Pagina 19 van: Paardenkrant 13 – 2021

door Esther Berendsen
De beste tuigpaardhengsten, met
de meeste tuigtypische eigen-
schappen, zijn de hengsten die
hoogverwant zijn. Dat is een stel-
ling waar weinig tuigpaardfokkers
over van mening verschillen. Hoe
logisch is het dan om fokkers te
stimuleren om te kiezen voor min-
der goede hengsten? Dat gaat de
fokkerij toch niet vooruit helpen?
“Uiteindelijk wel”, meent inspec-
teur Viggon van Beest, die deel
uitmaakte van de werkgroep In-
teelt en Verwantschap. “We heb-
ben echt te maken met een
zorgelijke situatie. Dat vinden we
niet alleen zelf, we worden ook
door de overheid gedwongen om
iets te doen. We moeten straks
kunnen aantonen wat we gedaan
hebben en welk resultaat dat heeft
opgeleverd. Eén ding is zeker: als
we niets doen, verandert er ook
niks. Binnen de huidige hengsten-
populatie zijn zeker nog laagver-
wante hengsten die interessant
zijn. Vooropgesteld: de fokker be-
paalt zelf. Maar dit kan net een
extra stimulans zijn die ervoor
zorgt dat die fokker wel kiest voor
de laagverwante hengst.”
Er is wel een lijstje voorwaarden
waar de veulens aan moeten vol-
doen voor de driehonderd euro
wordt uitgekeerd. Eén daarvan is
dat enkel veulens van KWPN-
goedgekeurde tuigpaardhengsten
en goedgekeurde KWPN-Hac-
kneyhengsten voor de fokrichting
tuigpaard in aanmerking komen.
Dus geen hengsten van andere fo-
krichtingen, van andere stamboe-
ken, niet-goedgekeurde hengsten
of licentiehengsten. “Je moet wel
ergens een grens trekken”, aldus
Van Beest. “Een ezel maal een
tuigpaard levert ook een verwant-
schap onder de tien procent op. En
nogmaals, er zijn genoeg mogelijk-
heden binnen de KWPN-hengsten-
stapel. Hengsten die weinig
worden gebruikt, maar op de juiste
merries een heel goed veulen kun-
nen opleveren.”
‘Gooi het open’
Lambertus Huckriede, tuigpaardrij-
der en -fokker, denkt er anders over.
“De tegemoetkoming vind ik een
goed idee, maar waarom alleen
voor KWPN-hengsten? Zo houden
ze het weer in hun eigen kringetje.
Je blijft vissen in je eigen vijver, dat
schiet niet op. Gooi het gewoon
open! Maar kijk wel wat ze gepres-
teerd hebben in het tuig. Dan ben je
echt bezig met bloedspreiding.
Mijn beste paard, Business, komt
ook uit een niet goedgekeurde
vader! Wat mij betreft gooien ze het
gewoon open, maar je kunt er ook
een maximum aan stellen, bijvoor-
beeld tien merries maximaal. En
geef die fokkers dan ook die pre-
mie.”
Heeft het stamboek dit verwant-
schapsprobleem over zichzelf afge-
roepen met haar selectiebeleid in
het verleden? Huckriede meent van
wel. “Kansen zijn niet benut. Neem
Just Lucky, Wentworth Ebony maal
Waterman, met een verwantschap
van zes procent. Die werd zo afge-
wezen, omdat ze na drie dagen von-
den dat hij te druk was op stal. Ik
heb er wel tien merries mee gedekt,
maar dat hadden er veel meer kun-
nen zijn.” Van het lijstje laagver-
wante hengsten dat het KWPN
publiceerde in haar magazine in
maart 2020, om aan te geven dat er
voldoende opties zijn, is Huckriede
niet direct onder de indruk. “Hoe-
veel daarvan leven er nog? Diep-
vriessperma is lastig en zorgt voor
extra kosten voor de fokkers. Bo-
vendien is de fokkerij de laatste
dertig jaar heel hard vooruit ge-
gaan.”
‘Jammer dat dit nodig is’
Eén van de hengsten op dat lijstje
is Innovatief (Zepplin x Heiring
Out), gefokt door Mark de Groot
van hengstenhouderij Landzicht.
“Wij zijn al heel lang bezig met het
zoeken naar vers bloed. Dat is de
reden dat we de Saddlebread Hei-
ring Out destijds uit Amerika heb-
ben gehaald. Ik vind dit vanuit het
KWPN wel een mooi initiatief,
maar als fokker moet zo’n korting
niet je drijfveer zijn. Het is eigen-
lijk jammer dat dit nodig is, dat fok-
kers hierin zelf niet meer initiatief
hebben genomen.”
Volgens De Groot klopt het dat je
een stapje terug doet als je ander
bloed toevoegt. “Omdat het zo
moeilijk is om een laagverwante
hengst te vinden, wijk je uit naar
een ander ras. Een Hackney, of een
Saddlebread. Het fokproduct wat je
dan krijgt, moet je niet vergelijken
met een ‘volbloed’ tuigpaard. Het is
een F1-product. Door vervolgens
weer te kruisen met een tuigpaard,
kom je weer een stap dichter bij je
fokdoel.” Dat kost dus wel tijd, veel
tijd. De Groot: “In 2001 kochten
we Heiring Out, daar kwam de
merrie Bianca uit, die we hebben
laten dekken door Zeppelin. Dat is
Innovatief. De oudste nakomelin-
gen van Innovatief zijn nu drie jaar
en daar zijn we heel tevreden over.
Maar we zijn wel twintig jaar ver-
der. Ik ben nog jong, waardoor de
drempel om het zo aan te pakken
wat lager is dan bij de oudere gene-
ratie. Zij willen gelijk een tuig-
paardveulen in de wei dat aan alle
eisen voldoet. Maar ook zij moeten
zich realiseren dat we een probleem
hebben. We hebben gezien wat er
bij de Friezen gebeurd is en dat
moeten we echt zien te voorkomen.
Het fokdoel staat voorop maar dit
kunnen we niet negeren.”
Lambertus Huckriede wil nog mel-
den dat Friezen toevoegen wat hem
betreft absoluut geen optie is. “Dan
haal je de afwijkingen die ze daar
hebben in huis. Bovendien is een
Fries een koudbloed – dat is niet
waar we naar op zoek zijn bij de
tuigpaarden.”
Meer laagverwante hengsten
Hoewel nog lang niet iedere tuig-
paardfokker dit bovenaan de prio-
riteitenlijst heeft staan, neemt het
bewustzijn rond het inteeltpro-
bleem wel toe. Dat merkt althans
Mariëlle van ’t Klooster, die twee
jaar geleden een afstudeerscriptie
schreef over dit onderwerp en nu
de aanmeldingen van laagver-
wante veulens in ontvangst neemt
bij het KWPN. “In 2019 waren
fokkers wel op de hoogte, maar het
merendeel deed er nog niks mee.
Om me heen merk ik dat mensen
er nu meer mee bezig zijn. Het ini-
tiatief voor de laagverwante veu-
lens slaat ook goed aan. Ik heb nu
ongeveer twintig aanmeldingen
binnen en ze voldoen bijna alle-
maal aan de gestelde eisen. En
fokkers hebben nog even de tijd,
tot 1 juni.” Viggon van Beest heeft
dezelfde ervaring. “Vorig jaar heb-
ben we één laagverwante hengst
kunnen goedkeuren, Maximiano
I&S. Het liefst wijzen we vijf laag-
verwante hengsten per jaar aan
voor het verrichtingsonderzoek,
maar dan moeten er wel zo veel
aangeboden worden die voldoen
aan de eisen. We willen best wat
water bij de wijn doen, maar zeker
niet te veel want dan verliezen we
het fokdoel uit het oog. Bij de aan-
meldingen voor de komende heng-
stenkeuring zag ik al dat er meer
laagverwante hengsten worden
aangeboden. Steeds meer fokkers
zien het belang hiervan in en dat
biedt perspectief voor de toe-
komst. Het is een lastig probleem
dat niet morgen is opgelost. Maar
we moeten openstaan voor alles
wat kan bijdragen.”
‘Vissen in dezelfde vijver’ of broodnodig duwtje in de goede richting?
Tegemoetkoming laagverwante tuigpaardveulens valt in de smaak
ERMELO – Na verschillende artikelen, brainstorms en ideeën
heeft het KWPN nu een heel concrete regeling in het leven geroe-
pen in de strijd tegen inteelt bij tuigpaarden. Fokkers van een
laagverwant veulen krijgen 150 euro registratiekorting en een
fokpremie van 150 euro. Driehonderd euro korting dus op een
veulen dat meehelpt de jaarlijkse inteeltstijging binnen de tuig-
paardpopulatie – die nu rond de 1,18 procent ligt – te verlagen.
Inmiddels zijn er zo’n twintig veulens in wording aangemeld.
Gaat dit helpen?
Viggon van Beest, freelance inspecteur voor de tuigpaardhengsten, maakte deel
uit van de werkgroep Inteelt en verwantschap. In de aanmeldingen voor de ko-
mende hengstenkeuring ziet hij een toename van het aantal laagverwante
hengsten. FOTO PAARDENKRANT/MELANIE BREVINK-VAN DIJK
“Gooi het open, maar kijk wel wat de hengsten gepresteerd hebben”, zegt Lam-
bertus Huckriede. Dan pas ben je echt bezig met bloedspreiding, meent hij.
“Mijn beste paard Business had ook een niet-goedgekeurde vader.” FOTO PAARDEN-
KRANT/MELANIE BREVINK-VAN DIJK
Mark de Groot (links) met zijn vader Martin tijdens de huldiging van Innovatief
(Zepplin x Heiring Out), één van de laagverwante hengsten op het lijstje van het
KWPN.
Individuele erkenning en andere
mogelijkheden
De werkgroep Inteelt en Verwantschap heeft meer ideeën bedacht die kunnen
bijdragen aan lagere verwantschap. Zo kunnen tuigpaardhengsten die buiten-
gewone prestaties leveren, of nakomelingen hebben die dat doen, nu ook erkend
worden bij het KWPN. Eigenaren kunnen hengsten hiervoor zelf aandragen,
waarna de hengstenkeuringscommissie onderzoekt of de hengst aan alle eisen
voldoet. Dat is tot op heden nog niet gebeurd. En er zijn meer mogelijkheden
waar nog maar weinig gebruik van wordt gemaakt, aldus Viggon van Beest “Er
zijn allerlei opties als het via de ‘normale’ weg niet direct lukt of om een andere
reden niet gebeurd is. Zo is het mogelijk om hengsten die niet worden aange-
wezen voor te stellen in het tuig. Ook bestaat het vrijwillig onderzoek, waar een
eigenaar voor kan kiezen als hij zelf veel vertrouwen heeft in een hengst. Als
een oudere hengst goed fokt, kunnen we deze hengst en zijn nakomelingen
ook nog eens bekijken om te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn.”
woensdag 31 maart 2021 | 19FOKKERIJ