Ga naar hoofdinhoud

FEI: Minder rotatievallen dan ooit tevoren in eventing

Eind januari kwamen de eventing officials bijeen op een FEI vergadering in Jardy, Frankrijk, om onder andere de risico-ontwikkeling van de sport te bespreken. De resultaten zijn wisselend. In 2022 vielen aanzienlijk minder paarden. Opvallend was vooral dat het aantal rotatievallen sterk is afgenomen.

Het goede nieuws was dat er in 2022 aanzienlijk minder paarden vielen dan gemiddeld sinds 2011. Afgelopen jaar viel 1,17 procent van de combinaties in alle klassen. Het gemiddelde van de jaren daarvoor was 1,43%. In 2022 vielen wel meer ruiters: 4,22 tegen 3,93%. Opvallend is vooral dat het aantal rotatievallen, de gevaarlijkste valpartijen, sterk is afgenomen. In 2011 was er nog één rotatieval per 510 starters; in 2022 werd er één geteld per 1437 starters. Sinds 2013 zijn de aantallen gestaag gedaald en staan ze nu op een historisch dieptepunt, aldus het Eventing Comité van de FEI in zijn rapport.

Rotatievallen

Het rapport zei echter ook dat er nog steeds zaken moeten worden aangepakt: in 2022 werden 34 ernstige verwondingen als gevolg van valpartijen geteld. Ernstige verwondingen zijn verwondingen die volgens de verwijzende arts onmiddellijke behandeling in het ziekenhuis vereisen. Van de 15 roterende valpartijen resulteerden er vijf (33 procent) in dergelijk ernstig letsel.

In totaal leidde 86,8% van de valpartijen in 2022 tot geen enkel letsel, 10,3% tot licht letsel en 2,9% tot ernstig letsel.

Uit deze vergelijking blijkt hoe groot de invloed van het type val is: bij valpartijen waarbij alleen de ruiter viel, ging slechts één val gepaard met ernstig letsel. Bij roterende valpartijen is er één ernstig letsel per zes incidenten.

Bron St.Georg

2 reacties op “FEI: Minder rotatievallen dan ooit tevoren in eventing

  • Toch komt dit rapport niet als een grote verrassing. Wie de eventing van dichtbij heeft gevolgd kan om twee dingen niet heen. De hindernissen zijn vriendelijker niet alleen veiliger geworden maar wat veel meer invloed heeft, zijn de pedigrees en het model van de paarden. Tien jaar geleden bestond het merendeel van de eveners nog hoofdzakelijk uit Engelse Volbloed of in elk geval met een heel groot aandeel EV in de pedigree. Die paarden konden wel snel meters op de vlakke gedeeltes van het parcours maken maar goed gebalanceerd springen was er niet bij. Ze braken bijkans de nek. Daarom konden ze ook niet dressuren en gebeurde ook maar zelden dat ze het tradionele springparcours foutloos konden afleggen. Nu zien we steeds meer paarden die geen racepaarden maar veelzijdig zijn en pedigrees hebben met veel minder Engels Volbloed. Met name de Duitse eventing paarden komen nu veel meer uit bloedlijnen met veel Arabergenen in de pedigree.

  • Jan Jonas

    Karel de lange heet wel gelijk, als hij zegt dat veel in de pedigree van eventing- paarden is veranderd. En langere pijpbeen en kootbeen is goed voor de vlakkebaan, maar minder voor het springen. Daarom kan er harder tussen de hindernissen gereden worden, maar wordt die extra snelheid te niet gedaan op de hindernissen. Het springconcours is daarom slecht. Ze laten de benen hangen. In de dressuur kan dat een voordeel zijn, maar dat wordt minder benut.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.