Pagina 5 van: Paardenkrant 20-2022
door Ellen Liem
In zijn jonge jaren werd Ich Weiss
eerst door stalamazones gereden.
“Dat ging niet helemaal. Niet dat
Ich Weiss heel moeilijk was, maar
hij was heel fanatiek met veel go
en werklust. Dat is nu heel fijn
maar was als jong paard een beetje
lastig. Toen heeft Leunus hem een
tijd gereden en als vijfjarige heb ik
hem gearresteerd”, blikt Thamar
Zweistra terug. Ze reed Ich Weiss
een keer bij de zesjarigen en in dat-
zelfde jaar volgde het debuut in het
ZZ-Zwaar. “Hij had nooit moeite
met de oefeningen en deed de se-
ries en pirouettes gelijk heel mak-
kelijk. Het was niet echt een paard
voor de jonge paarden-proeven
omdat het wat langer duurde tot-
dat hij zijn kracht kon omzetten in
gedragenheid.” Voor Leunus van
Lieren zijn jonge paarden-wedstrij-
den ook geen indicatie voor de toe-
komst. “Het zegt niks of ze Grand
Prix gaan lopen. Het kan makkelijk
dat een jong paard wint, maar het
laatste stuk niet gaat doen en an-
dersom ook.”
Geen Lichte Tour-paard
Vanaf het ZZ-Zwaar ging het snel
en als net zevenjarige debuteerde
Ich Weiss in Le Mans in de in-
ternationale Lichte Tour. “Hij
heeft wat zevenjarigen-proeven
gelopen en een paar keer Lichte
Tour. Maar het was eigenlijk
geen Lichte Tour-paard, meer
een Grand Prix-paard.” En zo
volgde een jaar later, eveneens in
Le Mans, het debuut in de Grand
Prix. “Als zevenjarige noemden ze
hem daar the ‘singing horse’. Hij
heeft een heel hoog hinnikje, dat
doet echt zeer aan je oren”, zegt
Zweistra die blij is met de ont-
wikkeling van de hengst. “Hij is
aan alle kanten veel gegroeid, ook
mentaal. In het begin hinnikte hij
heel veel in de proef en nu zit er
meer rust in. Daardoor is ook zijn
stap veel beter geworden. Hij kan
heel goed stappen, maar dat kwam
er door spanning niet helemaal uit.
Nu Ich Weiss sterker is, wordt hij
zelfverzekerder in de ring en alles
groeit nog steeds.”
Beetje ADHD
“Hij is heel lief, maar heeft wel
een beetje ADHD. Vooral in de
omgang heeft hij weinig geduld.
Maar zodra je er op gaat zitten is
hij heel snel gefocust. Het is best
een aparte jongen, heel actief, ook
in z’n hoofd.” Van Lieren noemt
een grappige anekdote: “Thamar
is er wel eens op gaan zitten bij
de smid. Dan dacht Ich Weiss: oh
we gaan iets doen! Dan heeft het te
maken met werken en wil hij wel
stilstaan.”
Fenomenaal
Als hoogtepunten in de oefeningen
noemt Zweistra de eners, piaffe
en passage. “Dat doet hij met heel
veel power. Het is echt een kracht-
patser en hij doet nooit iets half.
En er valt nog zat te verbeteren. Ik
wil het graag nog stabieler en stil-
ler maken. Er zit zeker nog groei
in.” Ook volgens Van Lieren kun-
nen de scores omhoog. “De juryle-
den moeten hem een paar keer zien
voordat ze punten durven geven,
zo werkt het een beetje in de dres-
suur. De eners van Ich Weiss zijn
echt fenomenaal. Er zijn maar wei-
nig paarden die ze op deze manier
kunnen springen. Als Isabell ze zo
zou rijden, krijgt ze een tien, Tha-
mar een acht.”
‘Geef mij het papier maar’
Zweistra bracht maar liefst dertig
paarden uit in de Grand Prix en
hoeft niet lang na te denken welke
de beste is. “Voor mij zeker Ich
Weiss. Vooral omdat hij alles zo
makkelijk doet. Vaak moet je wat
puzzelen, maar Ich Weiss vindt
niks moeilijk, dan heb je echt een
topper.” Als veulen zag Van Lie-
ren er nog geen toekomstig Grand
Prix-paard in. “Ich Weiss was wel
bijzonder omdat zijn moeder spier-
wit is en hij gitzwart. En nu is hij
zilvergrijs. Maar ik kan aan een
veulentje niet zien of het een Grand
Prix-paard wordt.” Van Lieren kan
zich nog goed herinneren, nadat
hij in 2017 was verkozen tot Fok-
ker van het Jaar, dat hij werd uit-
genodigd voor een praatje. “Toen
kreeg ik de vraag: hoe kan je zien
of een veulen een Grand Prix-paard
wordt? Toen zei ik: dat kan ik niet.
Dat antwoord was een grote te-
leurstelling. Geef mij het papier
maar. Als je Grand Prix-paarden
gebruikt, is de kans dat het veulen
later Grand Prix gaat lopen een stuk
groter. Maar het moet altijd nog
gebeuren. Ze moeten de instelling
hebben en heel blijven. Je hebt niet
zo gauw een Grand Prix-paard.”
Van Lieren raakte overtuigd toen
hij Ich Weiss zelf een tijd reed.
“Toen wist ik: dat gaat hij leren en
dat gaat hij doen.”
Heel erg verwend
Ich Weiss – die bij het AES is goed-
gekeurd – bracht enkele nakome-
lingen, maar de kans dat hij dit jaar
veel merries krijgt is niet groot. “Hij
staat niet op de lijst van hengsten die
ik promoot om de doodeenvoudige
reden dat ik hem mee wil nemen
naar de wedstrijden. De internatio-
nale sport en fokkerij gaan niet al-
tijd samen.” Voor Zweistra en Ich
Weiss staan nu de overige observa-
ties richting het WK in Herning op
het programma. “Naast Ich Weiss
heb ik natuurlijk ook Double Dutch
nog. Die moet je ook niet uitvlak-
ken. Double is zo lief en meegaand.
Die zet je in het gangpad en dan
zegt hij misschien een keer ‘huhu’.
Het is echt een blij ei, maar een
heel braaf paard. Met hem kan je
ook knuffelen, daar heeft Ich Weiss
geen geduld door. Met twee van
zulke Grand Prix-paarden ziet de
toekomst er rooskleurig uit. Ik ben
heel erg verwend.”
INTERVIEW woensdag 18 mei 2022 | 5
Ich Weiss: Van ‘singing horse’ naar NK-zilver
SCHORE – Toen Leunus van
Lieren zijn eigen fokproduct
Hexagon’s Ich Weiss (Rubi-
quil x Negro x De Niro) als
jong paard een tijd reed, was
hij overtuigd: ‘Dit wordt een
Grand Prix-paard.’ Die ver-
wachting kwam helemaal uit.
Met nauwelijks ringervaring
debuteerde hij als achtjarige
onder Thamar Zweistra in de
Grand Prix. Inmiddels staan
de Wereldbekerfinale en zil-
ver op het NK Dressuur op de
palmares van pas negenjarige
schimmelhengst. Zweistra, die
maar liefst dertig paarden in
de koningsklasse reed, vindt
Ich Weiss haar beste Grand
Prix-paard ooit. En er gloort
nog meer aan de horizon.
“Het is echt een krachtpatser en hij doet nooit iets half”, vertelt Thamar Zweistra over Hexagon’s Ich Weiss (v. Rubiquil). Het duo komt nu iets meer dan een jaar uit
in de Grand Prix met als meest recente succes de zilveren medaille op het NK Dressuur. FOTO WWW.ARND.NL
Stroomversnelling
Het was in 2012 voor Leunus van Lieren een bewuste keus om Grand Prix-merrie
Vinegra Utopia, de moeder van Ich Weiss, aan te paren met Rubiquil (v. Rubin-
stein). “Vinegra kwam destijds met Laurens mee naar huis en kon exceptioneel
goed piafferen, maar mocht iets meegaander zijn. Ze was heel fanatiek, maar
niet heel lief en had een beetje voernijd. Daar kon ik het karakter van Rubiquil
bij gebruiken. Met de nakomelingen van Rubiquil kan je ook in het bos rijden en
je kunt ze zelfs voor een karretje zetten. De wil om te werken maakt het verschil
of ze het gaan doen en ook het verschil of iedereen er wat mee kan en plezier
aan heeft. Er zijn bepaalde erfelijke eigenschappen die het moeilijk maken en
omgekeerd. Toen mijn echtgenote Mieke in 1992 overleed door toedoen van een
paard, is het selecteren op karakter voor mij in een stroomversnelling gekomen.”
Lichte Tour is te laat
Leunus van Lieren fokte tot nu toe maar liefst 28 Grand Prix-paarden en één van
zijn ‘geheimen’ is om al vroeg te beginnen met het aanleren van de Grand Prix-
oefeningen. “We werken de jonge paarden kort zodat ze fris blijven en gebruiken
hun enthousiasme om de oefeningen te leren. Een voetballer laat je ook niet
eerst achttien worden voordat je hem leert voetballen. Als een paard Lichte Tour
loopt en dan de Grand Prix-oefeningen moet leren, dan ben je te laat. Dat mag
gerust tussendoor. Van steeds herhalen worden de paarden moe, dan wordt de
coördinatie minder en heb je eerder kans op blessures.”
Zweistra: ‘Ich Weiss is best een aparte jongen,
heel actief, ook in z’n hoofd’
Van Lieren: ‘Een voetballer laat je ook niet eerst
achttien worden voordat je hem leert voetballen’
Van Lieren: ‘Het kan makkelijk dat een jong
paard wint, maar het laatste stuk niet gaat doen
en andersom ook’