Pagina 19 van: Paardenkrant 12 – 2021

Beste Megan,
Bedankt voor het doorsturen van
de Kettingbrief. Het is leuk dat je
aan mij denkt, want jij leidt jonge
springpaarden op en ik kom eigen-
lijk pas op die paarden te zitten als
ze al wat verder zijn. Alleen daar
gaat je vraag niet direct over. Jouw
vraag richt zich op de stappen die
ik heb genomen om door te breken
op het hoogste niveau. Er zijn, naar
mijn mening, een paar belangrijke
punten van belang. Je zult ten eer-
ste veel uren moeten maken in de
paardenwereld. Dat is gewoon een
feit. Daarnaast moet je gericht en
doelbewust werken én heel veel
trainen.
Goed genoeg
Je zult ook veel geduld moeten heb-
ben want ook al voelen veel paar-
den goed aan, het is altijd de vraag:
gaan ze een dikke proef lopen? Ze
komen vaak bij mij onder het zadel
als ZZ-paarden. Jij leidt op, ik
maak het eigenlijk af. Zo moet je
dat zien. De meeste paarden sprin-
gen wel 1,30 m. of 1,40 m., maar
we weten zelf ook wel dat er weinig
paarden zijn die dat heel makkelijk
doen op 1,50 m. en 1,60 m.-niveau.
Het is een kwestie van nuchter blij-
ven en geduld hebben om de paar-
den de kans te geven. Jij legt dat
ook duidelijk uit met het rijden van
jonge paarden.
Het is aan mij om te bepalen of een
paard goed genoeg is om hem door
te blijven rijden of te verkopen.
Daaraan voorafgaand zal ik eerst
uren moeten maken met een paard
en gericht en doelbewust moeten
werken. Op het moment dat je op
een paard zit, voel je als ruiter aan
het paard of het goed genoeg is.
Dat is een stukje ervaring dat je
hebt als ruiter. Je voelt aan wan-
neer het niet helemaal vanzelf gaat,
bijvoorbeeld als je te veel been
moet geven.
In de waarde laten
We hebben gauw de neiging om
hoger te gaan springen, maar dan
zul je dat paard breken. Ik vind dat
je paarden dan in hun waarde moet
laten. Het is een moeilijke stap om
aan een eigenaar uit te leggen dat
zijn paard niet goed genoeg is.
Daarom probeer ik eigenaren er al-
tijd gewoon bij te betrekken. Ik zeg
het eerlijk als ik het gevoel heb dat
een paard niet op het hoogste ni-
veau gaat lopen, maar wel een heel
fijn paard kan zijn voor een ama-
teur die een keer 1,40 m. wil rijden
in Amerika of waar dan ook.
Financieel ondersteunen
Ik heb nu een aantal stappen uitge-
legd. De volgende stap om hoger
op te komen in de topsport is dat je
mensen nodig hebt die je financieel
kunnen ondersteunen op het mo-
ment dat je paard goed genoeg is
voor het hogere niveau of je weet er
één die daar goed genoeg voor is.
Het komt erop neer dat de juiste
mensen de mogelijkheid hebben
om die paarden aan te houden voor
de topsport en daar eventueel in
willen investeren.
Sommige mensen gaat het niet zo-
zeer om het geld en de handel. Dat
zijn meer sportmensen en zij zijn
heel schaars. De keuze is hoelang
ze de mogelijkheid hebben om
paarden te kopen, aan te houden en
ze bij een topruiter neer te zetten.
De paarden worden op een gegeven
moment meer waard. Er komt meer
vraag naar. Het is aan de eigenaar
om te zeggen of ze voor het geld
gaan of voor de topsport. Gaan ze
een paard voor veel geld verkopen
of gaan ze het hele avontuur aan en
maken ze er een meerjarenplan van
om bij de top vijf van Nederland te
komen?
Goede kant opsturen
Ze zeggen dat de bal rond is, de bal
waar wij over praten is heel om-
vangrijk. Voor een groot gedeelte
draait het om keuzes maken. De
drie dingen die belangrijk zijn: top-
sport, het financiële gedeelte en
meedenken met een eigenaar. Een
ruiter zal een eigenaar de goede
kant op moeten sturen. Waar zitten
de mogelijkheden?
Er zijn ruiters die altijd blijven zeg-
gen dat het goed komt met een
paard. Ik denk dat er heel veel paar-
den in Nederland, en in heel Eu-
ropa, op hetzelfde niveau blijven
doorhuppelen. Maar ik vind dat je
eigenaren niet aan het lijntje moet
houden. Het kost heel veel geld om
nog een jaar of twee jaar tijd in een
paard te stoppen. Ook al is een
paard niet goed genoeg voor mij.
Hij is wel goed genoeg voor een
amateur. Nou, dan moeten we hem
verzilveren. De eigenaar is dan blij,
de nieuwe koper ook omdat hij het
paard heeft dat hij zocht en ik heb
mijn job gedaan.
SF Equestrian is al een aantal jaar
mijn sponsor. Door de juiste men-
sen aan wal te hebben, kan ik top-
sport bedrijven. Het is tevens een
stukje geluk hebben bij het aanko-
pen van goede paarden voor de toe-
komst. Dit vraagt een stukje gevoel
van de ruiter om dat te kunnen. Een
paard moet je zien als combinatie.
Bij ons heeft dat goed uitgepakt.
Mijn laatste aankoop, Comme
Laude, komt toevallig ook weer bij
Pieter Devos vandaan, evenals Gin
D en Kriskras.
Wedstrijdplanning
Ik ben ook veel bezig met het ma-
nagement om de paarden heen. Op
papier moet alles in orde zijn, want
je moet een goede wedstrijdplan-
ning maken. Bij topsport moet je
toch blijven nadenken en een doel
hebben. Vorig jaar was het mijn
doel om ervoor te strijden om in de
top vijftig te komen. Nu sta ik toe-
vallig op nummer 59. Als ik in mei
weer begin, wil ik in de top vijftig
komen te staan. Terwijl ik het jaar
daarvoor nog in de top honderd
wilde komen. Het is wel leuk dat
het me toch allemaal is gelukt. Dat
is ook een stukje streven; strijden
en niet opgeven. Trainen en blijven
nadenken.
De grote vraag is: hoe houd ik mijn
paarden blessurevrij in de top-
sport? Dat kan alleen maar als je
ruitergevoel hebt en een goede
planning maakt. Een ouderwets
stukje paardenverstand, zeg maar.
Bepaalde paarden stuur je naar het
ene concours en andere paarden
neem je weer ergens anders mee
naartoe. Of je geeft ze een maandje
rust om een beetje bij te laten
komen. Sommige paarden reizen
heel moeilijk en lijden daar meer
onder. Dat is ook het mooiste van
een groep paarden op het hoge ni-
veau. Je kunt afwisselen.
In Doha was ik met Kriskras vierde
in de Grote Prijs tijdens de GCT.
Dat ik het zo kon afsluiten, was
voor mijn gevoel heel goed, want ik
wist dat we weer anderhalve maand
thuis moesten blijven. Rhino is een
domper in deze moeilijke tijd met
corona. We dachten dat het weer
een beetje op gang was en dan krij-
gen we dit weer.
Niet opgeven
Ik heb, net zoals jij, ontzettend veel
verschillende paarden gereden.
Weinig kunnen dat evenaren. Als ik
vroeger een moeilijk (bloed)paard
had gereden, moest ik hem van
mijn familie die dag nog een keer
rijden. Niet opgeven als het een
goeie is en gehard worden. Van-
daag de dag denken de mensen al-
lemaal makkelijk, maar dat is het
niet. De meesten die het hoogste ni-
veau (willen) bereiken moeten ook
tegenslag kunnen hebben.
De volgende persoon voor de Ket-
tingbrief ken ik persoonlijk. Het
verschil tussen Henk Nijhof jr. en
mij is dat ik elk jaar met maar zes
merries fok en Henk fokt op jaarba-
sis heel veel paarden. Hij is daar-
naast bezig met een stukje topsport.
Zijn hengsten moeten ook op het
hoogste niveau lopen.
Bij topsport blijven nadenken en een doel hebben
Beste Henk,
Jullie doen alles in het groot (veel paarden en klanten). Ik vind
het bepalen van de hengstenkeuze zo moeilijk. Hoe komen jul-
lie zo snel tot een hengstenkeuze? Hoe geef je goed advies en
houd je klanten tevreden? Wat is het meest belangrijke waar
je aan moet denken om een paard te fokken dat een dikke
proef kan lopen? Aangezien het heel moeilijk is om een 1,60
m.-paard te vinden.
Met vriendelijke groet,
Bart Bles
Deze week wordt de pen voor de Kettingbrief ter hand geno-
men door internationaal springruiter Bart Bles. Hij geeft ons
een kijkje in de keuken bij Stal Bles in het Gelderse Babberich.
Het is te begrijpen waarom Bles een mooi voorbeeld is voor de
vorige briefschrijfster, de 24-jarige springamazone Megan La-
seur. In de vorige editie gaf zij ook aan om, naast het opleiden
van jonge springpaarden, als doel te hebben hogerop te komen
in de sport. Bart Bles kan haar vanuit zijn eigen ervaring ver-
tellen wat erbij komt kijken om de juiste stappen te zetten rich-
ting de topsport en door te breken. Hengstenhouder Henk Nij-
hof jr. wordt aangetrokken voor het vervolg.
De Kettingbrief
Megan Laseur – Bart Bles – Henk Nijhof
FO
TO
W
W
W
.A
RN
D
.N
L
woensdag 24 maart 2021 | 19KETTINGBRIEF
Het is aan mij om te bepalen
of een paard goed genoeg is om hem door
te blijven rijden of te verkopen
Als ik in mei weer begin,
wil ik in de top vijftig komen te staan