangeboren). Prooien met een sneller reactievermogen hebben ook een grotere overlevingsvermogen in het ‘wild’.
    Werking van het achterbeen is wél een zelfregulerend fenomeen. De natuurlijke evenwicht (afhankelijk van de situatie en africhtingsgraad) wordt verstoord door wat de ruiter er van het paard verlangt. Paarden met een sneller achterbeen zijn beter in staat om balansveranderingen en/of -verstoringen (doordat er een ruiter op de rug ‘ineens’ komt te zitten of doordat de ruiter een andere richting op wil, een overgang verlangt etc.) op te vangen om in balans te kunnen blijven.
    Kortom, een snel achterbeen is een GOEDE zaak, net zo goed als een stabiel en sterk achterhand (wat uiteraard niet altijd met elkaar gepaard zijn).
    Een snel achterbeen kan met training sterker gemaakt worden, via doelgerichte training. Een traag achterbeen (paard met langzamere reflexen) zijn per definitie minder train baar, gezien reflexen aangeboren en automatisch zijn en daarom gecompenseerd moeten worden op andere gebieden, wat veel moeilijker te bereiken is, helemaal bij topsport.

    ACHTERBEEN PRECIES ONDER ZWAARTEPUNT: Wat u beschrijft is een levade. Lijkt mij hier niet van toepassing.

    ENGELS VOLBLOED BOOSDOENER BIJ TEVEEL OP DE VOORHAND LOPENDE/GEBOUWDE MODERNE RIJPAARDEN: Het paard is niet geboren om ruiters te dragen. Nog volbloeds, nog koudbloeden. Volbloeden hebben flexibiliteit en rectiesnelheid gebracht bij het paard, wat geleid heeft tot een grotere elasticiteit en buigzaamheid, ten gunste van de mobiliteit en bewerkbaarheid van het paard. Plus de zo nodige snellere reactievermogen in het algemeen.
    Vergelijk teckels en windhonden. Japanse turners en Russische balletdansers. De positieve aspecten van beide ‘kampen’ moet gecombineerd worden om flexibiliteit, kracht, rust en gevoeligheid, expressie en stabiliteit te verkrijgen.

    Dat was het dus van mijn kant.

  • Dirk Willem Rosie

    @Patricia Ahlström: Uw zienswijze wordt komende woensdag in De Paardenkrant ondersteund door de ervaren paardenartsen Jacques Maree en Jan Greve. In een aflevering van de serie ‘Trainen en heel houden’ gaan zij in op de aanleg van het sportpaard. Die bestaat voor een belangrijk deel uit natuurlijke reflexen en reactiviteit.

  • Karel de Lange

    @Meta
    Tussen in evenwicht blijven en het gewicht in balans verplaatsen, zit een wereld van verschil. Bij het in balans verplaatsen van het gewicht gaat het om de (gewicht) belasting op de dragende benen. Dat is nu eenmaal de wet van zwaartekracht. U kunt met twee benen, die ongelijk van lengte zijn, wel in balans blijven maar het gewicht niet in balans verplaatsen. Dat leidt altijd tot een ongelijke belasting en onbalans en dus tot een vroegtijdige slijtage.
    Het gros van de dressuurpaarden loopt op de voorhand met het diepste punt tussen de voorbenen en waar een rijzende voorhand ver te zoeken is. Met als gevolg dat er meer gewicht op het dragende voorbeen wordt gebracht hetgeen goed te zien aan de ongelijke stand van de belaste diagonale dragende koten. Bij het steigeren of een pirouette (hetgeen niets anders is dan een galopsprong op de plaats)wordt het gewicht ook weer in balans over de dragende achterbenen verdeeld.

  • Meta van Oosten-Nieuwenhuyzen

    Sorry meneer de Lange,
    Ik heb al uw reacties nogmaals gelezen en vind uw redenaties verwarrend ,als het gaat om balans,gewichtsverplaatsing en evenwicht krijgen/behouden.Ik heb zelfs het gevoel dat u zichzelf tegenspreekt…
    Wellicht ligt het aan mijn gedachtengang(waar iets simpel is, zoek ik de gecompliceerde weg)
    Het artikel in de paardenkrant zal mogelijk een uitleg geven?!
    Vriendelijke groet.

  • Karel de Lange

    @Patricia
    Alle sporten die door u worden opgesomd, hebben niets met het in balans verplaatsen van het gewicht van doen om de hogeschooloefeningen gracieus te kunnen demonstreren maar alles om in evenwicht te blijven.
    Het doel van de rijkunst is juist dat de ruiter niet het evenwicht verstoord maar het natuurlijk bewegingsproces volgt, activeert en onderhoudt. Een snel voetenwerk staat helemaal niet garant voor een verbetering van het gebalanceerd verplaatsen van het gewicht maar is het erop gericht om het evenwicht te bewaren en daar zit een wereld van tussen. Een gebalanceerd verplaatsen van het gewicht is alleen mogelijk als het skeletmechaniek het paard in staat stelt om het gewicht gelijk over de dragende benen te verdelen. Dan pas kan het paard aan de FEI voorwaarde van het ritme voldoen zoals die in art. 401: 7 en 8 bindend staat voorgeschreven:

    7. Cadence is shown in trot and is the result of the proper harmony that a horse shows when it moves with well marked regularity, impulsion and balance. Cadence must be maintained in all the different trot exercises and in all the variations of trot.

    8. The rhythm that a horse maintains in all his paces is fundamental to Dressage.

    Een “elektrisch” achterbeen verstoort dit voorgeschreven ritme immers.
    Een paard dat zuiver in balans gaat, plaatst het achterbeen precies onder het midden (zwaartepunt) van de massa. Is dit niet het geval dan is er geen sprake van balans want dan ontstaat er een ongelijke gewichtsverdeling. De wet van de zwaartekracht is universeel en gaat ook voor de paarden op. Alle trainingen, fantasierijke proza en snelle achterbenen ten spijt.
    Raceauto’s zijn zo stug als een plank. Ook dat is een gevolg van de zwaartekracht. Datzelfde criterium gaat ook voor racepaarden op. Ook hier is de wet van de zwaartekracht universeel. De genoemde kwalificaties van het Engelse Volbloed worden zonder enige onderbouwing in de paardenwereld gehanteerd. Het raceskelet van dit paard is puur bedoeld om snelheid te generen door met een hoge, stugge achterhand de achterbenen zo dicht mogelijk of zelfs voorbij de voorbenen te plaatsen. Dat levert weliswaar wel snelheid maar niet de gebalanceerde gewichtsverplaatsing die voor het sportpaard noodzakelijk is op.
    @Meta
    Du moment dat u de wet van de zwaartekracht onder de knie krijgt, begrijpt u ook waarom de KNHS het evenwicht bindend heeft voorgeschreven.
    KNHS
    Onder evenwicht wordt verstaan, dat het paard in alle gangen zijn totale belasting
    gelijk over 4 benen verdeelt.
    @Yvonne
    Gelukkig zijn er nog mensen die door dit hectische spektakel heenkijken en wel zien dat de balans ver te zoeken is bij deze geforceerde presentaties waarbij de paarden zelfs volledig met het gewicht op een voorbeen in de draf staan. Een snel achterbeen brengt ook daar geen balans in.

  • Patricia Ahlström

    @Karel de Lange
    Ik respecteer uw mening, maar met uw commentaren kan ik bar weinig mee. Mijn gedachten gaan onbedoeld dwalen naar Quijote en de windmolens, daar over de Spaanse hoogvlakte… en een stille glimlach trekt over mijn gezicht. Niet verkeerd bedoeld. Maar toch.

  • H. Paerels

    @Patricia Ahlström
    Jammer dat je het niet wilt zien, niet wilt weten, niet wilt lezen … de zeer goed onderbouwde commentaren van Karel de Lange. Zo helder, zo logisch. Iemand die weet waar hij het over heeft en waar velen van ons wat van op zouden kunnen steken.
    Jammer dat je alleen je “eigen gelijk” wilt zien.

  • Patricia Ahlström

    @Lange & Parels:
    Een elektrisch achterbeen, is een been die in de kortst mogelijke tijd de totale balans van het lichaam weer hersteld (wat door beweging verstoord is – dat is juist de pure definitie van beweging; verplaatsen van massa). Balansherstel in beweging is een kettingreactie(afzet/spierinspanning – beweging/verplaatsing van massa – landing/balansherstel). Juist als het paard niet voldoende snel reageert met zijn achterhand op de voorwaartse beweging valt het paard op de voorhand.
    Als een paard zijn achterbenen (of hoeven) onder zijn zwaartepunt plaats in stilstaan, praten wij over een levade. Ik kan er echt niets anders van maken.
    Een volbloed heeft geen ‘stugge’ achterhand, maar juist zeer buigzame gewrichten. Gelukkig maar, gezien wij een paard nodig hebben die zijn achterhand dieper onder kan laten treden dan de ‘natuurpaarden’ die niet gereden hoeven te worden. Alleen zo kan de rug naar boven geweld worden.
    Wat moeten wij? Terug naar de werkpaarden? Ik ruik hier een ‘hidden agenda’…

  • H. Paerels

    Patricia, lees nu eens terug wat je schrijft …?!
    Wij willen toch dat een paard zijn gewicht gelijkmatig verdeeld mét ruitergewicht over zijn 4 benen, dus 50%-50%?!
    Zullen dan niet logischerwijs de achterbenen onder de massa, het zwaartepunt dus, moeten treden?
    In de Levade ligt het zwaartepunt áchter! Is hier helemaal niet aan de orde.
    Wij willen een een paard dat zichzelf en de ruiter draagt ten einde gezond oud te worden.
    Achter heeft een paard, dankzij zijn 5 gewrichten in het achterbeen, het vermogen door correcte training een deel van het gewicht van de voorhand over te nemen, waar hij die buiging in het handwortel- en kootgewricht in het voorbeen NÍET heeft.
    Dus een paard heeft een sterk en van nature sterk ondertredend achterbeen nodig om die klus te klaren. Pure logica!
    Een snel, electrisch achterbeen is een achterbeen werkend als een varkensprikker, geeft ahw stroomstoten, zijn eerder schrikreflexen en dus ongewenst.
    Het verstoord eerder de balans en de bewegingsafloop dan dat het wat toevoegt.
    Voor de rest heeft Karel de Lange er al alles over gezegd en zou ik in herhaling vallen.

  • H. Paerels

    N.B.:
    In de Moderne Rijderij wil men een electrisch achterbeen.
    Paarden gereden volgens het Skala hebben een krachtig, verend ondertredend achterbeen die daardoor ook die snelheid in dat achterbeen niet nodig hebben.
    Het één is een gevolg van het ander bij correct gereden paarden.

  • Karel de Lange

    @Patricia
    De befaamde Oberlandstallmeister Dr. Gustav Rau schrijft reeds in 1910 in zijn boek “Documenta Hippologica – Die deutschen Pferdezuchten”:
    “Als de harmonie en het evenwicht in de bouw van het paard- en de daaruit voortvloeiende evenwichtige bewegingen- ontbreken, gaat men het evenwicht erbij bedenken. Op dit terrein kent de fantasie van mensen geen grenzen en maakt men de wetten van de natuur ondergeschikt aan hun rijke fantasie.”
    Elk zoogdier is dus afhankelijk van de skeletverhoudingen en het daarmee gepaardgaande skeletmechaniek dat hem in staat stelt om zijn gewicht in balans te kunnen verplaatsen zoals dit in de evolutie onder de wet van de zwaartekracht tot stand is gekomen. Daarbij gaat de evolutie altijd volgens deze fundamentele grondregel te werk:
    >>Dat met de minst mogelijke krachtsinspanning en het minst mogelijk gebruik aan energie de grootst mogelijke efficiency en de minst mogelijke slijtage wordt verkregen<<.
    U zou zich eerst eens af moeten vragen wat de oorzaak van de onbalans is alvorens u het “elektrische" been hanteert om de onbalans te herstellen. Hetgeen overigens een onvoorstelbare krachtsinspanning vergt en volgens u ook nog in een korte tijd moet gebeuren waardoor het paard tussentijds dus nog steeds in onbalans gaat en dus aan meer slijtage onderhevig is.
    Laat mij proberen met een simpel voorbeeld de wet van de zwaartekracht wat meer inzichtelijk te maken. Stel uw auto heeft een lekke voorband. U zult het ongetwijfeld met mij eens zijn dat uw auto dan geheid in onbalans is. Om die te herstellen, helpt het u geen zier als u nu met veel snelheid de achterwielen doelloos en razendsnel rond laat draaien in de hoop dat binnen korte tijd de balans hersteld zal zijn.
    U zult het ook met mij eens dat u dit probleem niet met een “elektrisch” achterwiel verhelpt maar dat u eerst het mechaniek moet herstellen om de beoogde balans te verkrijgen. Bij het paard is dit niet anders. De wet van de zwaartekracht is op dit terrein universeel.
    De balans van een paard wordt dus hersteld als het paard zijn achterbenen in de beweging precies onder het zwaartepunt plaatst. Is dit niet het geval dan levert alle “elektrische” krachtsinspanning geen balans maar wel een hoge slijtage op. Om de achterbenen in de beweging precies onder het zwaartepunt te kunnen plaatsen, zijn de minutieus op elkaar afstemde skeletverhoudingen en het daaruit voortvloeiende skeletmechaniek van primair belang. Als die door de evolutie ontwikkelde voorwaarden ontbreken, volgt een kettingreactie van onbalans die met geen enkel “elektrisch” achterbeen te herstellen is.
    De grote gewrichtshoeken in de achterhand van de Volbloed kunnen juist niet sterk worden gebogen om de massa in de beweging te dragen maar zijn juist benodigd voor een op snelheid gerichte voortstuwing. Volbloeds zetten in de draf hun benen sowieso niet onder het zwaartepunt. Dat doet hij alleen in de galop en dan ligt het zwaartepunt bij de Volbloed niet in het midden van de massa maar tussen de voorbenen. Vandaar dat de jockey ook praktisch bovenop de schoft staat en er wel voor uit kijkt om niet op de rug te gaan zitten. Souplesse gaat altijd ten koste van snelheid doch bevordert weer het draagvermogen. Hoog – en verspringers, turners en balletdansers maken juist gebruik van het meer buigen (souplesse) van de gewrichten om een groter opwaarts effect van de massa te verkrijgen. De hogeschooloefeningen in de dressuur zijn onderhevig aan ditzelfde mechanisme en wordt verzameling genoemd.
    De naar "bovengewelfde" rug is al zo’n praktisch niet uit te wissen perceptie dat haaks op het door de natuur ontwikkelde biomechanisch proces van stabiliteit in de voortbeweging staat.
    Leg ons eens uit wat er met de aan de rug verbonden romp gebeurt als de rug zich naar boven welft en welke spieren, bevestigt aan welke skeletpunten, maken die naar “bovengewelfde” rug überhaupt mogelijk?

  • Patricia Ahlström

    Wat ik bedoel met een ‘snel’ (lees “kordaat reagerend”)achterbeen is een term die je moet zien als tegenstelling tot een ’traag’ achterbeen (lees “onvoldoende reactief/kordaat achterbeen”). Ik heb het echt niet over een spastisch, overspannen, ‘vluchtig’, ongecöordineerde achterbeensbeweging. In ieder geval niet in de positieve zin. Niemand die serieus bezig is met zijn paarden zien dit als iets positiefs. (Zie mijn inzending nr. 12).

    Een achterbeen moet kordaat kunnen reageren in beweging, als ‘evenwichtshervatter’. Alleen dan kan een lichaam ontspannen uitvoeren wat er gevraagd wordt (uiteraard volgens de ‘Skala’ – wat ik juist een heel grote voorstander van ben!).

    Ik begrijp heel goed dat evenwicht gewoon natuurlijk is (60-40/50-50/40-60 of wat dan ook, dwz. wat staat, staat). Maar om ledematen de lucht in krijgen in de mate wat men wenst (zij het springen over een 2 meter oxer, piaffe, arbeidsgalop of levade), moet er een relatieve balans – een balans die naar gelang van het dressuurmatige training meer verschoven wordt naar achteren.

    Een paard die een pirouette draait heeft minder gewicht op zijn voorhand (en dus op elk van de voorbenen) dan het jonge paard die in arbeidsgalop op een volte wordt gereden. Dus van een procentueel VASTE verdeling van gewicht over de 4 benen is geen sprake. Dit is een variabel.

    En ik blijf erbij, als een steunpunt precies onder de zwaartepunt van een lichaam wordt geplaatst is het lichaam a) stil en b) staand. Dus bij het plaatsen van de acherbenen PRECIES onder de zwaartepunt van het paard, betekend een levade, wat statisch en balancerend op de achterbenen zijn.

    Wél is het zo dat als b.v. een voorbeen teveel wordt belast in beweging (lekke voorwiel), de diagonale achterbeen verder onder de massa moet treden om weer de evenredige (vertikale) balans weer te herstellen. Maar dat is dus relatief verder onder de massa, totdat de onevenredige gewichtsverdeling voor hersteld is (rechtrichten – p. 5 van de Skala). Dit door de voorhand voor de achterhand te plaatsen en het ‘valende’/niet voldoende dragende achterbeen meer onder de massa te plaatsen. Indien het paard de nodige kracht hiervoor heeft ontwikkeld EN indien het paard bereid is om zijn been kordater (ik ga maar voor de goede vrede het woord ‘sneller’ vermijden, gezien het werkt als een rood doek) onder te laten treden, is dan de evenredige gewichtsverhouding tussen de voorbenen weer verholpen. De achterbenen dragen dan ook evenredig mee. Het is echter niet zo dat alle 4 benen hetzelfde gewicht draagt. Alleen de beenparen onderling, dus voorbenen 50/50 van het gewicht van wat op dat moment op de voorhand rust en de achterbenen 50/50 van het gewicht van wat op dat moment op de achterhand rust. De gewichtsverhoudingen voor en achter is nooit een constant, wel de links/rechts-verhoudingen (bij het rechtgericht rijden).
    En uiteraard moet de plaatsing van de achterbenen een ‘bewust’ ingezette inspanning zijn van het paard, geen ongecöordinerde spasme. Dat zou uiteraard geen enkele zin hebben. Daarom is rust en ontspanning een van de basisfundamenten in de Skala. Wordt het paard te krampachtig in zijn bewegingen? Terug naar de basis. Terug naar de Skala.
    Geen inspanning zonder ontspanning, ritme, vertrouwen, voldoende impuls en aanleuning. En ik weet als geen ander hoe moeilijk het is. Dus betweterig wil ik zeker niet zijn. Maar ook ik heb hier jaren over nagedacht, net zoals zo vele anderen die met zijn passie bezig zijn. En daarom ben ik zo gehecht aan mijn Skala. Simpel en duidelijk.
    Zullen wij het zo houden? 🙂
    P.S. De zwaartepunt van een paard in beweging (gezien het voorbeeld van het volbloed) varieert in beweging elke microseconde. Dit is afhankelijk van de lichaamsverhoudingen op elk gegeven moment. Bij het opvangen van de voorbenen in rengalop ligt de zwaartepunt uiteraard tussen de voorbenen. Bij het onderbrengen van de achterbenen (tot bijna voorbij de voorbenen) ligt de zwaartepunt erg naar achteren in het paard en in de zweefmoment in het middengebied. Dat kan ook niet anders. Zwaartepuntverandering is bij levende wezens die zich voortbrengen met hun ledematen (die niet op wielen en motor hebben) een voorwaarde voor beweging.

  • Karel de Lange

    Niet het “kordate” achterbeen maar het totale skeletmechaniek stelt het paard in staat om een balansverstoring te herstellen. Bij het springen en de hogeschooloefeningen zijn het niet de ledematen die de lucht in gaan maar is het een massa die door de ledematen omhoog wordt gebracht. Waarbij de balans, ook door dressuurmatige training, te allen tijde in het midden ligt. Een naar achteren verschoven balans in het bewegingsproces is geen balans.
    Ook in de pirouette dient het paard, om de balans te onderhouden, het gewicht gelijk over de dragende benen te verdelen. De balans is in een bewegingsproces altijd dynamisch waarbij dit dynamische proces telkens weer vanuit het “nulpunt” (het punt waarin de massa van een dalende landingsfase overgaat in een heffende fase van de massa) begint. Ervaren observeerders herkennen dit beeld bij een goed in balansgaand paard. Dat is het moment waarin de massa een fractie van een seconde stilligt en van de dalende fase in de landing overgaat naar de heffende fase.
    Om een gebalanceerde beweging mogelijk te maken dient het paard in de beweging, bij de landing na het zweefmoment, het achterbeen precies onder het zwaartepunt te plaatsen. Dat heeft met stilstaan en de levade niets van doen. Dat is de wet van de zwaartekracht en daar ontkomen het paard en ook de bedenkers van zelfregulerende achterbenen niet aan.
    Bij een teveel belast voorbeen denkt u de balans te kunnen herstellen door het achterbeen verder onder massa te laten treden. Verder dan wat en hoe ver mag dat verder dan zijn? Hoe kan een achterbeen dat vanuit een vast draaipunt (het heupgewricht van het bekken)) functioneert dit overigens doen? Als een paard verticaal uit balans is, is hij dat ook horizontaal. De beweging is immers altijd diagonaal en niet lateraal.
    Uw uitleg van 50/50 op de voorbenen en 50/50 op de achterbenen komt overigens precies overeen met de diagonale gewichtsverhouding van 50/50 op het dragende voor- en achterbeen. De links- en rechtsverhoudingen bij een paard worden altijd gedicteerd door de diagonale bewegingsvorm. Als die van voor en achter niet gelijk is, gaat dit ook voor links en rechts op.
    Uitgaande van uw redenering dan zou het paard bij een verder ondertreden van het “kordate” achterbeen met dit been dus een grotere pas moeten maken. Dat zou dus inhouden dat het corresponderende diagonale voorbeen ook een grotere pas moet maken. Anders zou de voor – en achterhand een ongelijke afstand overbruggen en dat kan fysiek niet. Bovendien ontstaat er dan een ernstige ongelijkheid tussen de afstand die door het andere diagonale voor- en achterbeen wordt overbrugt. Simpelweg loopt het paard dan compleet in onbalans.
    Om dus in balans te kunnen gaan, is het, conform de wet van de zwaartekracht, van cruciaal belang dat de gewrichtshoeken, die bepalend zijn voor de afstand die het paard in de beweging overbrugt, gelijk moeten zijn. Voor een paard zijn dat het sprong- en het ellebooggewricht en de beide kootgewrichten. Om derhalve zuiver in balans te kunnen gaan, vormen het sprong- en kootgewricht, volgens de evolutievoorwaarden, respectievelijk 135° en 45° en die van het ellebooggewricht idem dito. Samen vormen zij weer de som van 360°. Alleen als aan die voorwaarde wordt voldaan, kan het paard de totale massa gebalanceerd in een dynamisch bewegingsproces verplaatsen. Het spreekt haast voor zich dat dit proces zelfs met de beste rijkunst niet te verbeteren maar wel te benaderen valt.
    De Skala kan dus alleen optimaal worden uitgevoerd als ook aan alle voorwaarden van de zwaartekracht wordt voldaan.
    Ook de aan mij toegedichte windmolens zijn weer onderhevig aan de wet zwaartekracht en vormen derhalve 360°.

    Ik hou de uitleg over de “gewelfde” rug en de daarmee verbonden romp nog wel even tegoed.

  • Karel de Lange

    @31 Rosie
    U gaat toch niet wereldkundig maken dat het “zelfregulerende, snelle, kordate en elektrische” achterbeen, dankzij de natuurlijke reflexen en reactiviteit, verder kan ondertreden om de balans te herstellen en daarbij een grotere pas kan maken dan het corresponderende, diagonale voorbeen?
    Om er na verloop van tijd weer achter te komen dat ook deze op natuurlijke reflexen en reactiviteit gebaseerde “vernieuwende” inzichten fysiek onmogelijk zijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.