Pagina 5 van: Paardenkrant 10-2022

“In begin van de coronacrisis zijn
voor de paardensector versoepe-
lingen toegestaan omdat het besef
moest dagen dat paarden beweging
nodig hebben. En uiteraard was de
SRP voor iedereen de vraagbaak.”
Lobby geslaagd
Hoewel de Sectorraad wel dege-
lijk aan de bal was toen de imple-
mentatie van een nieuwe Europese
richtlijn inzake consumentenkoop
in de Tweede Kamer aan de orde
kwam, kreeg de paardensector
toch een domper te verduren. De
termijn waarbinnen een professio-
nele verkoper moet bewijzen, dat
de consument die zijn paard heeft
gekocht een bepaald probleem met
dat paard heeft veroorzaakt, werd
door een meerderheid in de Tweede
Kamer verlengd tot een jaar.
Guusje ter Horst: “Er is nog nooit
zo uitgebreid in de Tweede Kamer
gesproken over paarden als toen
deze kwestie aan de orde kwam.
Het wetsontwerp ging over alle
levende dieren, maar in de Tweede
Kamer had niemand het over kat-
ten of honden. Iedereen sprak over
paarden. Dus deze lobby was ge-
slaagd!”
Grote tegenvaller
“Er was een meerderheid voor
het amendement van de VVD, die
de termijn op een half jaar wilde
houden. Het CDA had wel meege-
stemd, maar D66 en ChristenUnie
niet. Het is al bijzonder in Den
Haag dat twee van de coalitiepar-
tijen een amendement steunen. De
PVV heeft toen per ongeluk ver-
keerd gestemd, een grote tegenval-
ler. Als de PVV had gestemd zoals
ze in het debat hadden aangegeven
dan was het amendement aangeno-
men.’’
“Dan is er nog maar één moge-
lijkheid over en dat is de Eerste
Kamer. Daar hebben we nu contact
mee. Als wij niet met deze politici
hadden gesproken was het voorstel
in de Eerste Kamer gewoon ge-
hamerd, zoals bij de meeste wets-
voorstellen gebeurt. Nu is er niet
gehamerd en kon er inbreng wor-
den geleverd door de VVD, CDA
en SGP. De vraag is of de minister
via een zogenoemde novelle bereid
is om het amendement in de wet op
te nemen. Dan gaat het vervolgens
weer langs de Tweede Kamer. Zo
maken we alsnog kans om de ver-
lenging van de termijn te stoppen.”
Maar als in het te behandelen wets-
ontwerp al sprake is van een ver-
lenging naar een jaar, dan heeft de
paardensector bij de beleidsvoor-
bereiding kennelijk niet aan tafel
gezeten. Terwijl je toch zou denken
dat ambtenaren en bewindslieden
ervoor zijn om de belangen van –
in ons geval – de paardensector in
acht te nemen. Is er in Den Haag
dan niemand die enig idee heeft
van een paard?
Politiek maken
Mieke Theunissen, sinds januari
van dit jaar secretaris van de Sec-
torraad Paarden: “In Europa vin-
den niet alle lidstaten het interes-
sant om dieren uit te sluiten van de
consumentenrichtlijn. Wij slaag-
den er wel in om in ieder geval een
uitzonderingsclausule op te laten
nemen, waar lidstaten dan zelf voor
konden kiezen om er gebruik van te
maken. Bij de implementatie in de
Nederlandse wet- en regelgeving
liep het vast. De ambtenaren van
Justitie en Veiligheid vonden de
kwestie te complex, er moest veel
aangepast worden aan de wet. Ze
raadden ons aan om het politiek te
maken en dan kom je in de Tweede
Kamer terecht. Het heeft lang ge-
duurd voordat het eindelijk politiek
werd.”
Geen kennis van alle
sectoren
Theunissen vervolgt: “Dit dossier
is van de vorige minister naar een
nieuw kabinet gegaan. Dit was het
eerste dossier van de nieuwe minis-
ter en over dit onderwerp ging zijn
eerste debat in de Tweede Kamer.
Het ministerie moet verschillende
sectoren bedienen en de paarden-
sector is er daar één van. De vraag
is of daar onwetendheid zit, maar
ze kunnen geen kennis hebben
van alle sectoren die we in Neder-
land hebben. Het departement van
Landbouw, Natuur en Voedselkwa-
liteit is kennelijk niet stevig genoeg
om tegen Justitie en Veiligheid in te
gaan en uit te leggen dat het voor
dieren geen goede zaak is. Wij heb-
ben aan het departement van LNV
duidelijk gemaakt dat je deze richt-
lijnen voor dieren niet zou moeten
willen. Alles wat ook maar in de
verste verte over het onderwerp
dierenwelzijn gaat, is uiterst ge-
voelig.’’
115.000 euro
De Sectorraad Paarden werkt
met een jaarlijkse begroting van
115.000 euro, bij lange na niet
genoeg voor een professioneel on-
dersteuningsapparaat. Guusje ter
Horst: “We doen het werk dus ei-
genlijk met anderhalve man en een
paardenkop. Het is ingewikkeld
om het budget op te hogen, omdat
het geld dan bij de leden van de
aangesloten organisaties vandaan
moet komen. Als je mensen vraagt
om geld te betalen voor belangen-
behartiging dan snappen ze niet dat
dit nodig is. Het lukt onze lid-orga-
nisaties moeilijk om aan hun leden
uit te leggen dat het lidmaatschap
één euro duurder moet worden,
zodat ze voor de belangenbeharti-
ging van de SRP betalen. Je wilt
het liefst een automatisch systeem
voor afdrachten hebben. We dach-
ten dat I&R hiervoor geschikt zou
zijn, maar ook daarvoor kregen we
de handen niet op elkaar omdat het
door het ministerie als staatssteun
wordt afgedaan.”
Op de agenda van de minis-
ter
Ter Horst: “De financiering van
de SRP staat wel in het komende
gesprek met de minister op de
agenda, dus misschien is er toch
financiële steun denkbaar. In ieder
geval is het mogelijk om geld te
krijgen voor innovatie en onder-
zoek. Dus dat gaan we nu via die
lijn proberen.”
Er wordt ook werk verzet door de
onderliggende organisaties van de
SRP. Ter Horst: “Ze leveren allen
een bestuurder voor het SRP-be-
stuur en medewerkers of bestuur-
ders voor de werkgroepen gezond-
heid, welzijn, belastingen en I&R.
Ik merk dat er bij de kleinere lid-
organisaties soms een beperking
is, omdat ze geen mensen in dienst
hebben. Zij hebben alleen een be-
stuur bestaande uit vrijwilligers.”
Eenstemmigheid over
paardenwelzijn
Hoe divers ook de Sectorraad
Paarden, waar topsporters en re-
creanten, ponystamboeken en het
KWPN, belangenorganisaties en
commerciële partijen samen door
één paardendeur moeten: er is over
één ding eenstemmigheid en dat is
over het belang van paardenwel-
zijn. “Bij alle organisaties is dat
besef aanwezig”, aldus Ter Horst.
“Het doel is om binnen twee jaar
op een niveau te komen dat niet
alleen iedereen weet dat welzijn
voor de paardenbranche het aller-
belangrijkste is, maar dat er ook
een gouden standaard is waarmee
alle lid-organisaties aangeven wat
wel en niet geaccepteerd wordt en
dit ook communiceren naar hun
leden en naar de buitenwereld. De
gemiddelde Nederlander weet niet
wat de huidige afspraken zijn bin-
nen de paardenwereld als het gaat
om paardenwelzijn. We zijn dus
nog niet waar we wezen moeten.”
ALGEMEEN woensdag 9 maart 2022 | 5
‘Tweede Kamer sprak niet over honden en poezen, iedereen had het over paarden’
Guusje ter Horst en Mieke Theunissen, de ‘anderhalve man en een paardenkop van de SRP’, over de Haagse paardenlobby
Guusje ter Horst nam het aanbod om SRP-voorzitter te worden aan ‘omdat ik
paarden belangrijk vind in Nederland’.
De Sectorraad Paarden werkt met een jaarlijkse begroting van 115.000 euro, bij
lange na niet genoeg voor een professioneel ondersteuningsapparaat. Guusje
ter Horst: “We doen het werk dus eigenlijk met anderhalve man en een paar-
denkop.”
‘Je kan alleen overtuigen als je kan laten
zien wat je doet’
De SRP financiert de werkgroep Paard en Samenleving, die losstaat van de Sec-
torraad, maar cruciaal werk doet ten behoeve van de paardensector. Mieke
Theunissen: “Zij monitoren wat er in de samenleving en in de paardenwereld
gebeurt ten aanzien van paardenwelzijn en zij acteren hier ook op. Deze werk-
groep heeft een goed beeld van wat er in negatieve zin over paardenwelzijn
wordt gezegd en geschreven en laat de andere kant zien.”
Monique van Hal, marketing- en communicatiespecialist, is de voorzitter van de
werkgroep Paard en Samenleving, die bestaat uit commerciële partijen zoals
Pavo, de evenementenbranche en medewerkers van sommige lid-organisaties.
“We proberen het eerlijke verhaal te vertellen over wat er in de paardensector ge-
beurt”, aldus Theunissen. “Dat verhaal moet meer in de maatschappij verankerd
raken. We weten dat er een groot publiek is dat geen mening heeft over onze
sector, dat is de kritische massa die te bewegen is. Op deze groep richten wij ons
met de werkgroep. Liefhebbers van paarden blijven toch wel positief gestemd
en sommige critici zijn moeilijk te overtuigen. Maar met die grote groep daar
tussenin, daar moeten we wat mee. Je overtuigt mensen niet door te vertellen
dat wij het als sector allemaal zo goed doen op het gebied van paardenwelzijn.
Je kan alleen maar overtuigen als je echt kan laten zien wat je doet.”
“Op dit moment loopt er een onderzoek onder mensen die actief zijn in de
paardensport. Het gaat over hun visie op paardenwelzijn. Wat kan er wel en wat
niet? Hoe de sector zelf denkt moet in overeenstemming zijn met wat voor de
maatschappij acceptabel is. Daar mag geen kloof tussen ontstaan.”
‘Maatschappelijke normen zijn tegenwoordig
nog belangrijker dan wettelijke’
‘We zijn nog niet waar we wezen moeten’