Al weken is agrarisch Nederland in rep en roer door de stikstofplannen van het kabinet. Ook paardenhouders doen mee aan de boerenprotestacties. Met name het door minister Van der Wal gepubliceerde kaartje van Nederland, met daarop per gebied zogenoemde ‘richtinggevende stikstofdoelen’ en reductiepercentages, veroorzaakt veel onrust. Ondertussen is nog onduidelijk wat er precies gaat gebeuren. Dat moeten de provincies namelijk nog uitwerken. De Paardenkrant onderzocht de stand van zaken voor de paardenhouderij.
In de jaren tachtig, onder toenmalig landbouwminister Braks, spraken we over ‘het mestoverschot’, tegenwoordig heet het ‘de stikstofcrisis’. Waar het feitelijk op neerkomt is dat de (intensieve) veehouderij een overmaat aan meststoffen uitscheidt, waaronder schadelijke stikstofverbindingen zoals ammoniak. In hoge concentraties veroorzaken deze stikstofverbindingen problemen in de natuur, door zogenaamde ‘droge depositie’ of het neerslaan met regen. Natuurgebieden verzuren en vermesten waardoor de biodiversiteit daalt. Nadat de Nederlandse politiek jarenlang treuzelde en geitenpaadjes verzon, heeft de rechter daar nu een stokje voor gestoken. Daarom moet er iets gebeuren volgens stikstofminister Van der Wal.
Onzekerheid voor paardenhouderij
Uit een rondgang langs verschillende experts en paardenhouders blijkt dat niemand nog precies weet wat de gevolgen van de stikstofmaatregelen zijn voor de Nederlandse paardenhouderij. Duidelijk is wel, dat de ruim 400.000 Nederlandse paarden ongeveer 5% van de agrarische ammoniakuitstoot voor hun rekening nemen. Daarmee staan ze zeker niet bovenaan het lijstje van grote vervuilers. Dat mag een geruststelling zijn voor het ‘gemiddelde paardenbedrijf’, maar niet voor paardenbedrijven die in of vlakbij Natura 2000-gebieden zitten. Vooral natuurgebieden op zandgronden zijn heel gevoelig voor stikstof. Op die plaatsen moet dan ook een grote stikstofreductie gehaald worden. Het is voor alle paardenbedrijven in elk geval belangrijk om aan de huidige stikstofwetgeving te voldoen. De situatie kan vooral lastig worden voor bedrijven die nog geen Natuurbeschermingswetvergunning hebben, maar wel vlakbij een Natura 2000-gebied zitten. En voor bedrijven die recentelijk flink zijn uitgebreid qua aantallen dieren.
Focus op Natura 2000-gebieden
De stikstofaanpak van de landelijke overheid focust op Natura 2000-gebieden. Daarom breekt vooral voor veehouderijen die op minder dan 1 km van dergelijke natuurgebieden gevestigd zijn, een spannende tijd aan. Zeker als het bedrijf in de buurt zit van stikstofgevoelige natuur, zoals de heidegebieden van de Veluwe, de peelgebieden in Oost-Brabant, de kalkrijke gronden in Zuid Limburg en de duinen. De exacte uitwerking van het beleid zal per gebied plaatsvinden en wordt gedaan door de provincies. Die uitwerking moet in juli 2023 afgerond zijn.
Kamerbrief zet zaken op scherp
Minister van der Wal publiceerde op 10 juni een Kamerbrief over de terugdringing van de stikstofuitstoot en de verbetering van de natuurkwaliteit. Daarin presenteerde ze een ‘integrale, gebiedsgerichte aanpak’ die niet alleen de directe stikstofproblemen onder handen wil nemen, maar ook al vooruitloopt op maatregelen die komende herfst genomen moeten worden. Dan moeten er namelijk óók plannen liggen om de klimaatproblematiek aan te pakken én de problemen met de waterkwaliteit. Bij al deze problemen spelen deels dezelfde stikstofverbindingen een rol. Ammoniak is bijvoorbeeld een krachtig broeikasgas. En ook fijnstof, een probleem voor de volksgezondheid, heeft een relatie met stikstof.
“Niet elke boer kan door op de manier waarop hij of zij al jaren gewend is om te werken. Niet alles kan overal en het kan niet meer zoals het altijd ging.”
Minister Christianne van der Wal
Integrale aanpak
Omdat bij al deze problemen deels dezelfde stikstofverbindingen een rol spelen, dacht de minister een slag te slaan door de zaken geïntegreerd aan te pakken. De communicatie hierover liet helaas ernstig te wensen over. Met name het indicatief bedoelde kaartje met ‘richtinggevende stikstofdoelen en reductiepercentages’ joeg vele boeren de stuipen op het lijf. Minister van der Wal: “De pijnlijke constatering is dat niet alle agrariërs door kunnen met hun onderneming. Zeker niet in alle gebieden. En niet elke boer kan door op de manier waarop hij of zij al jaren gewend is om te werken. Niet alles kan overal en het kan niet meer zoals het altijd ging.”
Grijze en groene stikstof
‘Stikstof’ is in deze discussie een verzamelnaam voor diverse stoffen. Ammoniak is een chemische verbinding tussen stikstof en waterstof, die vooral vrijkomt in de (intensieve) veehouderij. Dit wordt ook wel ‘groene stikstof’ genoemd. Stikstofoxiden, verbindingen tussen stikstof en zuurstof, komen vooral vrij bij het gebruik van fossiele brandstoffen in de industrie, het verkeer en de luchtvaart. Dit wordt ook wel NOx of ‘grijze stikstof’ genoemd. De uitstoot van die grijze stikstof is al met bijna 75% afgenomen in de laatste dertig jaar, bijvoorbeeld dankzij katalysatoren in auto’s. In 1991 zijn strengere regels voor mest ingevoerd en daarmee daalde ook de uitstoot van ammoniak. Maar vanaf ongeveer 2009 stagneerde deze ammoniakreductie. De varkens- en pluimveesector zit qua aantallen dieren al sinds 1995 op slot. Het gebrek aan progressie is deels het gevolg van het loslaten van het melkquotum. Daardoor kwam er weer meer mest bij. Daarom is de landbouw nu extra aan de beurt. Door schaalvergroting van de bedrijven zijn de dieren de afgelopen twintig jaar anders over Nederland verspreid geraakt. Zo zijn er nu veel meer koeien in Friesland en zijn er grote veebedrijven ontstaan in de Gelderse Vallei en de Brabantse Peel. Op arme zandgronden, vlakbij natuurgebieden die kwetsbaar zijn voor stikstof. Dat is problematisch, want veel van de depositie van ammoniak komt juist ‘in de buurt’ terecht, aldus wetenschappers.
Provincies aan zet
De uitwerking van het verguisde stikstof-kaartje is een taak voor de provincies. Die zitten er nogal mee in hun maag, zo bleek de afgelopen week. Ze weten bijvoorbeeld nog niet hoeveel geld ze hebben om veehouders die willen stoppen uit te kopen. In de kamerbrief staat bovendien dat de stikstofdoelen per gebied nog kunnen worden aangepast “aan de hand van nieuwe inzichten”. Ook is de gekozen gebiedsindeling niet in beton gegoten: de provincies bepalen in overleg hoe dat er precies uit komt te zien. Verwarring alom dus. De Gelderse gedeputeerde Drenth beschouwt het kaartje daarom als “zo goed als van tafel”, zei hij vorige week tegen de NOS. Zijn provincie heeft al laten weten een eigen koers te varen. En in Limburg hadden tientallen agrariërs belangstelling voor een uitkoopregeling. Daar moeten ze zich uiterlijk in september voor intekenen. Maar nu wachten ze allemaal af, in de hoop op wellicht betere regelingen.
Stikstofuitstoot paardensector
Ammoniak ontstaat vooral als vaste ontlasting en urine bij elkaar komen. Als je per sector kijkt, dan produceren de Nederlandse koeienstallen de meeste ammoniak; rundvee is verantwoordelijk voor maar liefst 53 procent van de groene stikstofuitstoot. De emissies uit varkensstallen zijn de laatste decennia met behulp van allerlei technologische innovaties al flink teruggedrongen tot ongeveer 16 procent van het totaal, vooral vanuit verouderde varkensstallen. De paardensector is verantwoordelijk voor zo’n 5 procent van de agrarische ammoniakuitstoot.
Dierlijke mest | Sector | Miljoen kg ammoniak | Aandeel, % |
Rundvee | 59.9 | 53% | |
Varkens | 18.1 | 16% | |
Pluimvee | 12.3 | 11% | |
Paarden en pony’s | 5.1 | 5% | |
Geiten | 2.7 | 2% | |
Overig | 0.8 | 1% | |
Kunstmest | 9.9 | 9% | |
Compost en zuiveringsslib | 0.7 | 1% | |
Gewassen en gewasresten | 4.1 | 4% | |
Totaal | 113.4 | 100% |
Natura 2000 en de KDW’s
Natura 2000-gebieden zijn ooit geselecteerd met het oog op de biodiversiteit. Ze herbergen specifieke soorten waarvan in Europa is afgesproken dat ze niet verloren mogen gaan. De acute aanleiding voor de huidige crisis is de achteruitgang van een deel van die Natura 2000-gebieden. Stikstof heeft zich daar over de jaren heen opgestapeld en zorgt nu voor verzuring en vermesting van de bodems en vermindering van de biodiversiteit. Adviseur Ton Crasborn van Aelmans Adviesgroep: “Als uitwerking van Europees beleid heeft Nederland de Natura 2000-gebieden aangewezen. Nederland is verplicht om deze gebieden te beschermen. Die bescherming is vastgelegd in de Wet Natuurbescherming.” Of een gebied stikstofdepositie goed kan opvangen wordt door ecologen uitgedrukt met de Kritische Depositie Waarde (KDW): boven die waarde is verslechtering vanwege stikstof niet uit te sluiten. Wanneer de KDW bereikt is, kan er in zo’n gebied niets meer: geen wegaanleg, woningbouw of andere activiteiten die stikstof uitstoten. In de Kamerbrief wordt de KDW als hét richtsnoer genoemd. De indicator staat echter ter discussie, bij boeren én bij stikstofexperts. Crasborn: “In een aantal gevallen kun je zelfs alle dieren, verkeer en industrie uit een gebied verwijderen en nog steeds niet onder die KDW komen. Dat komt dan door stikstof uit het buitenland en door de zeer lage KDW die voor zo’n gebied geldt.” Ook stikstofprofessor Wim de Vries van WUR is kritisch over de zeer gedetailleerde gebiedsgerichte KDW’s en pleitte in een webinar eerder dit jaar voor meer regionale depositiewaardes.
“Voor bedrijven die dichtbij of in een Natura2000-gebied zitten, is er meer onzekerheid. Wat telt is de specifieke situatie in dat gebied.”
Jos Crasborn, Juridisch adviseur
Vergunning Natuurbeschermingswet
Adviseur Crasborn kan nog weinig zeggen over de uitwerking van de stikstofplannen op de paardenhouderij. Hij raadt wel aan om te controleren of een bedrijf aan de al geldende stikstofwetgeving voldoet. “Nadat de PAS (Programmatische Aanpak Stikstof) is komen te vervallen in 2019, zijn we teruggevallen op oudere wetgeving. In de praktijk is dat de Natuurbeschermingswet. Wanneer u als paardenhouder een oudere vergunning heeft, grofweg van vóór de aanwijzing van de Habitatrichtlijn-gebieden in 2004 én u heeft geen grote wijziging in de bedrijfsvoering of het aantal gehouden dieren gehad sindsdien, dan voldoet u aan de huidige regelgeving. Als u een vergunning van later datum heeft, of wanneer u na 2004 nog uitgebreid hebt, dan is de situatie onzekerder. In alle gevallen is het verstandig om met uw adviseur te bekijken wat de stand van zaken is.” Crasborn maakt wel een aantekening: “Voor bedrijven die dichtbij of in een Natura2000-gebied zitten, is er meer onzekerheid. Wat telt is de specifieke situatie in dat gebied. Ten eerste is dan de vraag of het natuurgebied stikstofgevoelig is. Daarnaast is van belang wie de grootste bron van ammoniak is. Als u een paardenhouderij naast een verouderd varkensbedrijf heeft, is het minder waarschijnlijk dat uw bedrijf als eerste bekeken zal worden. Tot nu toe ging het altijd over stalemissies en werd niet zo gekeken naar bijvoorbeeld de opfok van dieren in een weiland. Het is bovendien onduidelijk hoeveel emissie er in een weiland vrijkomt. De Raad van State heeft echter in een uitspraak al aangegeven dat er voor bemesten en beweiden mogelijk een vergunningplicht kan bestaan.”
LTO Paardenhouderij organiseert op 20 juli een webinar over dit onderwerp. Aanmelden kan hier.
Stikstofprofessor Wim de Vries van WUR gaf eerder dit jaar een webinar over de stikstofproblematiek. Dit webinar is hieronder terug te kijken (lezing begint op 03:30).
Bron: De Paardenkrant 28 – 2022
Lees ook dit bericht op Horses Premium:
Lees de telegraaf van vrijdag 15 juli 2022 Pag. T17. “Natuur kan tegen een stootje.”
Vanaf hoeveel paarden geldt dit?
De duizende Schotse hooglanders en koninkspaarden die in de natuur gebieden lopen bij wie wordt die stikstofuitstoot geteld?
Ben daar zeer benieuwd naar!!!!!!!!!!!!!
De uitstoot van vliegtuigen worden alleen bij opstijgen gemeten (niet bij de het vliegtuig zelf maar van een afstand net als bij Tata steel)en niet in het luchtruim dat is toch krom maar ze vliegen wel over de Veluwe heen(routs zijn veranderd en ze vliegen veel lager!) en komt onterecht op het bordje van agrariërs en de paarden sector terecht. Bovendien wordt de stikstof boven de mestputten gemeten Het gaat ook helemaal niet over stikstof maar over een grote opruiming van dieren zodat ze kunnen bouwen aan huizen, industrie en zonnecollectoren parken! En dat is wel goed voor de natuur? Laat mij niet lachen. Hoe moeten wij ons nu tegen het rijk beschermen zodat ze onze dieren niet gaan afmaken?