Ga naar hoofdinhoud

Rust roest

Riny RutjensHet buitenseizoen is afgelopen. Er zijn nog een stel mencollega’s die indoors rijden, maar de meesten zijn klaar met de wedstrijden en moeten aan de andere kant zien te komen. Daarmee bedoel ik dat ze moeten zorgen dat de paarden in april, als het seizoen weer begint, er zo optimaal mogelijk klaar voor zijn.

Hoe ga je daarmee om? Ik ben van mening dat rust roest. Er zijn gevallen dat de paarden een paar maanden worden stilgezet en dat is slecht voor de ze. Sommigen zetten de paarden zelfs drie maanden in de wei, maar daar haal je dan na die lange rusttijd een bij wijze van spreken oud paard weer uit. Met wedstrijdpaarden ben je dagelijks intensief bezig. Als je daar ineens niets meer mee doet, worden ze niet blij. Je moet ze bezighouden.

Ik train de paarden eerst een beetje af. Dan maak ik buitenritten, waarin ik niet de puntjes op de i probeer te zetten, maar waarin de paarden hun hoofd leeg kunnen maken en de pezen op de harde weg sterker worden. Op de straat kun je overigens veel beter trainen dan heel veel menners denken. Ik heb het dan over bijvoorbeeld tempowisselingen en op eigen benen laten lopen.

Het leuke aan een menpaard is dat je veel verschillende dingen kunt doen. Die afwisseling is goed voor ze. Je kunt ze longeren, onder het zadel trainen, in het enkelspan, tweespan. En veel buiten rijden; leuke dingen doen.
Een bijkomend voordeel aan het wat rustigere winterseizoen is ook dat je wat meer de tijd hebt om nieuwe paarden te proberen en te kijken wat goed bij elkaar past. In januari moet je dan toch wel weten wat je kunt gaan doen en waar je mee verder wil.
Dan begin ik toch snel, in januari, weer met optrainen. In de training moet je meer van de conditie van de paarden vragen dan dat je tijdens de wedstrijden nodig hebt. Om het in percentages uit te drukken: tachtig procent tijdens de training en zeventig procent tijdens de wedstrijden. De meesten denken dat je op een wedstrijd moet pieken, maar ik ben van mening dat dit tijdens de training moet, zodat de paarden op een wedstrijd overhebben om alles te kunnen geven. Als een paard conditie over heeft, kan het goed meedenken. Als ze moe zijn, kunnen ze niet denken. Daarbij komt dat op een wedstrijd de spanning voor een paard ook hoger ligt dan tijdens de training. Er is bijvoorbeeld van alles te zien. Ook daarom is het belangrijk dat ze over hebben.

Ik kies bewust voor januari, zodat je er dan in april echt weer klaar voor bent. In veel winterseizoenen heb je de pech dat er dagen bij zitten dat je niets kunt. Daar moet je rekening mee houden. Als de paarden bij aanvang van het seizoen weer helemaal op niveau zijn, hoef je in het wedstrijdseizoen niet meer te doen dan onderhouden. Van tevoren de lat omhoog, betekent dat je het gemakkelijker hebt in het seizoen zelf.

Riny Rutjens, tweespanrijder
Deze column verscheen vrijdag 18 november 2011 in De Paardenkrant