Pagina 11 van: Paardenkrant 13 – 2021

door Esther Berendsen
Maar liefst veertig paarden van
Vincent Voorns Golden Dream Sta-
bles waren in Vejer de la Frontera.
Op één dag, direct na terugkeer in
Nederland, werden er 34 getest.
Toen bleek één paard positief. “We
hebben een dag later weer getest,
en toen was datzelfde paard nega-
tief. De testen geven geen zeker-
heid, dat zeggen de dierenartsen
ook. Voor de zekerheid heb ik dat
paard, en een ander paard dat nega-
tief testte maar wel koorts kreeg,
apart gehouden. Ook de overige
paarden die op de Sunshine Tour
geweest zijn, hebben we zoveel
mogelijk gescheiden van de rest.
We hebben hier stallen in vijf ver-
schillende gebouwen en in de bin-
nenbak hebben we een aantal
tijdelijke boxen geplaatst. Ieder
deel heeft zijn eigen grooms en ie-
dereen blijft zo veel mogelijk op
zijn eigen terrein. Ik wil hier niet te
licht over denken, zeker niet, maar
het is wel heel moeilijk om te weten
wat je moet doen. Als testen zo
weinig zegt, hoeveel zin heeft dat
dan? Dat onzekere maakt het wel
verontrustend. Ik denk dat het be-
langrijkste is om de paarden heel
goed in de gaten te houden. Verder
is het afwachten tot die drie, vier
weken voorbij zijn. Hoe dichter we
bij het einde van die periode zitten,
hoe rustiger ik kan ademhalen.”
Heel logisch
Wat Voorn betreft is het niet nodig
om de hele wedstrijdsport op de
schop te gooien. “We moeten ook
niet helemaal in paniek raken nu. Ik
denk dat het belangrijkste is dat rui-
ters en organisatoren transparant
zijn. Ruiters moeten niet op pad
gaan met paarden die koorts heb-
ben, maar dat lijkt me sowieso heel
logisch. Vaker temperaturen op
concours lijkt me wel een goed
idee. En als er dan een paard is met
koorts, meldt het dan ook. Op ons
bericht via social media, over het
paard dat positief getest is, kreeg ik
reacties van mensen dat ze het ge-
weldig vonden. Hoezo geweldig?
Het is toch de normaalste zaak van
de wereld? Als ik in Valencia was
geweest en er had vlak bij me een
paard gestaan met koorts of andere
verschijnselen, dan zou ik het ook
appreciëren als ze me even zouden
bellen! Ik vind dat echt de verant-
woordelijkheid van de ruiters.”
Even rust
De quarantaineperiode van de paar-
den van Voorn valt samen met de
wedstrijdstop van de FEI. “Ik wil
me sowieso aan die drie weken
houden, maar daarna hoop ik wel
weer naar wedstrijden te kunnen.
We moeten toch verder. We zijn
druk bezig met de planning, maar
het is natuurlijk nog wel onzeker.
Geeft de FEI de paarden die in
Spanje zijn geweest dan ook weer
vrij? Of duiken er straks nog
nieuwe gevallen op? Maar ik maak
me geen zorgen dat ze straks niet fit
zijn. We hebben, voordat rhino roet
in het eten gooide, een paar gewel-
dige weken gehad in Spanje. De
paarden hebben allemaal goed ge-
lopen daar, dus deze periode thuis
is niet zo’n probleem. We hebben
hier alle faciliteiten en ruimte om
de paarden lichtjes door te trainen.
Ik denk namelijk niet dat het goed
is om ze helemaal stil te zetten; het
liefst verander ik zo min mogelijk
in de routine. Met uitzondering van
die ene met de positieve test en het
paard dat koorts had, uiteraard.
Hoewel ook die paarden helemaal
fit lijken, hebben die nog wel even
rust.”
Klanten op één
In Vincents planning zijn de wed-
strijden van de ruiters die hij traint
leidend. “Een van hen, de Zweedse
Ida Selin, gaat van 15 tot 18 april
naar Opglabbeek in voorbereiding
op het EK Junioren. Dus dat is de
eerste wedstrijd waar ik heen zal
gaan. Daarna zal de Tsjechische
Emma Augier de Moussac waar-
schijnlijk de landenwedstrijd in
Praag rijden. Tussendoor probeer ik
dan wat concoursen te plannen voor
mijn eigen paarden. Maar de
agenda van mijn klanten is priori-
teit.”
Toen Voorn een jaar of acht geleden
begon met zijn eigen stal stond les-
geven op de tweede plaats. “Na
mijn vertrek bij de Margaretha
Hoeve was sport plan A en lesgeven
plan B. Maar eigenlijk is dat heel
snel omgedraaid en nu zijn er der-
tien ruiters die bij ons trainen. Een
deel daarvan begeleid ik en een
deel doet Tom Martens. Het geeft
me heel veel voldoening om met
die amazones bezig te zijn en suc-
cessen te behalen. Het leuke is ook
dat ze allemaal langere tijd bij ons
blijven. Daardoor kunnen we echt
werken aan de langetermijndoelen.
Ze zijn allemaal anders, hebben al-
lemaal hun eigen sterke en zwakke
punten, en het is de uitdaging om
het maximale eruit te halen.”
Eén trainer
Dat kijken naar het individu en kij-
ken wat hij of zij nodig heeft is ken-
merkend voor de manier van
lesgeven van Vincent Voorn. “In de
basis heb ik hetzelfde systeem als
mijn vader”, vertelt hij desge-
vraagd. “Ik heb maar één trainer
gehad en dat is hij. En daar heb ik
ook veel succes bij gehad. Toen ik
naar de Margaretha Hoeve ging heb
ik ook veel geleerd van collega-rui-
ters. Dan ga je dingen combineren
en krijg je uiteindelijk je eigen sys-
teem. Maar in grote lijnen doe ik
het nog steeds zoals hij het mij ooit
geleerd heeft.”
Wat Voorn betreft hoef je niet per
se aan de door hem getrainde rui-
ters te zien wie hun trainer is.
“Sommige mensen vinden dat
mooi, dat je van afstand ziet bij wie
iemand in de leer is geweest. Van
mij hoeft dat niet zo, omdat ieder-
een zijn eigen manier van rijden
heeft en ik het belangrijker vind om
hem of haar daarin zo goed moge-
lijk verder te helpen. Liever een
eigen stijl dan een slechte kopie van
iemand anders zijn. Dat is mis-
schien het grootste verschil tussen
mij en mijn vader.”
Verfrissend
Voorn begint de dag om half acht ’s
ochtends met het rijden van de vier
paarden die hij zelf rijdt. “Ik heb
vier talentvolle jonge paarden
onder het zadel die ik zo langszij
probeer op te leiden voor het ho-
gere werk. Als een daarvan ge-
schikt is voor de topsport zal ik dat
zeker een kans geven. Maar het les-
geven heeft wel prioriteit. Rond
tien uur, half elf ben ik klaar met
rijden en dan heb ik de rest van de
dag voor de begeleiding van de rui-
ters die ik onder mijn hoede heb.
Voor Tom geldt precies hetzelfde.
Mijn vrouw Jonna rijdt niet meer;
zij houdt zich bezig met de boek-
houding en het management van de
stal. En met de kinderen; Nicola
van bijna drie en Spencer van bijna
één.”
Veel tijd om zelf te lessen heeft
Voorn niet. “Ik ben zo druk met het
rijden van mijn eigen paarden en
het begeleiden van de ruiters dat de
eigen bijscholing er wat bij in-
schiet. Anderzijds: het zou ook niet
goed zijn als ik nog wekelijks les
nodig had. Ik weet gelukkig wel
aardig goed waar ik mee bezig ben.
Heel af en toe, misschien twee keer
per jaar, komt mijn vader langs en
dan rijd ik één of twee paarden.
Dat is dan wel weer even verfris-
send. Maar ook met Tom kan ik al-
tijd even overleggen als ik ergens
tegenaan loop. Dat is mijn beste
maat met wie ik al sinds de Marga-
retha Hoeve samenwerk, dus wij
zijn heel goed op elkaar inge-
speeld.”
Vincent Voorn kijkt vooruit: ‘We moeten toch weer door’
Openheid op social media over rhino brengt lof
WEERT – Hadden we geluk, of houden Nederlanders toch liever
hun mond als er minder goed nieuws is? Feit is dat welgeteld één
ruiter in Nederland na terugkeer uit Spanje liet weten dat één van
zijn paarden positief getest is op het virus dat rhinopneumonie
veroorzaakt. Dat was Vincent Voorn. Vooralsnog heeft het paard
geen verschijnselen, en de incubatietijd van drie weken is bijna
voorbij. De lof die Voorn oogstte voor zijn openheid op social
media begrijpt hij niet: “Het lijkt me de normaalste zaak van de
wereld.”
De agenda van zijn klanten is leidend, maar tussendoor leidt Voorn een viertal paarden op voor het hogere werk.
Vincent Voorn zoals we hem tegenwoordig het meeste zien: terwijl hij de ama-
zones die hij onder zijn hoede heeft aan het begeleiden is. FOTO SUNSHINE TOUR
woensdag 31 maart 2021 | 11SPORT