Pagina 23 van: Paardenkrant 11-2022

Beste Carolien,
Sanne en jij hebben verschillende
aspecten van de ontwikkeling in
de paardensport en het paarden-
welzijn, die in de toekomst een
steeds grotere rol gaan spelen,
aangehaald. Ik wil graag beginnen
met de rol die de wetenschap kan
spelen bij de verdere ontwikkeling
van de topsport. Al redelijk vroeg
in mijn loopbaan als ruiter ben ik in
aanraking gekomen met dierenarts
en begeleider van topsportpaarden,
Rob de Vink.
Rob was iemand die erg geïnte-
resseerd was in bijna alle mense-
lijke sporten en vooral de evolutie
in het trainen van de menselijke
atleet. Hij probeerde dit om te
zetten in paardentaal en over-
tuigde ons ervan, vaak tot het
drammerige aan toe, dat we op
een heel andere manier moesten
gaan trainen. Rob is ook de aan-
leiding geweest dat het ministerie
van Landbouw een uitgebreid on-
derzoek is gestart naar het oplei-
den en het trainen van veulens tot
drieënhalf jaar, met verbluffende
resultaten.
Geen heil
Maar, zoals jij al aanhaalde, is de
paardenwereld zeer conservatief.
Daar waar alle sporten gretig ge-
bruikmaken van de wetenschap
voor verdere ontwikkeling, wordt
er zowel in de volbloedwereld
als bij de dravers en bij ons bijna
geen gebruik gemaakt van de we-
tenschap en de apparatuur. Daar
waar op veterinair gebied zeer veel
gebruikgemaakt wordt van de mo-
derne apparatuur, wordt er in de
ontwikkeling van de topsport bijna
van afgezien omdat men daar ei-
genlijk helemaal geen heil in ziet.
Er belanden heel veel rapporten,
zoals die van het ministerie, ergens
op een plank.
Tijdens het werken met Rob de
Vink kwam er nog weinig weten-
schap aan te pas maar was het ei-
genlijk meer het gevoel van de rui-
ter, de trainer en dierenarts samen.
Meer het fingerspitzengevoel van
die drie mensen samen.
Ook bij het Franse equipe was een
heel traject van intensieve weten-
schappelijke begeleiding richting
Tokio uitgestippeld samen met
jou. Maar daar hebben we slechts
een gedeelte van het geplande pro-
gramma kunnen uitvoeren omdat
ze daar het heil niet van inzagen.
Het was precies hetzelfde als wat
Sanne Voets heeft doorgemaakt.
Voor het Franse team was het ge-
volg dat het beste Franse spring-
paard door dagenlange koliek in
Tokio niet in de landenwedstrijd
kon worden ingezet.
Onze wereld maakt er verbazing-
wekkend genoeg geen gebruik van.
Dat is gek. Ik ken jou al langer. Jij
zegt altijd: ‘Ik heb niet het idee dat
ik iets nieuws moet onderzoeken.
Ik moet alleen gebruiken wat er in
de wereld al onderzocht is en wat
gewoon ergens op een plank ligt.
Zolang we dat doen, komen we al
met hele grote stappen vooruit.’
Rennen voor hun leven
Bij de volbloedwereld verbaast
mij dat nog veel meer. Want in ons
traject beginnen we met een drie-
enhalf jarige en die werken we er
rustig naartoe dat hij op zijn ne-
gende, tiende, elfde en twaalfde op
zijn toppunt zit. Volbloeden begin-
nen op één jaar. Die trekken ze, bij
wijze van spreken, gewoon uit de
wei en dan moeten ze zes maanden
later rennen voor hun leven. Met
dravers is dat precies hetzelfde. Er
is een uitval van negentig procent
of meer. Als ik nou eigenaar was
van een hele dure, want die prijs-
verschillen zijn enorm van 50.000
tot één miljoen euro, zou ik me af-
vragen of dat trainingstraject niet
een beetje anders kan zodat ze veel
minder snel kapot gaan.
Bij elke sport is iedere atleet harder
gaan lopen, rennen, skiën, zwem-
men, enzovoorts. Dat komt door
het materiaal, maar ook doordat ze
veel beter én anders zijn gaan trai-
nen. Volgens mij lopen die volbloe-
den net zo hard als honderdvijftig
jaar geleden. Ik verbaas me erover
dat daar niks gebeurt. En ook bij
ons. We zijn gewoon heel erg con-
servatief. We denken gewoon dat
het niet goed is.
Ik kan nog wel honderd voorbeel-
den geven. Ik ben hier al heel lang
en veel mee bezig geweest. Toen
ik voor het Italiaanse team heb
gewerkt, zijn er periodes geweest
dat we een soort proefproject had-
den opgezet met de trainer van de
Italiaanse atletiekbond. We hebben
toen zestien driejarigen genomen
voor de military. Acht daarvan
hebben we getraind zoals de men-
selijke atleet traint. En acht drie-
jarigen hebben we getraind op de
klassieke manier. Na verloop van
drie jaar werden onze op mense-
lijke wijze getrainde atleten elk
kampioenschap één, twee, drie,
vier, zes, zeven, acht en negen.
We hadden een inzetbaarheid van
bijna negentig procent. Bijna geen
uitval. En die andere, klassiek ge-
trainde paarden vielen uit.
Ontwikkeling paardenwelzijn
Het tweede aspect dat jullie aan-
haalden: paardenwelzijn is waar-
schijnlijk in de toekomst een
nog veel belangrijker item. De
ontwikkeling van het paarden-
welzijn is natuurlijk inherent aan
de sociale ontwikkeling van onze
westerse maatschappij. Na zoveel
jaren van rust en welzijn zijn we
ons meer en meer gaan bezighou-
den met het welzijn van de mens,
het huisdier, het consumptiedier
en natuurlijk ook van ons paard.
En hebben we op allerlei gebie-
den een zeer positieve ontwikke-
ling doorgemaakt.
We hebben onder aanvoering van
de paardenfluisteraar een totaal
ander inzicht gekregen in ons
paard. Door ze te bestuderen in hun
natuurlijke omgeving in groepsver-
band, kuddes, hebben we een veel
beter beeld gekregen van hun na-
tuurlijk gedrag en proberen we dat
waar mogelijk te imiteren en om te
zetten. Ook wanneer ze gedomes-
ticeerd zijn. Er lopen op dit gebied
een heel aantal onderzoeken in de
wereld. Ik weet niet in hoeverre,
maar ik denk en hoop dat hierbij de
wetenschap ons ook nog een stuk
verder kan helpen.
Chris Sorensen is een Canadees die
in Nederland woont. Hij is ook pre-
sident van de Canadese hippische
federatie. Ik wil graag de Ketting-
brief aan hem doorsturen.
KETTINGBRIEF woensdag 16 maart 2022 | 23
Onze wereld maakt verbazingwekkend genoeg geen gebruik van de wetenschap
Alhoewel de Kettingbrief in Nederlandse handen is gebleven,
krijgt deze aflevering ook een Frans tintje aangezien Henk
Nooren bondscoach is van de Franse springruiters. De vorige
Kettingbriefschrijfster, inspanningsfysioloog Dr. Carolien
Munsters van Equine Integration, kent Henk Nooren goed
en wil dat hij zijn mening geeft over haar vakgebied. Heeft
Henk Nooren voor ogen wat de rol is van topsport bij het
inzetten van innovaties en wetenschap om het welzijn en de
duurzame inzetbaarheid van sportpaarden op te schroeven?
Aan het einde van zijn betoog richt hij zich tot Chris Soren-
sen, president van de Canadese hippische federatie.
Beste Chris,
Jij bent heel erg geïnteresseerd en betrokken bij een heel
groot aantal sporten en je volgt ook de wetenschap daarom-
heen heel intensief. Vertel eens meer over die ontwikkeling
maar ook over de preventie van ongelukken, blessures en
dergelijke.
Met vriendelijke groet,
Henk Nooren
‘Toen ik voor het Italiaanse team werkte,
hebben we een soort proefproject opgezet met
de trainer van de Italiaanse atletiekbond’
‘We hebben onder aanvoering van
de paardenfluisteraar een totaal ander inzicht
gekregen in ons paard’
FO
TO
W
W
W
.A
RN
D
.N
L
De Kettingbrief
Carolien Munsters – Henk Nooren – Chris Sorensen