Pagina 19 van: Paardenkrant 10-2022
Beste Sanne,
Dank voor je vraag over hoe we-
tenschap kan bijdragen aan het
welzijn van sportpaarden op ver-
schillende niveaus. Wat een top-
prestatie heb jij afgelopen jaar
geleverd op de Olympische Spelen
in Tokio. Ik vind het een plezier
om met je samen te werken en ik
heb veel respect voor hoe jij in
de sport staat. Om je instelling en
flexibiliteit, maar zeker ook om de
integrale aanpak die je kiest en uit-
werkt met je team. Eigenlijk lijkt
jouw aanpak sterk op wat we doen
in de toegepaste wetenschap. Ook
wij combineren kennis en ervaring
uit verschillende disciplines.
Jouw voorbereidingen op de weers-
omstandigheden in Tokio waren,
voor de paardensport, inderdaad
nogal onorthodox: in een afge-
sloten binnenbak de temperatuur
en luchtvochtigheid fors omhoog
brengen en daar twee weken lang
iedere dag in trainen. We monitor-
den de resultaten nauwgezet. We
zagen indrukwekkende resultaten:
zowel jij als je paard konden na
die twee weken beduidend beter
omgaan met de hitte. In de paar-
densport was die aanpak zeldzaam
professioneel, maar voor humane
atleten is zo’n wetenschappelijke
manier een stuk minder uniek.
Gevoelssport
Objectief benaderen, analyseren,
interpreteren van de resultaten en
aan de hand daarvan bijsturen: in
veel andere sporten is het aan de
orde van de dag. Teams van top-
sporters, hun coaches en trainers
werken nauw samen met toege-
paste wetenschappers. Zo verbete-
ren ze keer op keer hun prestaties.
Daarin lopen veel humane sporters
wel echt een paar stappen voor op
de paardensport. Dat heeft volgens
mij twee oorzaken.
Ten eerste is onze sport een echte
gevoelssport. De samenwerking
met een dier maakt onze sport
uniek. Het gevoel dat we hebben,
naast, achter of op ons paard, is es-
sentieel en zal dat ook altijd blijven.
Wij zijn de enige sport met twee
atleten waarvan er één een dier is.
Toch kan dat ook een valkuil zijn:
we projecteren niet zelden onze
eigen waarnemingen en ons gevoel
op onze paarden. Dat gebeurt dan
met de beste bedoelingen, maar we
vullen misschien onterecht in dat
ze nog helemaal niet moe zijn of
het koud hebben. Niet alleen zien
we dit bij amateurruiters, ook het
gevoel van Olympische topruiters
blijkt er nog weleens naast te zit-
ten, dit samen analyseren en inter-
preteren zorgt ervoor dat je meer
inzicht vergaart en daar kun je weer
naar handelen.
Daarnaast zijn we van oudsher een
vrij conservatief volk. We doen
dingen op dezelfde manier als tien,
dertig of wel honderd jaar gele-
den, omdat we dat ooit zo geleerd
hebben en het altijd al zo doen. Er
is over het algemeen weinig be-
hoefte aan vernieuwing. Er lijkt
soms zelfs een soort afkeer te be-
staan van de wetenschap, waarbij
we onze sport als compleet afwij-
kend zien. ‘Dat werkt niet in onze
sport’, hoor je dan. Voor sommige
dingen klopt dat ook. Maar het
wil niet zeggen dat er geen ruimte
is voor verbetering door uit onze
comfortzone van oude gebruiken
te stappen.
Data én gevoel
Ik ben inspanningsfysioloog en
houd me dus voornamelijk bezig
met de fysieke kant en het optima-
liseren van de training. Daarvoor
verzamel ik objectieve informatie.
Zo breng ik in kaart welke oefenin-
gen voor een paard bijvoorbeeld
echt intensief zijn, wat een goede
hersteldag is voor dit paard en hoe
we het trainingsprogramma kunnen
optimaliseren. Aan de hand van dat
soort informatie kunnen we het ide-
ale pad uitstippelen naar een wed-
strijd, om een paard zo fit mogelijk
aan de start te krijgen. Dat gebeurt
aan de hand van mijn overtuiging
dat een paard dat lekker in zijn vel
zit, beter kan presteren. Daarom
pleit ik voor een cultuur binnen de
paardensport waarin ruimte is voor
zowel toegepaste wetenschap als
ons gevoel. Die twee kunnen elkaar
enorm versterken. Data kun je niet
interpreteren zonder te kijken naar
het paard zelf en je ervaringen uit
de praktijk eraan toe te voegen. Al-
leen meetgegevens hebben weinig
waarde: het gaat erom dat ze goed
worden geïnterpreteerd. Daarom
kun je als ruiter niet je hele team
de deur wijzen en met alleen een
wetenschapper verdergaan: je moet
het samen doen.
Tegengeluid
Met mijn bedrijf Equine Integra-
tion, voorheen Moxie Sport, werk
ik al heel wat jaren samen met top-
sportcombinaties. Door de paarden
regelmatig te testen, hebben we
een goed beeld van hun fitheid,
capaciteiten en hun individuele,
optimale route naar een piekmo-
ment toe. Maar het gaat eigenlijk
niet alleen om goed presteren. Met
wetenschappelijke methodes kun-
nen we paarden gezonder houden
en beter begeleiden. Het paarden-
welzijn wordt een steeds belang-
rijker onderwerp. We zien een
maatschappelijke transitie van wat
nog goedkeuring kan dragen. Wat
twintig jaar geleden nog algemeen
werd geaccepteerd, kan nu echt
niet meer. Dat is in veel opzichten
een enorme verbetering. Veel paar-
den hebben het een stuk beter dan
vroeger. Die verandering is, zoals
de meeste veranderingen, in gang
gezet door tegengeluid. Kritiek van
anderen wordt eerst vaak afgedaan
met een tegenaanval: ‘Wat weten
zij er nou van?’ Maar houdt de kri-
tiek niet op, dan gaan we onszelf
toch nog eens in de spiegel bekij-
ken. Zit er misschien een kern van
waarheid in het commentaar? En
dat is de houding die nodig is om
verbetering te kunnen bereiken.
Dan is dat tegengeluid geen be-
dreiging meer, maar wordt het een
kans.
Welzijn op één
Daarbij kan wetenschap een be-
langrijke rol spelen. Meningen en
ervaringen zijn niet erg overtui-
gend in een debat: ze brengen ruis.
Maar kunnen we met technologie
en data aantonen hoe we werken
aan het welzijn van onze paarden,
dan staan we een stuk sterker in
de maatschappelijke discussie. En
niet onbelangrijk: we zorgen ook
écht beter voor onze paarden. Want
dat is wat we als paardensportlief-
hebbers gemeen hebben met onze
tegenstanders in het maatschap-
pelijke debat: de overtuiging dat
we zo goed als mogelijk voor onze
paarden moeten zorgen.
Willen we onze social license, de
goedkeuring van de maatschappij
om sport met paarden te bedrij-
ven, ook in de toekomst houden,
dan moeten we kunnen verant-
woorden waarom we dingen doen
zoals we ze doen. Ons openstellen
om zaken kritisch tegen het licht
te houden, te analyseren en te op-
timaliseren. Transparant zijn over
onze aanpak naar de maatschappij
is hierbij ook cruciaal. Laten zien
dat wij het ook niet altijd weten,
maar altijd proberen te leren van
het verleden en echt stappen
maken om het welzijn te verbete-
ren. Dat is denk ik hoe we samen
professioneler kunnen en moeten
worden. Met een stevigere weten-
schappelijke basis, zowel voor de
hobbyruiter als de professional.
Waarbij ze allebei het welzijn van
hun paarden zonder twijfel op één
plaatsen.
Voor mij als wetenschapper is het
duidelijk: we moeten objectieve in-
formatie meer combineren met ons
gevoel en ervaringen om het wel-
zijn van onze paarden te garande-
ren en daarmee onze social license
te behouden. Daarom wil ik de
Kettingbrief graag doorsturen aan
Henk Nooren. Hij is bondscoach
van de springruiters in Frankrijk en
heeft een schat aan ervaring in de
topsport en het trainen en opleiden
van paarden.
KETTINGBRIEF woensdag 9 maart 2022 | 19
Objectieve informatie meer combineren met ons gevoel en ervaringen
In de vorige aflevering hebben we kunnen lezen dat inspan-
ningsfysioloog Dr. Carolien Munsters van Equine Integration
onderdeel uitmaakt van het team rondom Paralympisch dres-
suuramazone Sanne Voets. Ter voorbereiding op de Paralym-
pische Spelen van Tokio heeft Sanne Voets, onder begeleiding
van Munsters, zelfs in een klimaatkamer getraind met De-
mantur RS2 N.O.P. om de weersomstandigheden van Tokio
na te bootsen. In deze Kettingbrief legt Munsters uit op welke
wijze de wetenschap ingezet kan worden ter bevordering van
het welzijn van sportpaarden van zowel hobbymatige als
professionele ruiters. Henk Nooren, springbondscoach van
Frankrijk, krijgt het verzoek om mee te werken aan het ver-
volg.
Beste Henk,
Hoe zie jij de rol van de topsport bij het gebruik van innova-
ties en wetenschap om het welzijn en de duurzame inzetbaar-
heid van de sportpaarden te vergroten?
Met vriendelijke groet,
Carolien Munsters
We doen dingen op dezelfde manier
als tien, dertig of wel honderd jaar geleden,
omdat we dat ooit zo geleerd hebben en
het altijd al zo doen
De Kettingbrief
Sanne Voets – Carolien Munsters – Henk Nooren